‘Missie en contemplatie in Nederland.’ Dat was het thema van het nummer van TussenRuimte (kwartaaltijdschrift voor missionaire en interculturele theologie) waaraan ik een bijdrage mocht leveren via een interview. Hieronder kun je dat interview lezen.

“Missie kan niet zonder contemplatie en contemplatie niet zonder missie. De beweging naar binnen en naar buiten zijn inherent aan het christelijk geloof en wordt ons in de Bijbel voorgeleefd. Zonder het een kan het ander niet bestaan.
Contemplatie en missie zijn dus nauw met elkaar verbonden. Dat zien we vandaag de dag terug in de aandacht voor spiritualiteit, de interesses in retraites, voor lectio divina, voor een andere manier van leven in kloosters en leefgemeenschappen, in de dialoog met andere religies en hun spirituele tradities, en in de dialoog met beeldende kunst of muziek.”

Waar komt jouw interesse voor contemplatie vandaan? 

In mijn studententijd was ik al in mijn persoonlijke omgang zoekende en vroeg me af waarom we toch altijd zo rationeel met de bijbel omgaan. Qua karakter ben ik meer rationeel dan contemplatief, dus dat is echt iets dat ik heb moeten aanleren. Die weg van je hoofd naar je hart – ik noem het de weg mét je hoofd naar je hart – daar was ik vrij vroeg naar op zoek. Dat is mooi bij elkaar gekomen in mijn studie.

Ik kom uit een traditie die sterk is in exegese en niet zozeer in meditatie. Ik had een soort van ‘holy discontent’: er waren een heleboel aanwijzingen voor hoe je een exegese moest doen, maar niet voor hoe het mediteren er uit zou kunnen zien. Daar ging mijn dissertatie over en daar is mijn interesse gegroeid voor meditatie. Dat is later toegespitst op lectio divina. Ik ben het meest geïnteresseerd in contemplatie, maar dat is een thematiek die voor heel mensen toch wel heel ver van het bed is.

Ik merk zelf dat lectio divina een hele mooie brugfunctie vervuld tussen aan de ene kant die meer studieuze omgang met de bijbel en aan de andere kant de verstilling die contemplatie biedt. Ik merk dat er honger is naar een andere manier van bijbellezen, maar toch komt altijd weer de vraag: Maar moet je een tekst niet in zijn context plaatsen? En dat is ook logisch, want mensen zijn opgevoed door prediking. En prediking is de tekst in zijn context uitleggen. Maar dat komt in het contemplatieve lezen ook aan de orde, alleen op een ander niveau. Je zou kunnen zeggen dat het meer aankomt op intuïtie, op aanvoelen: Wat gebeurt er nu in deze tekst? Wat gebeurt er tussen de tekst en mij op dit moment? Dat zijn niet de vragen waar protestanten gemiddeld genomen mee zijn opgegroeid. Wel de toepassing, natuurlijk, want eerst werd de tekst uitgelegd en dan moest je het toepassen. Maar dat was toch al snel richting praktisch handelen.  

Wat is de plaats van contemplatie in het leven? 

Ik ben erg geïnteresseerd in het monastieke, het contemplatieve en het spirituele. Maar mijn drive is om dat in je dagelijkse context te doen. Hoe integreer je dit je gewone dagelijkse leven? Om mensen hiermee te helpen ben ik in december begonnen met Podcast Tijd met Jezus. Dit is de verbreding van een dagelijkse mail met dezelfde naam. Die is over de loop van de jaren steeds korter geworden. Het stille is er steeds meer ingekomen. En laatst besloot ik daar een podcast van te maken. De podcast Tijd met Jezus duurt drie minuten. De helft van die drie minuten is stilte. Er is een bijbelwoord dat twee keer wordt voorgelezen, stilte, een heel korte overdenking, weer stilte, een kort gebedsmoment en dan weer stilte. Dat is een dagelijks bijbelmoment. Ik wil mensen helpen om die stilte te leren kennen. Dus ik hoop dat zo’n podcast een beetje helpt om te wennen aan de stilte.  

Waarom is contemplatie zo belangrijk? 

Elke spirituele praktijk in het algemeen of lectio divina en contemplatie in het bijzonder heeft toch uiteindelijk als doel hebben om te groeien naar het beeld van Christus. Dat speelt zich meer af op het niveau van deugden, waarden en karaktertrekken dan op het niveau dat je dingen moet gaan doen. Uiteindelijk is het belangrijk om dingen te doen, want we zijn mensen die dingen kunnen maken, doen en tot stand brengen, maar uiteindelijk is het wezenlijk vanuit welke grondhouding je dat doet.

Die grondhouding heeft veel te maken met het karakter van Jezus en ik denk dat dit soort spirituele praktijken daarop gericht is. Juist daarom moeten ze ook in het gewone leven beoefend worden. Want die karaktertrekken zijn bedoeld voor het gewone dagelijkse leven, voor de gewone omgang met de mensen om je heen.  

Het gaat om te beginnen om je relatie met God, en in die relatie met God, jouw relatie met anderen. Die verbinding is belangrijk. Jezus zegt: ‘heb God lief en je naaste als jezelf’. Daar zit een bepaalde volgorde in. Ik geloof dat hoe meer jij God liefhebt, hoe meer je je naaste zult gaan liefhebben. Dat is een intern coherent proces. Het kan niet anders: Als je je naaste niet lief hebt, dan heb je God ook niet lief. Daar is Johannes vrij duidelijk over: ‘Wie zijn broeder haat kan God niet liefhebben’.

Het gaat wel altijd om die verbinding, maar de bron van die verbinding is altijd opnieuw je relatie met God. Het gaat om een verbinding van God in ons en wij in God en daardoor wij ook met elkaar. Petrus spreekt erover dat wij deel krijgen aan de goddelijke natuur. Paulus zegt dat Christus in ons is en Jezus zelf zegt: ‘blijf in mij, dan blijf ik in jullie’. Dit zijn bekende bijbelwoorden, maar dat daar ook een werkelijkheid achter schuilgaat die je nu kunt beleven wordt soms wat weinig gezien.  

Is lectio divina een van de manieren waarop je mensen daar toegang tot kunt geven? 

Lectio divina is een heel behulpzame spirituele praktijk, die komt uit de Rooms-Katholieke, monastieke traditie, die juist hier heel veel accent op legt. In wezen is lectio divina een vorm van “blijf in mij”. En de werkelijkheid van “blijf in mij, dan blijf ik in jou” benader je gemakkelijker en op een natuurlijkere manier via de lectio divina dan via een bijbelstudie of preek waar je naar luistert. En dat is misschien wel het meest wezenlijke onderscheid tussen de bijbelstudie die veel evangelischen en protestanten gewend zijn en deze bijbelmeditatie of contemplatief bijbellezen: in het laatste speelt de stilte een hele belangrijke rol. De stilte geeft een bepaalde ruimte en een bepaalde diepte. Het is een holistischere benadering. Lectio divina heeft het aspect van de lectio: je wordt wel geacht zorgvuldig met de tekst om te gaan. Maar het staat in het kader van op weg zijn naar de stilte. Ik noem het graag contemplatief bijbellezen om duidelijk te maken dat het een manier van lezen is die als doel heeft in de ruimte van contemplatie te komen. Het kan je gegeven worden dat je die ruimte meteen kunt betreden, maar lectio divina is een mooie weg om stappen te zetten richting die contemplatie. En die contemplatie is een geschenk. Ook het lezen van de tekst is ten dienste van de contemplatie en daarmee is het iets anders dan “gewoon” bijbellezen of bijbelstudie.  

Contemplatie gaat over de wereld voorbij de woorden. Ik zeg dat graag in het Engels, omdat het woord “beyond” het beter uitdrukt dan “voorbij”. Dat is ook het mooie van lectio divina: lectio doet wel recht aan de woorden, dat is een belangrijk aspect van lectio divina. Maar uiteindelijk zegt lectio divina: het gaat om wat er “beyond” de woorden gebeurt, in de contemplatie. Dus de woorden hebben hun betekenis en hun zin, maar er komt een moment dat je de woorden achter je laat.  

Ik werk met op mijn site Léven in de kerk. School voor spiritualiteit met drie trefwoorden: stilte, ruimte, diepte. Ik denk dat er heel veel behoefte aan is, en dat er heel veel behoefte is aan hulp daarbij. Dan kom je bij die drie dingen uit: mensen moeten eerst leren om stil te zijn. Pas in de stilte ervaar je een bepaalde ruimte. Vaak zitten we helemaal vol. Ik merk het zelf ook nog altijd. Pas als je ophoudt met rennen kan je adem halen en bedenken waar je mee bezig bent. Je hebt de stilte nodig om in de ruimte te komen. Via die ruimte kom je de diepte in.

Het begrip ruimte is heel belangrijk voor mij. Ruimte heeft veel te maken met contemplatie. Contemplatie is ruimte, contemplatie brengt een wat flexibeler Godsbeeld met zich mee. Dat is iets dat ik zelf ook heb moeten leren in de afgelopen 10-15 jaar. Het is voor mij een vraag hoe houdbaar het Godsbeeld is waar ik mee ben opgegroeid. Hoe houdbaar is het Godsbeeld dat ik eigenlijk graag zou willen vasthouden? Maar zodra je meer in de contemplatieve sfeer terecht komt gaat dat toch schuiven. Dat heeft toch met die ruimte te maken: God als ruimte. Dat is natuurlijk een vrij vage aanduiding, al helemaal in relatie tot de Heidelbergse Catechismus bijvoorbeeld.  

Is de vraag naar verdieping veranderd door Corona? 

Ik vind het wel een ingewikkelde vraag hoor, of in de behoefte van mensen naar contemplatie veranderd is door Corona. In het seculiere deel van de samenleving uit het zich in yoga en mindfulness. Ik denk dat de christelijke kerk nog beter kan ontdekken dat de christelijke traditie iets eigens te bieden heeft aan mensen die op zoek zijn naar zingeving, rust en stilte. Lectio divina bijvoorbeeld is een heel christelijke vorm van mindfulness. Ik denk wel dat er heel veel behoefte aan is.

Maar behoefte wordt niet altijd vertaald in actie door mensen. Daar zit nog wel een bottleneck. In de Coronatijd hebben mensen ruimte ervoor, maar als straks die ruimte weer ingepakt wordt doordat we alles weer kunnen, wat blijft daar dan van over? Dat vind ik nog wel een ingewikkelde vraag.  

Waarom heb je jouw site Léven in de kerk genoemd? 

Ik wil de nadruk leggen op leven: waar zit dat leven nou? Voor mij zit daar Johannes 10:10 achter waar Jezus zegt: “Ik ben gekomen om het leven te geven in al zijn volheid.” Dat is spiritualiteit, dat is het leven van de Geest van Jezus in ons.

Ik denk dat je bij de kern van kerk-zijn komt als je de kerk ook ziet als school voor spiritualiteit. De school als een plek waar je samen oefent in spiritualiteit, oefent in leven in de Geest van Jezus. We werken in onze gemeente (Plantagekerk Zwolle) met vier kernwoorden: spiritueel, pastoraal, diaconaal en missionair. Het sprituele is de kern vanwaaruit het pastorale voortkomt: de geloofsgesprekken voeren, naar elkaar omzien met woorden, gezien worden. Diaconaal is dan veel meer in de praktische zin. Missionair is dan eigenlijk dat je dat spirituele, dat diaconale en dat pastorale ook doorvertaald naar het dagelijkse leven en naar de maatschappij.  

De Rooms-Katholieke traditie kent al eeuwenlang de tweeslag actie en contemplatie. Ik zit heel erg op het spoor van contemplatie en het is heel goed dat er ook mensen zijn die op het spoor van actie zitten. Daarvoor hebben we elkaar in de kerk ook nodig.

Ik denk zelf dat het heel erg nodig is om meer aandacht te hebben voor die contemplatie dan we gewend zijn, ook vanuit maatschappelijk oogpunt. Heel erg veel mensen raken in een burn-out tegenwoordig. Dat zou volgens mij voorkomen kunnen worden door meditatie en contemplatie. Heel veel mensen kunnen de uit-knop niet meer vinden. Je zou kunnen zeggen dat contemplatie gewoon de uitknop indrukken en stil worden is.

Misschien ben ik wat eenzijdig, maar ik ben van mening dat de kerk zich wat meer zou moeten toeleggen op dat contemplatieve. Maar goed, dat is een specifieke kijk op de kern van de kerk. Het contemplatieve is uiteindelijk een van de verschillende spiritualiteiten die er in een kerk zijn. De een zit veel meer op dat contemplatieve spoor, de ander zit veel meer op de bijbelstudie en de woorduitleg en evangeliseren en weer een ander zit op sociale gerechtigheid en weer een ander op milieu. En dat zijn allemaal legitieme uitdrukkingsvormen van christelijke spiritualiteit.

Maar vanuit mijn perspectief zeg ik: de kern van alles is de contemplatie. Een van de ‘producten’ die wij als kerk te bieden hebben, als evangelie, dat je tot rust kan komen, dat je stil kunt worden, dat je contemplatief kunt leven. Zó kan je heil, heelheid ervaren.  

Download het hele nummer van TussenRuimte (als pdf)