Preek zondag 28 januari 2024 (over Psalm 8)

Inleiding

Welke rol speelt de Bijbel in jouw leven?

Denk daar even over na.

Het is vandaag Bijbelzondag. Eén zondag per jaar om elkaar speciaal te inspireren om de Bijbel open te doen; of: toch maar weer eens open te doen.

Maar waarom zou je dat eigenlijk doen? Waarom zou je in de Bijbel lezen? Het kan helemaal geen kwaad om zo’n fundamentele vraag weer eens hardop te stellen.

In de PreekKracht-appgroep was afgelopen week de vraag: “Welke twee omschrijvingen typeren het best wat jouw persoonlijke visie op de Bijbel is?”

Ik noemde er tien, en deze drie werden het meest genoemd: de Bijbel is voor mij vooral: 1. leidraad voor mijn geloofsleven, 2. bron van wijsheid en 3. inspiratie voor normen en waarden. Dat pak ik op door het te hebben over die ‘leidraad voor je geloofsleven’. Hoe werkt dat dan, dat de Bijbel een leidraad is, een richtingwijzer, een bron van leiding in je leven met God?

Ik heb daar afgelopen week nogal intensief over lopen nadenken. Hoe werkt dat dat de Bijbel een leidraad is in je leven? En dan moet ik even beginnen bij dat leven. Even los van de Bijbel, los ook van geloof en God, hoe ziet ons leven er eigenlijk uit? Wat is kenmerkend voor ons leven in deze tijd, in onze cultuur en samenleving? Daar zeg ik eerst wat over (1). Dan zeg ik iets over dat geloofsleven, het leven met God (2). En dat nemen we dan mee naar Psalm 8 (3).

(1)

Voordat je iets zinnigs kunt zeggen over de Bijbel als leidraad voor je geloofsleven moeten we in beeld krijgen hoe ons leven er eigenlijk uitziet. En ik bedacht daarvoor wat wel genoemd wordt een acroniem, letters die staan voor een afkorting. In dit geval: het A.B.C.-leven. Ons leven wordt gekenmerkt door A.B.C.: A staat voor agressie, B staat voor bezorgdheid, C staat voor Chaos. Stevige woorden.

De A staat voor agressie. We leven in een agressieve samenleving. En daar bedoel ik mee dat we op een agressieve manier omgaan met de dingen en met de tijd en met de mensen en met de aarde. Bij die agressieve houding hoort dat we op een beheersende manier omgaan met de dingen, met onze to do lijstjes en projecten, met onze collega’s en buren. We proberen dingen voor elkaar te krijgen, we moeten groeien, we moeten succes hebben, en als dat ten koste gaat van mensen of van de aarde, dan zij dat maar zo. We hebben overal een mening over en laten die ook horen. We reageren overal op: boos, gepikeerd, vijandig, verontwaardigd. Er zit heel veel spanning en wrok in onze levens. En mocht je dat bij jezelf misschien niet zo herkennen, dan vast wel bij anderen.

De B staat voor bezorgdheid: we maken ons zorgen over wat er gebeurd is of wat er zou kunnen gebeuren. We piekeren over de toekomst, we malen over het verleden en we maken ons constant druk om allerlei zaken. Onze gedachten draaien vaak in cirkels rond, gevangen in een web van zorgen en angsten. Of het nu gaat om onze gezondheid, financiën, relaties of werk, we voelen ons vaak overweldigd door bezorgdheid en stress.

De C staat voor chaos of misschien ook wel voor crisis. Onze levens lijken soms een voortdurende strijd tegen de onoverzichtelijkheid die we ervaren. We voelen ons overweldigd door een eindeloze stroom problemen die opgelost moeten worden: wereldwijd, in ons land, in ons eigen leven. Onze agenda’s zijn overvol, onze relaties staan onder druk, we ervaren innerlijke onrust en twijfel. Soms lijkt het alsof we constant achter de feiten aan rennen. Deze crisis-achtige chaos kan ons verlammen en ons het gevoel geven dat we de controle verliezen.

We zullen dit vast niet allemaal altijd even sterk zo ervaren, maar ik vermoed toch dat het herkenbaar is, dat A.B.C.-leven waarin veel onrust zit, onvrede, drukte, stress, wanhoop misschien ook en onvervuldheid. En ik denk dat het belangrijk is om daar eerlijk over te zijn, er niet te snel overheen te stappen maar het oprecht in de ogen te kijken, het te benoemen. Zo ziet ons leven er vaak uit. Agressief. Bezorgd. Chaotisch.

(2)

Maar we hebben ook het vermoeden dat het anders zou kunnen. Dat er een ander soort leven is. Een leven dat niet gedomineerd wordt door agressie, bezorgdheid en chaos, maar door vrede, liefde en harmonie. We voelen soms of misschien wel vaak diep van binnen een verlangen naar rust, naar verbondenheid, naar een dieper doel en betekenis in ons bestaan. Laat ik daarvoor ook even een acroniem gebruiken: het G.O.D.-leven.

De G staat voor goedheid of genade. Want zoiets bestaat: dat iets echt goed is, het goede leven. Er bestaat zoiets als geluk en vrede. We hebben ervaringen van schoonheid en echt verbinding met mensen dwars door onze kwetsbaarheid heen

De O staat voor onbevangenheid of overvloed. In dat G.O.D.-leven ervaren we een overvloed aan zegeningen. We leven niet langer in angst en denken niet langer in termen van tekort en schaarste, maar we zien overvloed en ruimte. We ervaren de vrijheid om te leven met een open hart en geest, zonder ons zorgen te maken over de toekomst of te klampen aan wat ons houvast zou moeten geven. Deze onbevangenheid stelt ons in staat om te genieten van de schoonheid en rijkdom van het leven, en om vrijgevig te zijn.

De D staat voor dankbaarheid of dienstbaarheid. In het G.O.D.-leven worden we weg geleid uit het slavenbestaan van de angst en de wrokkigheid en de agressiviteit naar het beloofde land van diepe dankbaarheid. We erkennen dat alles wat we hebben een geschenk is van God, alles: onze tijd, de mensen om ons heen, ons eigen leven, deze kostbare aarde. En we voelen ons geroepen om ons te verbinden met alles wat er is, om in eenheid te leven omdat alles en iedereen ten diepste één is. Deze dankbaarheid leidt ons naar een leven van dienstbaarheid, waarin we anderen liefdevol dienen en bijdragen aan het welzijn van de wereld om ons heen.

Je begrijpt: het gaat me niet per se om deze precieze woorden. Wat ik tot nu toe gezegd heb is een uitnodiging om hier voor jezelf eens bij stil te staan: hoe zou ik die beide kanten in mijn eigen leven typeren?

Waar zie ik bij mezelf die agressie, die bezorgdheid, die chaos, maar het mag ook zijn: waar zie ik angst, onvrede, bozigheid, neerslachtigheid, onrust. Wees daar eerlijk over met jezelf. Onze wonden kunnen pas genezen als we ze eerst onder ogen durven zien en benoemen.

En dan ook contact maken met dat andere verhaal, dat verlangen dat soms heel duidelijk aanwezig is in je leven, maar dat vaker ook op de achtergrond raakt, tussen je vingers door glipt, juist omdat dat A.B.C.-leven zo’n dominante kracht is in onze wereld en onze samenleving en ook bij onszelf. Dat G.O.D.-leven – de Bijbel noemt dat ook wel het koninkrijk van God, de nieuwe wereld, het leven van Jezus in jou en door jou heen, het leven in de Geest

(3)

En nu mijn punt op deze Bijbelzondag. Ik geloof dat Bijbellezen hier een cruciale plek heeft. Niet dus als een soort verplichting, zo van: als je christen bent, moet je veel uit de Bijbel lezen, elke dag eigenlijk. Want dan hangt er een sfeer van moralisme om dat Bijbellezen en wordt het een van de vele dingen op onze toch al eindeloze to do lijstjes.

Ik geloof dat we de Bijbel – als leidraad voor ons geloofsleven – kunnen leren zien en gebruiken als de brug die ons helpt om van dat A.B.C.-leven over te gaan naar dat G.O.D.-leven. En dat gebeurt niet door het boek Bijbel an sich, maar doordat we ervoor kiezen om die Bijbel open te doen of om het icoontje van de Bijbel-app op onze smartphoneaan te klikken. En als je dan een Bijbelgedeelte hebt gevonden of aangereikt gekregen, zoals vandaag Psalm 8, dan ga je dat lezen en op je in laten werken vanuit de hoop dat je geholpen wordt een brug te slaan van dat A.B.C.-leven naar dat G.O.D.-leven.

Die beide kanten zijn eigenlijk nooit echt los verkrijgbaar. Ze lopen door elkaar heen. Soms zitten we diep in onze bezorgdheid en kan er opeens een flits van besef zijn dat God toch zorgt en liefdevol naar ons kijkt. Of we ervaren het leven van de Geest heel diep in ons, en hebben innerlijke vrede, en dan gebeurt er iets en komt me er toch een agressie los opeens. Dat loopt zo door elkaar. En dat is oké. We zijn mensen.

Daarom hebben we ook steeds die brug nodig. Psalm 8 is dat nu even voor ons. Dat gedicht van David gaat ons helpen om weer contact te maken met wat echt is, wat betekenisvol is, wat resonantie oproept in ons leven. Ik laat er op drie punten iets van zien.

HEER, onze Heer, hoe machtig is uw naam op heel de aarde. Uw luister aan de hemel wordt bejubeld.

Wat gebeurt er als je dit leest? Dit: je wordt uit je eigen bubbel getrokken. We kunnen soms zo op de vierkante meter van ons eigen leven in kringetjes ronddraaien dat we helemaal vergeten dat de wereld groter is dan onszelf. Psalm 8 gooit de deuren van je leven wagenwijd open. Van de benepenheid van je eigen angsten en bezorgdheid kom je in de ruimte. Letterlijk de ruimte: Gods eindeloze hemel en aarde.

En je gaat – als je je ervoor openstelt – dat er een andere naam dan die van jou is, die belangrijk is. In een wereld waar we al snel stiekem of openlijk bidden: ‘Laat mijn naam geheiligd worden’ leren we om de machtige naam van God de Heer die alles geschapen heeft te spellen. ‘Hoe heerlijk is úw naam.’ Dat kan zo bevrijdend werken. Weg uit de vicieuze cirkel van zorgen en angsten en midden in de ruimte van God. God is ruimte. In Hem kun je adem halen.

En je wordt ook weggehaald bij alle lelijkheid die er is in het leven en de wereld om weer te leren schoonheid te zien. De schoonheid van de schepping. De heerlijkheid van de hemel.

Voel je hoe je terwijl je deze woorden op je in laat werken wat los komt van dat A.B.C.-leven en begint te proeven van het G.O.D.-leven? Rust. Ademhalen. Schoonheid zien. Beseffen dat God alles overstijgt.

Zie ik de hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren door U daar bevestigd…

Dat is ook een uitnodiging om aandachtig te kijken. Zíe ik… We leven vaak zo snel en zo gehaast, zo zonder aandacht. Psalm 8 roept ons op om te verlangzamen, te kijken, aandachtig te kijken. En dan zien we de maan. En een A.B.C.-manier van leven denkt dan: ‘Hoe komen we op die maan? Hoe krijgen we controle over die maan?’ En dat mislukt dan.

De maan is de maan. Daar moet je naar kijken, zoals je kijkt naar de sterren. Ontelbaar veel zijn het er. Er zijn veel meer sterren dan er zorgen en angsten zijn. Er is veel meer licht dan donker. Want God is licht. En Jezus is het licht voor de wereld. En wij zijn geroepen om Gods licht te laten schijnen voor de mensen.

Wat is de sterveling dat U aan hem denkt, het mensenkind dat U naar hem omziet? U hebt hem bijna een god gemaakt, hem gekroond met glans en glorie.

Dat vind ik bijzonder: dat David deze gedachte verbindt aan het kijken naar de hemel en naar God. Hij ziet als vanzelf dat wij maar stervelingen zijn, mensenkinderen, kwetsbaar en breekbaar. Als gras dat verdort. Zo spreekt de Bijbel daar ook over.

Maar die sterren die David ziet, ze brengen hem ook op andere gedachten over de mens. Het licht van de sterren straalt af op de mensen. ‘Bijna een god’. Goddelijk. We hebben als mensen deel aan God. Dat is eigenlijk heel spannend en bijzonder om te zeggen. Maar Psalm 8 zet ons op dat spoor. Iets van God wordt zichtbaar in mensen. Glans en glorie.

Daar weer oog voor krijgen – dat is de uitnodiging van Psalm 8. Niet focussen op de agressieve, bezorgde mens die chaos ervaart en in control wil zijn. Maar de goddelijke mens zien, geschapen naar Gods beeld: de mens die liefheeft, de mens die vreugde ervaart, de mens die goed en genadig is, barmhartig en niet oordelend, de mens die zorgt voor de schepping en voor alles wat leeft. De mens die lijkt op die andere mens over wie de Bijbel zegt dat Hij God is: Jezus.

Slot

De Bijbel als leidraad voor ons geloofsleven. Psalm 8 als een brug om over te gaan. Daar ging het over. Ik hoop dat je een uitnodiging ervaart om hernieuwd de Bijbel open te doen. En te ervaren dat er te midden van alle luidruchtige stemmen van agressie en bezorgdheid en chaos in onze wereld er ook nog een andere stem is: die van God in de hemel. Er is kracht in Zijn Woord.

Zingen: In de hemel is de Heer.


Gespreksvragen

  1. Welke aspecten van het A.B.C.-leven (agressie, bezorgdheid, chaos) herken je in je eigen leven?
  2. Op welke manieren probeer je om te gaan met de agressie, bezorgdheid en chaos in je leven?
  3. Hoe zou je het G.O.D.-leven (goedheid, onbevangenheid, dankbaarheid) in jouw leven willen ervaren?
  4. Op welke momenten ervaar je al een glimp van het G.O.D.-leven in je dagelijks bestaan?
  5. Hoe zie je de Bijbel als een brug tussen het A.B.C.-leven en het G.O.D.-leven? Hoe gebruik jij de Bijbel in jouw leven? Welke rol speelt de geloofsgemeenschap daarbij?
  6. Welke rol speelt Psalm 8 volgens jou in het overstappen van het A.B.C.-leven naar het G.O.D.-leven?
  7. Op welke manieren kun je de boodschap van Psalm 8 toepassen in je dagelijkse leven om de goddelijke aspecten meer te ervaren?

Stellingen

  1. Bijbellezen is onmisbaar voor de voeding van mijn geloofsleven.
  2. Het besef dat we geschapen zijn naar het beeld van God en dat we ‘bijna een god’ zijn helpt om onze eigen waarde en die van anderen beter te begrijpen.