Waaraan herken je de ware kerk? Dat is een nogal spannende vraag omdat de uitdrukking ‘ware kerk’ erg beladen is. Het boek ‘Real church’ van Larry Crabb kreeg in vertaling dan ook niet als titel mee ‘De ware kerk’ (hoewel dat een heel adequate vertaling van de Engelse titel zou zijn), maar ‘De ideale kerk’, een titel die overigens ook niet zo heel gelukkig is omdat ‘ideaal’ een soort van perfectie oproept die nagejaagd zou moeten worden – de ondertitel trekt dit overigens weer helemaal recht: ‘Waar onvolmaakte mensen God ontmoeten’.

Maar toch nog maar een keer: waaraan herken je de ware kerk? Een veel gegeven antwoord luidt: aan de zuivere verkondiging van Gods Woord, aan de zuivere bediening van de sacramenten en aan de zuivere bediening van de tucht (artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis). Aan zo’n antwoord kleven ook wel wat bezwaren omdat het bij kerkgangers een bepaalde attitude kan oproepen van controle: ‘Ik moet als kerkganger (of ambtsdrager) er voortdurend alert op zijn dat de zaken zuiver blijven: de Woordverkondiging, de sacramentsbediening, en de uitoefening van de tucht.’ Gesprekken en discussie kunnen dan al snel (en veel) gaan over de vraag of de prediking wel gereformeerd is, de formulieren voor doop en avondmaal wel ongewijzigd worden voorgelezen en of de kerkenraad wel helder genoeg optreedt als stelletjes gaan samenwonen of als broeder X niet trouw de kerkdiensten bezoekt.

Zetten de drie genoemde kenmerken ons in de praktijk van het kerkelijk leven wel op het goede spoor? Ik moet in dit verband denken aan een uitspraak die ik tegenkwam in het boek ‘De werkers van het laatste uur’ van Stefan Paas: ‘God woont niet in orthodoxie’ (blz. 249). Nee, God woont niet in onze correcte formuleringen, in onze liturgische formulieren en in ons moralisme.

Waaraan herken je de ware kerk? Wat zou er gebeuren als we die vraag eens een tijdje als volgt gingen beantwoorden: de ware kerk herken je hieraan of ze mensen bij Jezus brengt? De ware kerk brengt mensen bij Jezus: bij zijn woorden, bij zijn watergraf, bij zijn maaltijd, bij zijn kruis, bij zijn open graf, bij zijn kernboodschap: ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.’