Komende zondag 12 november vindt in Amsterdam de klimaatmars plaats. Ik ga er samen met mijn vrouw Joke en een groep gemeenteleden uit de Zwolse Plantagekerk naartoe (nadat ik eerst als gastpredikant ben voorgegaan in de Hattemse Gasthuiskerk met een preek over ‘Gelukkig de vredestichters’). Waarom doe ik dat?
Beluister onderstaand artikel als podcast:
Ik loop mee omdat in de duurzaamheids-appgroep van onze gemeente zo’n zeven weken geleden deze vraag langs kwam: ‘Wie gaat er mee naar Amsterdam op 12 november?’ In een wat onbewaakt ogenblik hebben Joke en ik gezegd: ‘Wij gaan mee!’ En ik moest zelf eigenlijk nog gaan ontdekken waarom. Maar in de loop van de weken is dat me wat helderder geworden.
Lichamelijker
Ik loop mee omdat ik wil dat het zoeken van Gods koninkrijk (waar ik het in mijn preken veel over heb) meer handen en voeten krijgt in mijn leven: dat het concreter en lichamelijker wordt.
Het voorbije half jaar is er bij mij een intensievere bewustwording op gang gekomen over duurzaamheid, zorg voor de schepping en zorgen om het klimaat. En ik ben me gaan realiseren dat dat allemaal niet los staat van de werkelijkheid van het koninkrijk van God.
Ik loop mee om een stap buiten mijn eigen comfortzone te zetten. De comfortzone van het podium in het eigen kerkgebouw. De comfortzone van mijn werkkamer waar ik graag stilte beoefen en me achter mijn laptop bevind. De comfortzone van de vele mooie en waardevolle pastorale en andersoortige ontmoetingen die voor het samenleven als gemeente zo belangrijk zijn. De comfortzone van mijn online cursussen van de School voor Spiritualiteit.
Ik ga een (voor mij) nieuwe zone betreden: die van de straat, die van een meute mensen (ik ben best introvert, dus ik zie er niet per se naar uit) die verbonden zijn in een gedeelde zorg en een gedeeld verlangen rond wat er aan de hand is met het klimaat. De nieuwe zone van een wat rommelige, modderige en zeer aardse werkelijkheid van een activiteit waar ik geen controle over heb en waarin ik me verbind met heel veel soorten mensen die heel anders in het leven staan dan ik. En die misschien ook wel spandoeken bij zich hebben met teksten waar ik niet achter sta – en toch loop ik mee.
Mystiek en politiek
Ik loop mee omdat de woorden ‘gelukkig de vredestichters’ uit de Bergrede van Jezus voor mij een nieuwe, concretere en bredere betekenis hebben gekregen in de voorbije tijd – heel in het bijzonder ook door het adembenemend inspirerende boek van Stefan Paas Vrede op aarde.
Die vrede gaat niet allereerst of alleen over vrede in mijn hart (vrede met God, vrede met mezelf) en daarmee over wat ik graag de ‘mystiek’ van het koninkrijk van God noem. Die vrede gaat ook over vrede in de maatschappij, over vrede die nooit kan bestaan zonder gerechtigheid én over vrede voor de schepping en voor alles wat leeft op de adem van God. Dat noem ik de ‘politiek’ van het koninkrijk van God.
‘Ik loop mee, als christen en als predikant, omdat de kerk deel uitmaakt van Gods vredesbeweging in deze wereld.’
Ik maak een persoonlijke beweging door waarin ik, vanuit mijn voornamelijk contemplatieve aanleg en interesse, meer open wil staan voor en vorm wil geven aan de actieve dimensie van het christelijke leven in het spoor van Jezus. Mystiek én politiek: ze kunnen niet zonder elkaar. Jezus holistisch volgen (met hoofd, ziel en lijf) vraagt om: contemplatie én actie.
Ik loop mee, als christen en als predikant, omdat de kerk deel uitmaakt van Gods vredesbeweging in deze wereld (door Jezus aangeduid als: koninkrijk van God). Ik loop mee omdat Jezus’ uitnodiging ‘Het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer’ de roeping inhoudt om te participeren in Gods vredesmissie.
En in die missie trekken we op ongedachte en onvoorziene manieren op met andere mensen van goede wil, anders-religieus, anders-geaard, anders-gekleurd, anders-denkend, maar klaarblijkelijk met eenzelfde passie voor de aarde met haar klimaat en voor gerechtigheid en barmhartigheid.
Ik loop mee om te illustreren, samen met heel veel andere christenen, dat de kerk van de Heer geen naar binnen gekeerd bolwerk kan zijn, maar deel uitmaakt van Gods netwerk van genade en compassie op deze aarde.
Vormende praktijk
Moet dat op zondag? Niemand moet hier iets. Wat ik hier schrijf wil ook niet gelezen worden als een oproep om zondag alsnog af te reizen (met openbaar vervoer) naar Amsterdam. Ik vertel alleen maar wat mij beweegt om mee te lopen met de klimaatmars.
Zo’n klimaatmars is uiteraard geen kerkdienst. Maar voor wie wil, kan zo’n klimaatmars, net als een kerkdienst, een vormende of zelfs transformerende praktijk zijn, een soort van liturgie. Een activiteit die je samen met anderen onderneemt in de hoop en de verwachting dat de Geest van Jezus er doorheen waait en dat er iets gebeurt van heil en van bekering in je leven.
Ik hoop dat ik door het meebewegen met die mensenmassa in Amsterdam op een voor mij heel andere en nieuwe manier aangesproken en aangeraakt word om me te verbinden met Gods schepping, ‘ons gezamenlijke huis’, en met alle zorgen die er zijn rond klimaatverandering. Een manier waar – ik spreek voor mezelf – geen boek of podcast of preek of kerkdienst aan kan tippen.
Geef een reactie