Een thema dat me momenteel na aan het hart ligt is: Christusgelijkvormigheid. Ik zie Christusgelijkvormigheid als hét doel van de spirituele vorming waar het in de geloofsgemeenschap om te doen is.
Pas onlangs las ik het vierde deel van C.S. Lewis’ ‘Mere Christianity’ (Onversneden christendom) voor het eerst goed door. En ik werd getroffen door het visioen dat Lewis daar schildert van de nieuwe mens. Vooral deze passage intrigeert me zeer:
(T)he Church exists for nothing else but to draw men into Christ, to make them little Christs. If they are not doing that, all the cathedrals, clergy, missions, sermons, even the Bible itself, are simply a waste of time. God became Man for no other purpose.
Als dat waar is, als de kerk geen ander doel heeft dan mensen bij Jezus te brengen en hen te vormen tot ‘kleine Christussen’, hoe kan het dan dat er zoveel tijd en energie wordt besteed aan andere zaken? Hoe kan het dat verreweg de meeste lokale kerken er nauwelijks blijk van geven met een intentionele gerichtheid juist hiermee bezig te zijn: mensen zo vormen dat Christus in hen zichtbaar wordt?
Zondaars
Ik besef tegelijk dat deze thematiek wat zwaar op de maag van veel (gereformeerde) christenen kan liggen. Een kerk die voortdurend communiceert dat mensen (christen geworden of niet, dat schijnt weinig uit te maken) zondaars zijn en zondaar blijven, creëert niet bepaald een beginsituatie die het mogelijk maakt om überhaupt bezig te zijn met de realiteit van Christusgelijkvormigheid. Het zou ook best kunnen zijn dat veel christenen het spreken over ‘little Christs’ niet minder dan vloeken in de kerk vinden.
Urgent
De komende tijd wil ik me verder in deze thematiek verdiepen. Ik hoop dat het een soort rode draad voor het nieuwe seizoen gaat worden. Want als Lewis gelijk heeft (en ik weet met heel mijn hart dat hij gelijk heeft), dan is er niets belangrijkers en urgenters om als geloofsgemeenschap mee bezig te zijn dan: groeien in Christusgelijkvormigheid (en dan zullen alle andere dingen ons erbij gegeven worden). Als hier het hart van de christelijke geloofsgemeenschap moet kloppen (en ik geloof met heel mijn ziel dat dat het geval is), dan is alle tijd en aandacht die we hieraan besteden goed besteed. Heel goed.
Ik thematiseer dit onderwerp onder de noemer ‘Christusgelijkvormigheid voor beginners’. Waarom ik dat erbij zeg (‘voor beginners’) licht ik in een volgende blogpost toe.
Als je mee wilt denken, zou je kunnen helpen door in een reactie een antwoord te formuleren op de volgende vraag: op welke wijze is de geloofsgemeenschap waarvan jij deel uitmaakt gericht op groei in Christusgelijkvormigheid?
26/08/2012 op 20:41
De gemeente waar ik deel van uit maak gaat de komende maanden zich verdiepen in het verkondigen van het evangelie, het genezen van zieken en het opwekken van doden. Vooral het genezen van zieken willen we ons op richten. Waarom? Het evangelie verkondigen doen we al tientallen jaren. We verlangen er naar dat God zijn buitengewone kracht die in ons is laat zien aan de mensen om ons heen. Dat Hij Zijn woorden bevestigd door tekenen en wonderen. Lang hebben we gedacht dat buitenkerkelijken alleen gewonnen moesten worden met woorden omdat tekenen niks zouden bijdragen. Hier hadden we prachtige bijbelteksten voor. Maar het is niet bijbels. God wil volgens mij onze boodschap bevestigen door wonderen en tekenen.
Praktisch: een paar weken terug heb ik mensen uit het westen van het land uitgenodigd om langs te komen. Zij gaan met de ‘gloriestoel’ op pad. De stoel wordt in het centrum van een dorp of stad geplaatst. Mensen die ziek zijn worden uitgenodigd om te gaan zitten. Men bid met deze mensen, het merendeel wordt direct genezen. Doordat ze dit mee maken zijn ze onder de indruk van Jezus. Deze mensen zeggen zeer duidelijk dat het Jezus is die hen genezen heeft. Hierna leggen ze eenvoudig het evangelie uit.
We hebben dit in Ommen gedaan. Meerdere mensen zijn genezen van rugklachten, frozen schoulder, en diverse andere kwalen. Meerdere mensen kwamen tot geloof.
Op dit moment luister ik of er mensen zijn die de uitdaging aan durven. Net als Jezus de straat op gaan en mensen dienen door voor hen te bidden. Genezing te brengen in Jezus naam. De blijde boodschap verkondigen. De groep mensen die hier aan mee wil doen groeit. Vandaag weer twee nieuwe mensen die enthousiast hiervoor zijn.
God is bezig, er gebeurd iets bijzonders. Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa. Voor zover ik dit kan zien.
27/08/2012 op 15:21
Dank voor je reactie! Bij Christusgelijkvormigheid denk ik zelf primair aan het groeien in het karakter van Jezus. Daarom is het goed dat jij ook laat zien dat het doen van wonderen, het in de praktijk brengen van de krachten van het koninkrijk van God ook tot die Christusgelijkvormigheid behoren!
27/08/2012 op 08:13
[quote]Een kerk die voortdurend communiceert dat mensen (christen geworden of niet, dat schijn te weinig uit te maken) zondaars zijn en zondaar blijven, creëert niet bepaald een beginsituatie die het mogelijk maakt om überhaupt bezig te zijn met de realiteit van Christusgelijkvormigheid.[/quote]
Vooral deze zin verwoord goed mijn worsteling rondom dit thema. Als ik dagelijks om vergeving van zonden vraag dan geloof ik dat ze werkelijk weg zijn. Waarom dan op zondag daar nog weer uitgebreid op terugkomen? Schuldbelijdenis is in mijn gemeente (GKV) een heel groot onderdeel in de liturgie. De zondag begint er zelfs mee. Ik vraag mij werkelijk af of dit Bijbels is…
27/08/2012 op 09:32
Onder het nieuwe verbond geldt: “Ik zal hun zonden en ongerechtigheden niet meer gedenken” (letterlijk Grieks: zich niet meer herinneren). Dat is de manier waarop God naar jou kijkt. Wij zijn zondaren, in de zin dat we ons doel missen, niet vanwege de foute dingen die we doen, maar dat de vloek van zonde en dood nog werkzaam is in ons leven. Denken in goed en fout is onderdeel van die vloek, die sinds het eten van de boom der kennis van goed en kwaad heerst in deze wereld. God heeft niet gegeten van de boom der kennis van goed en kwaad. Zie ook mijn eerdere reactie op dit artikel.
27/08/2012 op 10:14
Beste Wouter Dam,
Zonde bestaat niet en het paradijsverhaal zoals de kerk dat interpreteert is volkomen bezijden de waarheid. Niemand heeft “schuld” en dat behoeft ook niet beleden te worden.
Je bent hartelijk welkom op jeanbrunet@cegetel.net mijn E-mail adres.
Jean Brunet
27/08/2012 op 15:25
Dat de nadruk op het zondaar zijn voortdurend wordt gestimuleerd, o.a door een liturgie die een grote plaats toekent aan schuldbelijdenis en genadeverkondiging (waarbij de schuldbelijdenis vaak zeer abstract en vaag is en er inderdaad geen rekening mee wordt gehouden dat niet de zondagse kerkdienst de plek is waar we voor het eerst weer vergeving ontvangen), is denk ik een belangrijke belemmering om de vernieuwende genade te kunnen ervaren. De andere kant is wel dat geen aandacht voor de zonde mensen ook in de kou kan zetten omdat de worsteling met zonde wel degelijk realiteit blijft.
27/08/2012 op 08:27
Beste Jos,
Ik ben maar sinds een kort een van je “blog-volgers”. Je schetst een thema dat voor grote deel van de Kerk een heel relevante vraag is.
Ik heb sinds Cape Town 2010 consequent nagevraagd in (Vlaamde) kerken van diverse signatuur om te peilen naar de aanwezigheid van gerichte, levensverandeende vorming van discipelen. Dit inzicht / verlangen ligt uiterst zelden aan de basis van programma’s en activiteiten.
Er liggen naar mijn beperkte inzicht verbanden met oriëntering op lange termijn, het versmallen van vorming tot alleen maar (bijbel)onderwijs, oppervlakkige relaties door individualisme en door andere focus van de kerk(leiding), tekort aan inzicht in wat er breed maatschappelijk speelt en hoe christenen via de kerk kunnen toegerust worden om in die situaties toch levensecht en met overtuiging zout en licht van God en van zijn Koninkrijk door te geven.
Ik ben benieuwd hoe uw gedachten over dit thema de komende weken verder zullen ontwikkelen.
Met vriendelijke groeten,
Herman Heyman, ABC-Ministries, Heverlee-België
27/08/2012 op 09:22
Beste Jos,
De snelste manier om je gemeenteleden zich als ‘Christusgelijkvormig’ te laten openbaren is door ze te vertellen dat ze het al ZIJN in plaats van dat ze er nog iets voor moeten doen. Kijk naar hen met geestelijke ogen, zoals God naar Zijn kinderen kijkt in plaats van met natuurlijke ogen, waarmee we nog allerlei symptomen van ‘zonde’ zien. Voor God geldt: het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen. Wij zijn Zonen van God, in wie Hij een welbehagen heeft. Toen Jezus op aarde was, noemde de Vader Hem Zijn ENIGgeboren Zoon. Later werd dat EERSTgeboren Zoon. Iedereen die uit de Geest geboren wordt is namelijk een Zoon van God. Wij mogen ons voor 100% identificeren met Jezus in ons. Wij zijn één met Hem. Als we dat gaan beseffen en vandaar uit gaan leven, dan zal de zonde zijn heerschappij over ons verliezen en dan gaan we ook de werken doen die Jezus op aarde deed. Wij mogen als koningen heersen op deze aarde, regeren namens de Almachtige Schepper van hemel en aarde. Daar kijkt de wereld met reikhalzend verlangen naar uit. Zonen van God die bevrijd zijn van de dienstbaarheid (doulos) aan de vergankelijkheid, omdat zij heersen over de dood (Rom.5:17).
Peter Overduin
Capelle aan den IJssel
27/08/2012 op 15:29
Dank voor je aanvulling! Ik ben het ermee eens dat we mogen zeggen dat we in Christus al volkomen nieuw zijn. tegelijk is de Bijbel er ook helder over dat er een groeiproces nodig en mogelijk is. Dallas Willard vat deze tweezijdige werkelijkheid in de woorden ‘Kingdom-abundance’ (de overvloed van het koninkrijk) en ‘Kingdom-obedience’ (de gehoorzaamheid van het koninkrijk).
27/08/2012 op 18:43
Groeiproces, mee eens! Maar om welk groeiproces gaat het dan? Een groeiproces waarbij de werkelijkheid verandert of een groeiproces waarin wij steeds meer de volle waarheid over dé werkelijkheid wie God is en hoe Hij ons ziet, gaan begrijpen?
Ik hou het op het laatste. Vernieuwing van denken (ons hele bewustzijn), dat kost tijd, maar de kracht van het evangelie is daartoe in staat. De Geest die ons in de volle waarheid leidt. Het begrijpen van de waarheid, die ons vrijmaakt van de leugen. Bolwerken en verschansingen die zich in ons denken bevinden, in gehoorzaam aan Christus, krijgsgevangene maken. Met geestelijke ogen leren kijken. Het Koninkrijk van God is de werkelijkheid. Het rijk van de duisternis is een rijk dat gebouwd is op en bestaat uit leugen. Wij zijn geroepen heiligen! Wij zijn apart gezet, vrijgemaakt!
Mijn nieuwe mens is volkomen gehoorzaam. Zolang we als wedergeboren gelovigen nog niet volkomen gehoorzaam zijn aan het koninkrijk, speelt onze oude mens nog op (wandelen we nog deels in het vlees). Groei in de waarheid over God en over onszelf (wie Hij en wij werkelijk zijn) is m.i. de enige remedie.
Mensen oproepen om gehoorzaam te zijn aan het koninkrijk heeft alleen betrekking op onze oude mens die en werkt per definitie averechts. Daarmee spoor je de oude mens aan om het beter te gaan doen, hetgeen het wandelen in het vlees stimuleert. De oude mens kan zich niet onderwerpen, en dus raken gelovigen gefrustreerd. “Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wel dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus.”. Shalom!
27/08/2012 op 10:50
Beste Jos,
Met interesse heb ik je stuk, je overpeinzing en de reacties daarop gelezen. Mooie queste die je onderneemt. En ook wel herkenbaar.
Net als C.S. Lewis ben ook ik op een zeker moment afgedreven van mijn eigen Protestants-Christelijke wortels. Evenals hij heb ik ook een queste ondernomen gericht op her-orientatie (Wat is het geloof, waar dient het voor, en hoe dient het mij als persoon en maatschappelijk gericht wezen?) en her-ijking.
Vanuit die achtergrond… mijn kleine bijdrage aan jouw queste. Met daarbij uiteraard het advies: leg alles naast je neer waarvan jij denkt ‘Daar kan ik niets mee’, neem mee waar je warm van wordt.
Je stelt:
‘Ik zie Christusgelijkvormigheid als hét doel van de spirituele vorming waar het in de geloofsgemeenschap om te doen is.’
C.S. Lewis stelt dit als volgt:
‘(T)he Church exists for nothing else but to draw men into Christ, to make them little Christs. If they are not doing that, all the cathedrals, clergy, missions, sermons, even the Bible itself, are simply a waste of time. God became Man for no other purpose.’
Mijn vraag:
‘Wat is hiervan het achterliggende doel?’.
Vanuit welke beleving, overtuiging, wetenschap is het van belang dat wij allen ‘in navolging van Christus’ leven?
Pas wanneer je de diepere drijfveren kent van je eigen overtuigingen, is de kans reeel dat je je doelstellingen ook daadwerkelijk bereikt, uitvoert, leeft.
Dus waarom is gelijkvormigheid met Christus zo belangrijk?
En, schuilt hier ook niet een gevaar in?
Vergeet niet… de man/mens/zoon van God stierf een dood waar veel lijden aan vooraf ging.
Gelijkvormigheid met Christus houdt voor mij dan ook in dat je ‘All the way’ gaat. Dus, dat je niet alleen zijn heil tot je neemt, en je niet alleen daarmee vereenzelvigt, maar ook zijn lijden.
De Rooms Katholieke kerken hangen vol met de man die lijdt aan het kruis. In elke kerk de wanhopige blik die zegt: ‘Heer, oh Heer, waarom hebt u mij verlaten?’.
Waarna het stil blijft.
Is het ook deze component die je voor ogen hebt wanneer je stelt dat de kerk als enige doel dient te hebben: het nastreven van de Christusgelijkvormigheid?
Is er al niet genoeg leed in de wereld dan?
Christus-gelijkvormigheid zou ik niet ‘All the way’ aanraden. Want wie verkiest vrijwillig lijden boven een lichtere weg? Christus-gelijkvormigheid op een weloverwogen en selectieve wijze… daar kan ik ja tegen zeggen. Jezus wordt in het Nieuwe Testament ook als rebel neergezet, denk aan zijn actie op het tempelplein en het tegen alle regels in uit die tijd toch genezen van zieken op sabat. Jezus was ook een magier. Hij veranderde water in wijn. Liep over het water. Alleen de illusionist Dynamo heeft hem dat tot nu toe nagedaan.
Tegen die aspecten van Jezus zeg ik ‘ja’. Op die manier is hij voor mij inspirerend.
Want, ook voor vrouwen kan een man als Jezus, Christus inspirerend zijn. Het zijn niet alleen de Zonen van God. Er is ook nog zoiets als de Dochters van God. Hoewel ik dat in het bovenstaande niet terug zie komen. Misschien behoren wij vrouwen dan ook wel tot de Godin.
Zo boven, zo onder.
Als er vrouwen op aarde zijn, dan moeten ze toch ook in het spirituele realm aanwezig zijn?
Of zit er meer in wat Marilyn Monroe ooit stelde:
‘Women who seek to be equal with men lack ambition.’
Zoveel mensen, zoveel wensen.
Geluk, beste Jos, alle Go(e)ds en wijsheid,
Nana
27/08/2012 op 15:40
Beste Nana, dankjewel voor je reactie. Wat mij betreft is het achterliggende doel van groeien in Christusgelijkvormigheid dat het onze bestemming is om nieuwe mensen te zijn naar het voorbeeld en door de kracht van de ene Nieuwe Mens Jezus. Zo komen we het meest tot ons recht, zoals de Schepper ons heeft bedoeld.
Ik herken je wens om te ‘selecteren’ in de werkelijkheid van Christusgelijkvormigheid. Ik zoek ook vooral naar zijn mooie karaktertrekken (wijs, geduldig, zachtmoedig, vol vrede etc.) om daarin op hem te lijken. Tegelijk zou ik niet willen voorbij gaan aan de pijnlijke kant die Christusgelijkvormigheid met zich meebrengt. Niet om het lijden bewust te zoeken. Wel om het als het zich aandient er in Christus (wijs, zachtmoedig, geduldig etc.) mee om te gaan.
28/08/2012 op 07:50
Beste Jos,
Ook jij dank voor je reactie. Dat brengt mij nog op het volgende, ter overweging.
Misschien is Christusgelijkvormigheid alleen te bereiken als je ook de ‘duistere’ kanten van Jezus en daarmee die van JeZelf accepteert. Zoals ieder mens schijnt ook hij zowel licht als donker in zich gedragen te hebben (zijn koppigheid tegenover autoriteiten en ook zijn ongeduld kunnen we hier en daar expliciet bespeuren in het Nieuwe Testament…).
Dit inzicht / besef geeft ook direct de kans aan ons mensen om op een ontspannen manier met het concept ‘zonde’ om te gaan. Wat als Zonde niet een deel van ons is dat weg gesneden of ontkend dient te worden, maar een kant van onszelf die we dienen te integreren in ons dagelijks bewustzijn. Een kant waar we met een mild (Christusbewustzijn) naar mogen kijken.
Omarm Christus en omarm daarmee jezelf in volledigheid. Wij zijn mensen. We beschikken allemaal over licht en duister in onszelf. Duister in onszelf vermijden, wegsnijden, onderdrukken maakt dat we het wegdrukken naar ons onderbewuste. Alwaar het gaat liggen broeien om ons op een onbewaakt moment in ons nek te grijpen. Ons eigen duister. En dat kan van alles zijn. Alles dat we niet willen zien en erkennen in onszelf.
We zijn net als Jezus de Christus mensen die beschikken over goede en minder fraaie kanten. Zie die onder ogen. Accepteer ze als deel van JeZelf en dan volgt de rest vanzelf.
Geluk!
Nana
27/08/2012 op 11:07
Goed punt over hoe we onszelf zien: zijn we zondaars, zelfs als gelovigen? Is dat de diepste kenschets van wie we zijn? Of mogen we uit genade zeggen dat we nieuwe mensen zijn, mensen die weliswaar nog wel zondigen, maar ten diepste kinderen van God? Teksten als Ef 4:22-24 of Kol 3:9-10 spreken daarover boekdelen – maar de vertalingen zijn soms beroerd, want het gaat hier niet over een oude of nieuwe natuur, maar over de oude mensen die we hebben afgelegd, en de nieuwe mens die we nu, sinds onze verbintenis met Christus, zijn.
27/08/2012 op 11:36
Ik begrijp de schroom die doorklinkt in “we zijn ten diepste kinderen van God”, maar klinkt daar niet indirect in door “eigenlijk is het waar wat Jezus tot stand heeft gebracht, maar ik durf het niet hardop te zeggen, want wie denk ik wel dat ik ben”?
Volgens mij mogen we met een opgeheven hoofd en een rechte rug zeggen: “Ik ben uit de Geest van God geboren (net zoals Jezus), het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen. Ik ben een nieuwe schepping, één met God, een Zoon van God in wie God een welbehagen heeft en die Hem mag vertegenwoordigen hier op aarde.”. Is dat trots, hoogmoed of het overschatten van mijzelf? Niet, als ik Jezus hier alle eer van geef, omdat Hij dit mogelijk heeft gemaakt en ik niet onderschat wat Hij heeft volbracht. Zullen we de valse schaamte (waarin ik me ook zeker herken) van ons afwerpen en openbaar gaan worden als zonen van God? We hebben de overvloed aan genade en de gave der gerechtigheid ontvangen, dus we kunnen als koningen heersen. Shalom!
27/08/2012 op 11:29
Als VDM Douma met “geloofsgemeenschap” de kerk bedoelt, dan is het misschien ontnuchterend om te weten dat de kerk geen doel heeft. De kerk is het lijdende lichaam van Christus. De taak van de kerk is per tijd verschillend. We leven nu in een samenleving waarover de Schepper een oordeel voltrekt. De kerk is een belegerde stad en wat doen de inwoners? Ze gaan groot onderhoud aan hun woningen plegen. Ze gaan zich spirituele doelen stellen en denken dat door het vormen van “nieuwe mensen” alles beter gaat worden. Velen in de kerk leveren zichzelf uit aan een donker-romantisch seculier denken. We menen dat we moeten woekeren met de “gaven van de Geest”, terwijl we onkerkelijken niet precies kunnen zeggen wat we nu eigenlijk geloven. Want vanwege de liefde moeten we allerlei meningen respecteren.
Is een kerk die niet groeit geen kerk? Ben je pas kerk als je “relevant” bent? Het dringt langzaam tot ons door dat we geen andere keuze meer hebben dan bekering, gebed, verdieping en het sacrament. De kerk van alle tijden heeft waardevolle belijdenisgeschriften voortgebracht. Laten we die weer serieus gaan nemen. Dit zal vrucht opleveren, maar geen “kleine Jezussen”.
27/08/2012 op 15:33
Met de geloofsgemeenschap bedoel ik inderdaad de kerk. Als de kerk een belegerde stad is, dan is dat al zo sinds mensenheugenis, en niet pas nu. Maar dat is maar één van de mogelijke manieren om naar de kerk te kijken. De kerk is ook: licht voor de wereld, stad op een berg, geroepen om Gods grote daden te verkondigen. De kerk is pas kerk als ze in alles van haar Heer (kerk komt van kuriakè) wil zijn.
28/08/2012 op 10:08
“op welke wijze is de geloofsgemeenschap waarvan jij deel uitmaakt gericht op groei in Christusgelijkvormigheid?”
In navolging van Rosea had ik een gelijke vraag over de term “geloofgemeenschap”. Naar mijn mening is een geloofsgemeenschap breder dan de kerk. Het is de omgeving waar je met je eigen geloof geboetseerd wordt, waar je je kunt spiegelen en vormen. Binnen christelijke geloofsgemeenschappen is dat tot op zekere hoogte mogelijk, maar blijft vaak hangen in de theorie, in hypothetische zaken. Dit is merkbaar door christenen uit die beschermde wereld mee te nemen en ze te confronteren met de wereld. Maar ook door jezelf open te stellen voor die wereld, de vragen die er gesteld worden op jou en jouw vertrouwen in God toe te passen en te bekijken hoe stevig je wel eigenlijk staat.
Daarom ook, mijn geloofgemeenschap bestaat uit mijn sportvereniging, mijn straatwerk bij The Mall (vrijwilligers werk), mijn kerk, het centrum van mijn woonplaats, dus de praktijk van mijn leven. Die vraagt mij steeds om mijn positie ten opzichte van de wereld en ten opzichte van God. Dus denk ik, die is zeer gericht op Christusgelijkvormigheid, in antwoord op de vraag.
Groet,
Michel Altorf- van der Kuil