In deze derde en laatste blogpost over het visiedocument ‘Verlangen naar een nieuwe kerk’ wil ik graag nog wat zeggen over een probleem dat eigen lijkt te zijn aan de GKv-kerken en wellicht ook aan de NGK-kerken en dat in mei 2018 door collega Maarten van Loon is beschreven als ‘spiritueel tekort’ (lees dit artikel in OnderWeg: ‘Er is binnen onze traditie een spiritueel tekort ontstaan‘). Als dat ‘spirituele tekort’ een groot probleem is van de kerken die in dit proces samen verder gaan, hoe kan een visiedocument dan wellicht al al een richting wijzen? 

Het is in dit verband wel goed om even te kijken wat we precies verstaan onder spiritueel tekort. Ik versta er zelf onder: tekort aan aandacht voor en ervaring met het werk van de Spiritus, de heilige Geest. Een spiritueel tekort gaat in wezen dus over iets wat nogal ernstig is: geen of te weinig ruimte voor de Geest die waait waar en wanneer hij wil; geen of te weinig aandacht voor het eigen werk van de heilige Geest die troost, vernieuwt, wijsheid schenkt, profetisch leert spreken en geneest; geen of te weinig focus op de gaven van de Geest en de vrucht van de Geest; geen of te weinig aandacht voor gebed en biddend leven, kortom voor spiritualiteit als leven in de Geest van Jezus.

Nog niet zolang geleden raakten twee emeritus-hoogleraren van de Theologische Universiteit in Kampen deze thematiek ook aan.

Barend Kamphuis voerde in een blog een pleidooi voor meer aandacht voor de ziel: ‘Het gaat om onze ziel‘:

In de gereformeerd-vrijgemaakte traditie hebben wij weinig woorden om onze ziel ter sprake te brengen. Ik ben dankbaar voor wat ik de loop van de tijd daarover heb meegekregen van broeders en zusters in de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Bond, de Gereformeerde Gemeenten. Ik ben dankbaar voor wat ik geleerd heb van theologen als J.I. Packer, John Piper, Dietrich Bonhoeffer.

En Mees te Velde stelde in een artikel ‘Getijdengebed kan gebedsleven vernieuwen‘ dat er meer aandacht en ruimte moet komen voor meditatie, contemplatie en innerlijkheid:

‘Volgens prof. Te Velde heeft het gebed in het gereformeerd protestantisme aan kracht ingeboet en is het ten opzichte van de lezing en verkondiging van het Woord en de viering van de sacramenten een secundaire zaak geworden. Ook is „ongewild” een spiritualiteit ontstaan „die zich kenmerkt door veel verbaliteit, rationaliteit en verzakelijking”. Prof. Te Velde: „De godsvrucht en de band met God kregen hierdoor een karakter dat aan het meditatieve, contemplatieve en de verinnerlijking weinig ruimte gaf.” Juist voor deze kant van het christelijk geloof is extra aandacht nodig, aldus de emeritus hoogleraar.

Terug naar het visiedocument ‘Verlangen naar een nieuwe kerk’. Als ik dat document en met name de zes kernpunten nu opnieuw lees, wat kom ik dan tegen dat erkenning geeft aan het spirituele tekort en wat wordt er misschien gezegd dat een richting wijst naar een verlangen naar een ‘oplossing’ van het spirituele tekort?

Eerlijk gezegd stelt in dit kader de openingszin van het document me direct teleur: ‘Een nieuwe kerk bedenken… Zomaar, in je eigen hoofd. De ideale kerk. Ga er maar eens voor zitten. Hoe zou die eruit zien?’ Een kerk in je hoofd bedenken – is dat niet precies wat niet de bedoeling is? De kerk is geen hoofd-zaak, maar een zaak van het hart. De kerk bedenk je niet, die is een schepping van de Geest (van het Woord).

Het Bijbelboek Handelingen komt al direct ter sprake, het boek dat vol is van de handelingen van de Heilige Geest. Hier zien we de Pinksterkerk ontstaan! Maar nee: ‘Terug naar dat eerste begin kan natuurlijk nooit. En dat hoeft ook niet. God is niet bij dat eerste begin blijven staan, maar gaat door met zijn kerk.’ Waarom kan dat niet? Waarom hoeft dat niet?

In de kern van het document waar de zes punten worden genoemd, komt de Geest vier keer expliciet ter sprake:

Hij is het levende Woord, zijn Geest geeft de Bijbel gezag. Daarom horen Jezus Christus en de Bijbel bij elkaar. Dat is wel een wat magere beschrijving van het werk van de Geest: gezag geven aan de Bijbel. De Geest inspireert/inspireerde de Schrift en zorgt ervoor dat de (dode) letter Leven wordt. Woord kan nooit zonder Geest.

De kerk moet een veilige ruimte zijn voor iedereen en tegelijk een heilige ruimte, waar Gods Woord gezag heeft en Gods Geest mensen vormt naar het beeld van Christus. Dat vind ik mooi: Gods Geest vormt mensen naar het beeld van Christus. Daar  zitten we heel dichtbij de kern van waar het allemaal om gaat. De Geest die ons laat groeien in Christusgelijkvormigheid.

Samen met alle mensen die bij Jezus horen, zijn we nieuwsgierig, hoe en waar Gods Geest aan het werk is. In de kerk van vandaag en die van morgen. In Nederland en wereldwijd. Nieuwsgierig naar hoe en waar Gods Geest aan het werk is. Maar hoe krijgt die nieuwsgierigheid dan vorm?

Kortom, we verlangen naar een kerk waarin Jezus Christus centraal staat met Gods Woord in het midden. (…) Open naar de wereld, in de verwachting van Gods Koninkrijk, gevoelig voor Gods Geest. Ook mooi: gevoelig voor Gods Geest. Maar waar blijkt die gevoeligheid dan precies uit?

Als het gaat om het gesignaleerde spirituele tekort in de traditie van de twee kerken die nu samengaan, zou het prachtig zijn als een volgende versie van dit document meer woorden zou geven aan het belang van het werk van de Heilige Geest, aan het belang van gebed, aan het belang van zorg voor de ziel, aan het belang van stilte en innerlijkheid, meditatie en contemplatie.

Wat zou het prachtig zijn als die nieuwe kerk een Huis voor de Ziel werd, een Oefenruimte van de Geest, een School van de Liefde.

Romeinen 5:5

“Gods ​liefde​ is in ons ​hart​ is uitgegoten
door de ​heilige​ Geest,
die ons gegeven is.”

En overigens ben ik van mening dat de PKN een prachtig logo heeft. Alleen al om die reden zou ik het toejuichen als we niet teveel energie steken in het samengaan van NGK en GKv, maar die energie besteden aan een proces waarin we toegroeien naar één grote Protestantse Kerk in Nederland.