Ik bedoel het niet als zoveelste model, maar ik heb er zelf voortdurend behoefte aan om in beeld te krijgen (en vervolgens te houden) wat nu essentieel is voor gemeente zijn. Elk plaatje, elke drieslag of vierslag, is niet meer dan een vindplaats op een zoektocht die per definitie zonder einde is.

Daarom nu een nieuw plaatje waarin ik de in de vorige blogpost geïntroduceerde vier dimensies van kerk zijn in hun onderlinge relaties probeer te tonen. Daarbij is dus met name van belang dat de missionaire dimensie niet zonder meer naast de andere drie staat maar ze omvat.

Een belangrijk motief voor deze afbeelding is dat zichtbaar wordt of blijft dat missionair zijn niet iets is wat ten koste gaat van spiritueel, pastoraal of diaconaal zijn: ook die drie dimensies (waarmee de traditionele kerk vanouds vertrouwder is) blijven uiteraard een essentiële rol spelen als we vandaag zoeken naar een antwoord op de vraag hoe we meer missionair kunnen worden. We worden meer missionair door in elk geval spiritueel, pastoraal en diaconaal te blijven (of als we dat nog niet zijn, het meer te worden). Maar daarbij is wel van belang dat spiritueel, pastoraal en diaconaal niet alleen in functie staan van een naar binnen gekeerde kerk maar ook van een kerk die binnenste buiten wil gaan.

De vier (willekeurige gekozen) verschillende kleuren roepen tegelijk ook het besef wakker dat niet elk gemeentelid dezelfde kleur heeft. Het is heel legitiem als je vooral paars wilt zijn: een diaconaal mens. Enzovoort. Wel mag je hopen dat in het geheel van een lokale kerk alle kleuren goed vertegenwoordigd zijn en dat iedereen het een uitdaging vindt om ook de andere kleuren te leren kennen.

Op basis van de reacties onder de vorige blogpost kun je ook nog een nieuwe dimensie aanbrengen, namelijk die van het onderscheid tussen hoofd, hart en handen. Dat leidt tot een mooie tabel die voor bijvoorbeeld een kerkenraad heel behulpzaam kan zijn om eens te analyseren hoe een en ander ontwikkeld is in de gemeente: