In deze Maand van de Bijbel krijgen we weer van alle kanten te horen dat we moeten Bijbellezen. De challenges, webinars en Bijbelleesroosters vliegen ons om de oren. Is die zo ongerichte oproep (gericht namelijk aan iedereen, zonder onderscheid) wel zo gezond? Ik vind van niet.

Boekreligie?

Onbedoeld kan een ‘Maand van de Bijbel’ de gedachte versterken dat het christendom een boekreligie is. Maar dat is het niet. Zeker, we zouden nergens zijn zonder die Bijbel. Maar zonder Christus zijn we pas echt verloren. Of iets anders gezegd, in de Engelse taal, verwijzend naar een aantal artikelen van James Fowler die ik zo’n 20 jaar geleden las (later in boekvorm verschenen: Christianity is NOT Religion) en die erg vormend zijn geweest voor mijn spiritualiteit:

Christianity is not a book-religion, not a belief-system, not morality, not role-playing, not social problem-solving, not an ideological option, and not an …ism. Christianity IS Christ.

Ik merk bij mezelf en kom dat ook regelmatig bij anderen tegen dat het steeds maar weer (studieus) lezen van de Bijbel (zo mogelijk volgens leesplannen) niet meer als passend wordt ervaren op de geestelijke weg die ook haar eigen fases en stadia kent.

Volproppen

Deze week bracht iemand het in een mail aan mij als volgt onder woorden:

De laatste weken heb ik helemaal geen behoefte aan lezen in de Bijbel, andere geestelijke lectuur of wat dan ook. Mijn hoofd zit soms zó vol, dat ik denk: Ik kan niets meer opnemen. Ik heb alleen maar de behoefte in de aanwezigheid van God te zijn (die ik dan ook intens ervaar). Momenteel doe ik liever iets in huis of voor een ander, dan dat ik mezelf geestelijk zit vol te proppen. Kent u dit verschijnsel? Is dit normaal of moet ik iets anders gaan doen?

Ik herinnerde mij bij het overwegen hiervan dat ik eens iets had gelezen bij Benoît Standaert, Benedictijner monnik, over de vier stadia in het Bijbellezen. Ik zocht de passage weer op in zijn boek ‘Spiritualiteit als levenskunst. Alfabet van een monnik’ (blz. 133-134). Ik gaf het als reactie door aan degene die me gemaild had en geef het nu ook aan jou door, want misschien herken je het wel, dat ‘volproppen’

Vier stadia

Ik vat wat Benoît Standaert schrijft over de vier stadia voor je samen.

  1. De fantastische Bijbel: dit is de Bijbel van de kindertijd met mooie geschiedenissen die we vooral kennen van de verhalen die verteld worden en ook verbeeld worden op schilderijen en in kinderbijbels.
  2. De Bijbel van Pluizer: in deze fase is nieuwsgierigheid leidend: de lezer wil weten, verifiëren, de tekst in alle richtingen toetsen, onderzoeken. Klopt het allemaal wel? Hier gedijt de exegese, het kritische onderzoek.
  3. Een woord om te leven: in deze fase lees je omwille van het leven. Het Woord is een lamp voor onze voet! We hoeven niet (meer) alles te lezen omdat we al vertrouwd zijn met de Bijbel. We herlezen, niet om meer te weten en te vergelijken, maar om gevoed te worden.
  4. Het Boek zonder boek: in deze fase woont het Woord in ons hart. Een leven lang hebben we gelezen en woorden verinnerlijkt. Het Woord voedt ons nog steeds, al slaan we het boek niet meer open.

Waar bevind jij je?

Ik kan me voorstellen dat je nu even pauzeert om te onderzoeken in welk stadium jij je bevindt.

Het gaat er hierbij niet om dat de ene fase beter of slechter is dan de andere. Het gaat hierom: er zit in het geestelijke leven van kinderen van God een natuurlijke ontwikkeling, die velen ook ervaren maar waar ze zich verlegen mee voelen. Hoe kan het dat het vele bijbellezen en vele studeren waaraan ik jaren lang verknocht was, niet meer ‘werkt’? Het draagt geen vrucht meer. Ik ervaar zelfs tegenzin.

Het goede nieuws is: zó gaat dat op de geestelijke weg. We kunnen niet zonder het boek, maar dan wel zo dat het boek ons altijd helpt om tot Godsontmoeting te komen. Waar Bijbellezen een doel in zichzelf wordt, gaat er iets niet goed.

Lectio divina

Benoît Standaert schrijft over deze vier stadia in een hoofdstuk met de titel ‘Lectio divina of het lezen van de Bijbel’. Deze manier van biddend Bijbellezen bevindt zich in de vier stadia in mijn beleving in het derde stadium, met een heel vruchtbare en directe aansluiting op het tweede stadium.

Daarmee is lectio divina niet alleen maar zomaar een andere manier van Bijbellezen. Het is een spirituele praktijk die thuishoort in dat derde stadium van de geestelijke weg (waarbij bedacht moet worden dat de verschillende stadia ook tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn in iemands geestelijke leven).

Stoppen met Bijbellezen

Terug naar het begin. Mijn oproep om ook eens te stoppen met Bijbellezen bedoelt dus vooral te zeggen: doe recht aan het gegeven dat er stadia zijn op de geestelijke weg en in het lezen van de Bijbel. Zet mensen niet vast in stadium 1 of 2 maar help hen om die andere stadia te ontdekken. Of andersom, want velen ervaren zonder dat ze er goed woorden aan kunnen geven: stadium 1 en 2 werken zo niet meer voor mij, maar ik weet niet hoe het anders kan.

Stoppen met Bijbellezen dus. Maar niet stoppen met verlangen naar God en naar groei in Christusgelijkvormigheid gevoed door Woord en Geest.