Het was een mooie dag afgelopen vrijdag 31 oktober in de Bovenkerk in Kampen. Een bijzondere man sprak, een zeer geleerde man ook, inspirerend en gelovig, een echte Bijbelliefhebber: Tom Wright. Ik vond het prachtig om er te zijn, hoewel de academische diepgang misschien wat meer afgewisseld had mogen worden met toepasbaarheid op het kerkelijke en christelijke leven. Het ging vooral, en zo was de dag ook aangekondigd, over de rechtvaardioging door het geloof, zoals Paulus daar tegenaan kijkt, en niet zozeer over de evangelieboodschap van het koninkrijk, waarvan ik iets beter snap wat Wright er precies over wil zeggen.
Deïficeren, demoniseren en demythologiseren
Opvallend was het dat een van de andere sprekers, Joel White, zijn referaat begon met te zeggen dat Tom Wright zowel gedeïficeerd (vergoddelijkt) als gedemoniseerd wordt. In iets minder krasse bewoordingen: er zijn enerzijds mensen (gelovigen, geleerden) die Tom Wright helemaal het einde vinden en alles wat hij zegt zien als haast rechtstreeks uit de hemel afkomstig én er zijn mensen die vinden dat Tom Wright een handlanger van de duivel is omdat hij het (aloude) evangelie kapot maakt.
White vond het daarom beter dat we Tom Wright zouden demythologiseren: Tom Wright is geen mythe maar een mens, een mens van vlees en bloed (hij heeft soms een pet op en hij drinkt thee), een begaafd mens, dat wel, met grote invloed, dat ook. Geen mythe maar een mens met een missie.
Een verkeerd evangelie
Vorige week schreef ik een blogpost dat Tom Wright stelt dat we allemaal het evangelie verkeerd hebben begrepen: ‘We zijn gaan geloven in een evangelie van vergeving en verzoening binnen het schema van zonde en genade. Maar dat is niet de kern. Dit is de kern: het koninkrijk van God.’ In de wandelgangen van de Bovenkerk afgelope vrijdag had ik met verschillende mensen een gesprek over de vraag hoe de boodschap van Tom Wright zich nu eigenlijk verhoudt tot het evangelie zoals dat klinkt in de gereformeerde kerken (gereformeerd neem ik nu even heel breed: orthodox, bijbelgelovig) en zoals daarmee wordt ingestemd in de belijdenisgeschriften (en dan denk ik even aan Nederlandse Geloofsbelijdenis, Heidelbergse Catechismus en Dordtse Leerregels).
Zonde en genade
Ik kan mij namelijk niet aan de indruk onttrekken dat deze belijdenisgeschriften zijn geweven op het stramien van zonde en genade en een primaire belangstelling koesteren voor het probleem van de zondige mens die verlossing nodig heeft. Van deze geschriften zal volgens Wright denk ik (ik weet niet echt wat Wright ervan vindt) nog des te sterker gelden dat ze Credo’s zijn die je voorsorteren om de Bijbel op een bepaalde manier te lezen, de verkeerde manier namelijk, aldus Tom Wright.
Dus ik heb toch eigenlijk wel een prangende vraag, een vraag die ik ook in de wandelgangen van de Bovenkerk aan wat mensen stelde. Ik stel de vraag nu even iets anders, geleerd door de reacties die ik kreeg: verschuiven hier panelen of verschuiven hier accenten?
Verschuivende panelen?
Als hier panelen verschuiven, dan is er een paradigmashift aan de orde. We (dat zijn christenen in de brede gereformeerde traditie) hebben het evangelie verkeerd begrepen of op zijn minst sterk versmald door er een boodschap van te maken over persoonlijk heil, schuld en vergeving en een plaatsje in de hemel. En de drive van de genoemde belijdenisgeschriften ligt precies hier (hoewel er gelukkig tussen de regels door ook wel veel meer in te vinden is).
Jaren geleden al las ik bij Herman Wiersinga (‘Geloven bij daglicht’) dat er in de gereformeerde belijdenisgeschriften sprake is van een ‘obsessie met zonde en schuld’. Hij vond dat fout. En ik had altijd al het gevoel dat ik dat ook minder gelukkig vond, omdat we ons geloof dan belijden en beleven vanuit deze ene individualistische vraag: Hoe krijg ik een genadig God? Maar ik denk dat je momenteel heel veel eigentijds theologische boeken met een gezonde bijbelse inslag kunt openslaan die allemaal wel ongeveer ditzelfde beweren: we moeten af van dat eenzijdige accent op schuld en genade en persoonlijk zieleheil.
Verschuivende accenten?
Maar in de wandelgangen hoorde ik vooral dat hier helemaal geen panelen verschuiven. Er verschuiven hier accenten. De bestaande aloude kern van het evangelie krijgt bij Wright een breder kader. Het wordt weer in het grote verhaal geplaatst waaruit het was losgeraakt. Zijn accent op het koninkrijk is helemaal niet nieuw: dat was er bij gereformeerden altijd al (denk aan het cultuurmandaat en het ‘geen duimbreed’).
En inderdaad: het is zonneklaar dat het evangelie van Tom Wright heel goed landt en ook kan landen op een gereformeerde landingsbaan. Er zijn zoveel overeenkomsten en zoveel gelijksoortige accenten.
Canon en Credo
En toch lukt het me niet helemaal om los te raken van de gedachte dat hier wél een paradigmashift plaats vindt. Daarbij gaat het niet om Bijbels en onbijbels. Want ik heb zelden iemand Bijbelser horen spreken dan Tom Wright. Maar het gaat me wel om de verhouding tussen wat Wright Canon (de Schriften zelf met als kern de evangeliën) en Credo (de kerkelijke belijdenissen) noemt. Het Credo mag niet heersen over de Canon (want dat lijkt het geval te zijn in heel veel kerkelijke en christelijke geloofsbeleving en geloofsbezinning). De Canon moet (weer) leeswijzer bij het Credo worden (dat is het voorstel dat Wright doet aan het slot van zijn boek ‘Hoe God koning werd’).
Tom Wright dwingt ons op zijn minst om ons opnieuw af te vragen of de 16e en 17e eeuwse credo’s (NGB, HC en DL) die een belangrijke en identiteitsvormende rol spelen (speelden?) in gereformeerde kerken juist door hun gedateerdheid en door hun Credo-zijn (en niet-Canon-zijn) ons het goede zicht op het evangelie belemmeren.
Een spannende vraag. Of is dit inmiddels helemaal geen spannende vraag meer?
03/11/2014 op 15:55
Waarde collega,
Dank voor je blog! Ik vind het in ieder geval wel een spannende vraag. Zeker als ik kijk hoe dat werkt in een gemeente waar bijv. de HC haast een canon-status heeft; als je dan wat meer Wrightiaans preekt, word je voor mijn gevoel snel misverstaan; inderdaad, alsof je vanuit een ander (verkeerd…) paradigma preekt. Hoewel ik zelf eerder zou zeggen dat het meer een kwestie is van verschuivende accenten, waarbij de thematiek van zonde en genade wordt opgenomen in een breder kader.
Met vriendelijke groet.
03/11/2014 op 16:02
Zeker een spannende vraag! Enerzijds lijkt de deur wat Bijbelteksten betreft steeds meer open te staan voor het lezen in de context, tijd en cultuur en de oorspronkelijke schrijver en lezers (discussies over ambten en vrouwen, homoseksualiteit, enz.), anderzijds wordt dat m.i. nog wat weinig toegepast op de belijdenisgeschriften en lijken zij soms buiten te tijd te staan. Terwijl de cultuur van de 16e en 17e eeuw niet dezelfde is als die van nu. Ik voel en merk ook bij anderen regelmatig dat de belijdenisgeschriften kunnen schuren met hoe we nu Bijbellezen en uitleggen.
03/11/2014 op 16:03
Heldere analyse. Ik heb zo’n vermoeden dat wel degelijk sprake is van een paradigma-shift, kennelijk niet alleen binnen de gereformeerde traditie (die ik niet zó goed ken), maar ook binnen de evangelische traditie. We denken te individualistisch. We gaan te snel naar de boodschap van Paulus (het evangelie van genade), waardoor het evangelie van het koninkrijk uit de picture is geraakt. Ik vind het (zeker) spannend.
03/11/2014 op 16:14
Of het een verschuiving van een accent of van een paneel is? Dat heeft sterk met beleving te maken. Opgegroeid in de GKV kon ik niet anders dan Jezus beschouwen als detail. De hoofdzaak is: God zal er in voorzien. De HC omschrijft vervolgens waaraan het Lam moet voldoen etc. En dan komt Jezus. Ik heb in mijn denken een nieuw kader gevonden in het Koninkrijk van God. Dat leek mij de doorgaande lijn van OT naar NT. Bevrijding van de onderdrukte. Een vriend gaf me een uittreksel van G.E. Ladd – The presence of the future. Ik werd daarvan zo enthousiast dat ik het boek heb aangeschaft en gelezen. Jezus’ werk is het doorbreken van God in de geschiedenis.
Ik denk dat ik veel meer dan vroeger de eenheid benadruk. Alleen door Jezus kennen we God. God liep op aarde rond. Ik kan daarom ook veel met het werk van dr. A. van de Beek.
Uit het boek van Ladd haal ik ook het onderscheid tussen kerk en Koninkrijk. De kerk is getuige van het Koninkrijk, niet het Koninkrijk zelf. Daar zit zeker wel een punt, want veel christenen belijden dat ze zich inzetten voor Gods Koninkrijk. Ladd zou het cultuurmandaat (als er zoiets bestaat) zeker niet onder het Koninkrijk scharen.
Als de kerk getuige is van het Koninkrijk dat zich baan breekt in de wereld, dan mag dat ook wel naar voren komen in de samenkomsten van de gemeente. Op kleine schaal: hoe worden mensenlevens veranderd. Getuigenissen bewijzen dat de prediking van het evangelie gepaard gaat met kracht. Maar ook op grotere schaal: ik geloof dat emancipatie bevrijding van onderdrukking is. Ik zie dan ook met pijn in het hart dat de ongelijkheid tussen bijvoorbeeld man en vrouw in de kerk in stand gehouden en gelegitimeerd wordt. Op dat vlak zou je zeker van een paradigmashift kunnen spreken.
Met vriendelijke groet,
Peter
03/11/2014 op 16:35
Hoi Jos,
De drieslag ellende-verlossing-dankbaarheid zoals, in iedergeval in mijn beleving, gepreekt werd in jaren 80 binnen GKV, was zo dwingend in het verstaan van de bijbel dat Tom al snel een paradigmashift teweeg brengt. Juist de diepe eerbied voor de bijbel die Tom toont maakt dat hij goed landt op die klassieke GKv landingsbaan.
De GKvers die, laten we zeggen New Wine waarderen, kunnen ook prima uit de voeten met Wright, voor hen is het meer accentverschuiving en verdieping rondom het Koninkrijk.
Voor beiden is de contextualiteit van Wright een verrijking maar ook een uitdaging, want daar worstelt men wel (en beetje) mee 🙂
03/11/2014 op 17:15
Misschien een typisch “40- ers” vraagstuk? Benieuwd als je de vraag aan gereformeerde 20-ers voorlegt wat hun reactie dan zal zijn? Ik vermoed dat voor hen, of een groot deel van hen (enigszins afhankelijk van de lokale kerk waar ze lid van zijn) de invloed van de kerkelijke belijdenissen gering wordt ervaren. Afkortingen zoals NGB, HC en DL zijn voor hen een vreemd jargon uit een mistig verleden. Voor hen is de vraag of de “Canon” überhaupt in het dagelijks leven relevant is, veel belangrijker. Merken zij het verschil in hun leven? Wat is voor hen de meerwaarde van God en Bijbel?
Zelf ben ik (44) geneigd om eerder voor paradigmashift dan schuivende panelen te gaan. De kerkelijke cultuur waarin aan een (dwingende en) uniforme Bijbeluitleg onevenredig veel waarde werd gehecht, heeft menigeen het zicht op het zelf ontdekken van de rijkdom en gevarieerdheid van de bijbel ontnomen. In de kerk waarin ik groot werd, lazen we de bijbel vooral door de “ogen” van de catechismus. En handelden we daar ook naar. Daarmee bedoel ik dat de juridische manier van denken van de catechismus de kerkelijke cultuur sterk beïnvloedde. Belofte en eis, ellende en verlossing. Maar ook de rigide toepassing van de sleutels van het koninkrijk der hemelen. Zomaar een paar termen/voorbeelden.
Vraag is van belang of je het een paradigmashift dúrft te noemen. Want dat is veel spannender en vraagt wellicht ook meer lef dan de meer veilige keuze voor het gecontroleerd verschuiven van accenten. Die schuivende panelen dagen mij uit om zelf met de boodschap van bijvoorbeeld Wright aan de slag te gaan. Want als het echt waar is wat hij zegt, wat betekent dat dan voor mijn keuzes en handelen?
03/11/2014 op 17:19
Precies die tweestrijd die jij schetst, Jos, ervoer ik bij het schrijven van mijn research-masterscriptie over de soteriologie van New Wine-theologie (theologie van het geinaugureerde Koninkrijk van God – idd geent op George E. Ladd): is dit nu nieuw voor gereformeerde theologie, of is het eigenlijk voluit gereformeerd? Mijn slotsom: Het is voluit gereformeerd (dus geen paradigma-shift), maar de gereformeerde traditie heeft zich van meet af aan versmald (zowel de geleefde theologie als heel vaak ook de academische theologie) door de (historische) overbenadrukking van zonde/vergeving/persoonlijke verlossing, die idd sterk in de hand wordt gewerkt door de historische gereformeerde belijdenisgeschriften, zoals Wright stelt. En dit smallere perspectief werkt ingrijpend door (zoals ik in mijn scriptie beschrijf). En dus is er met Wright wel degelijk sprake van een paradigm shift. Er zijn in de gereformeerde traditie telkens heus wel stemmen geweest die zo ongeveer hetzelfde betoogden, maar de mainstream werd gekenmerkt door een smalle focus op individuele rechtvaardiging en zielenheil, waarbij het Koninkrijk vooral werd geassocieerd met de wederkomst.
Of anders gezegd: Vooral voor evangelischen (focus op individueel zielenheil, sterk vergeestelijkt), liberale theologie (weinig notie van een verbinding tussen geschiedenis en Gods handelen) en Lutherse theologie (eenzijdige nadruk op rechtvaardiging) is hier echt sprake van een paradigmaverschuiving. Voor calvinistische gereformeerden (dublex gratia: rechtvaardiging en heiliging/regeneration, waarbij heiliging zich uitstrekt tot de samenleving en de hele schepping) is het goed beschouwd: retrieval. Een herwinnen van de rijkdommen van de eigen traditie.
Toch voelde het voor mij, als calvinistische jongen, wel als een paradigmaverschuiving: alles begon op z’n plek te vallen.
Wat ik nog wel mis in Wright – althans, het is er wel, maar hij werkt het niet uit – is een sterker trinitarisch en pneumatologisch perspectief: de Vader vestigt zijn Koninkrijk in de Zoon en door de Geest (of: door de Zoon en in de Geest 😉 ); het is door de uitstorting en inwoning van de Geest dat het Koninkrijk baanbreekt in de wereld, en het toekomstige Koninkrijk wordt gekenmerkt door Gods inwoning in zijn schepping (niet wij gaan naar de hemel, maar de hemel komt op aarde). De uitstorting van de Geest is dus niet een soort extraatje, als een ‘hulp’ voor christenen in afwachting van de wederkomst (wat het bij de Reformatoren snel werd), na het ‘eigenlijke werk’: vergeving van zonde door kruis en opstanding. Je zou kunnen zeggen: Pinksteren was juist het uiteindelijke doel (voorbij Pasen): Christus moest opstaan om de Gever van de Geest te kunnen zijn en alleen langs die weg kon het Koninkrijk komen.
Overigens zullen het opnieuw calvinistische gereformeerden zijn die hierin het meest zullen herkennen: Calvijn als theoloog van de Geest, en zijn nadruk op onze ‘union with Christ’ door de inwoning van de Geest (zie, bijvoorbeeld, Julia Canlis).
Dat is – in het kort – de denklijn in mijn promotieonderzoek.
03/11/2014 op 19:25
Vergeleken met de ‘gemiddelde vrijgemaakte preek’ is de benadering van NT Wright een paradigmashift. De vrijgemaakte preek benadrukt toch vaak het juridische aspect (erfenis van HC) of, en de laatste tijd meer, het ‘feel good’ aspect van geloven.
Ik las bij Wright dat wat we doen (of niet doen) er toe doet in het Koninkrij van God en dat je als christen steeds meer een burger van dat koninkrijk mag worden (After you believe). En dat betekent dat een preek ook weer mag schuren….
@henktempelman
03/11/2014 op 21:29
Ik vraag me eigenlijk af of persoonlijke redding en koninkrijk zo ver uit elkaar liggen. Ik ervaar het perspectief van het koninkrijk bij Wright en andere hedendaagse theologen als inspirerend. Maar die nadruk op het koningschap van Jezus Christus kennen we in de gereformeerde traditie toch ook? Ik heb dat altijd ervaren als een notie die een sterke dynamiek teweeg brengt en gerichtheid op de wereld. Inderdaad mis je dat in een te exclusieve soteriologische insteek die gericht is op het individu (en die je mogelijk aantreft in de reformatorische en evangelische wereld). Maar als je redding breder opvat en ook betrekt op gerechtigheid en vrede, politiek en samenleving, dan ontstaat er een verband tussen beide. Die verbinding vind ik mooi bij de andere Wright (Christopher; Mission of God). Het eschatologische heil geeft dan een enorm sterke impuls aan ons zijn en leven hier en nu.
Of je die verbinding wel of niet heel expliciet vindt in de gereformeerde belijdenissen, vind ik minder relevant. Ik geloof ook niet, dat de huidige spiritualiteit in de huidige gereformeerde wereld (breder dan GKv) nog wel echt gestempeld wordt door de Heidelbergse Catechismus. Afgezien nog van de vraag of niet juist ook de Cat. deze accenten wel degelijk kent.
Wat wel zo is: Tom Wright gaat meer in dialoog met de postmoderniteit en de seculiere medemens. Daarin vind je een hertaling van het aloude geloof. Vooralsnog zie ik zelf nog niet echt een paradigmashift, hooguit een nieuwe bewustwording van elementen die we beslist niet mogen vergeten.
Klaas
03/11/2014 op 21:47
Beste Jos,
Helder en eerlijk, zoals je analyserend de vraag op tafel legt: brengt Wright een paradigmashift of slechts wat verschuiving van accenten?
Boeiend om mee te lezen – ook de reacties op je blog. Je zult begrijpen dat het mij wel bijzonder boeit. Ik geef geen inhoudelijke reactie, maar een ervaring die mogelijk helpend is:
Geregeld lees ik een brief/boek uit het Nieuwe Testament in z’n geheel (dus in een keer) door om een indruk te krijgen waar het die schrijver om gaat – en dat leidt steeds weer overtuigend (bij mij) tot de conclusie dat de kern van het evangelie anders is dan de belijdenissen ons in de mond leggen. Was en is men misschien te vaak met enkele (losse en onbewust toch wel geselecteerde) teksten bezig?
04/11/2014 op 13:05
Even een zijlijntje.
Wat mij laatst trof in Titus 1:9: je moet je houden aan de betrouwbare boodschap overeenkomstig de leer. Natuurlijk is het veel te kort door de bocht om boodschap hier met bijbel en leer met de catechismus op één lijn te stellen. Het is bij Paulus veel dynamischer, meer in beweging. Maar op de een of andere manier noemt hij wel de leer als sturende lees/preekwijzer bij de boodschap. Daarom kan ik niet helemaal uit de voeten met de volgorde waarin jij Canon en Credo zet. In zekere zin gaat het credo / de leer vooraf aan de canon. Daarom is de traditie van de oud christelijke kerk net iets belangrijker voor het begrijpen van de bijbelse boodschap dan ik van huis uit meegekregen heb. uiteraard moet die traditie wel steeds bijgesteld kunnen worden.
jan-willem
04/11/2014 op 14:43
Is het spreken over ‘hèt goede zicht op de evangelieën’ niet een vorm van overmoed? De genoemde belijdenisgeschriften werpen een bepaald bijbels licht op de Schrift, en zijn daarbij gekleurd door de tijd waarin ze zijn ontstaan. Vanuit de vragen en de discussie die toen leefde. Daarom moet je ze ook niet a-historisch lezen. Met NGB, HC en DL is ook niet dé tijdloze sleutel voor het verstaan van de Schrift geleverd. Iets met ‘wisselende bedelingen en de actueel concrete bepaaldheid’. Maar ze leverden wel evangelisch licht. De confessie hielp weer bij het verstaan van de Schrift, juist in haar tijd. Nu Wright schrijft met de insteek van het koninkrijk is dat een nieuw (is het echt zo nieuw?) perspectief van de Schrift dat in beeld komt. Daarbij past het ook uitstekend bij de vragen en problemen van onze tijd. Maar stellen dat ‘de kern van het evangelie’ nu zou zijn herontdekt vind ik wel wat erg verheven. En verder: koninkrijk en rechtvaardiging zijn ook weer niet zo ver verwijderd van elkaar. “Alleen wie opnieuw geboren wordt kan het koninkrijk van God zien.” (Joh. 3). Dus wat ‘Klaas’ hierboven ook zegt.
05/11/2014 op 22:30
Opgegroeid als calvinist (chr geref), inmiddels 20 jaar Vineyard, vind ik de vragen die Wright aan de orde stelt wel een paradigmashift. Zijn grondige (..) benadering van de context werkt heel verfrissend. De belijdenisgeschriften in hun eigen context lezen ook. Waar ik vooral erg blij van wordt is zijn inzet om zijn werk begrijpelijk te maken voor een breed publiek. De impact van Verrast door hoop en Hoe God koning werd kun je niet gauw onderschatten, hoor ik om me heen in reacties van niet-theologische lezers. Als deelgenoot van een gespreksgroep van theologen tijdens de conferentie in Groningen moet ik zeggen dat ik van de impact op ‘gewone’ gelovigen meer verwacht dan van de detail discussies tussen de geleerden…. Voor de duidelijkheid, ik ben grote voorstander van flinke inzet in theologiestudie! Ik ben met Ronald Westerbeek benieuwd naar meer uitwerking van de pneumatologie. De Geest die ons vervuld, wat betekent dat voor onze participatie in het grote plan van God? Wij zijn mede-arbeiders van Christus: tegenwoordige tijd. Dan wordt het spannend. Ik zie uit naar de twee nog beloofde dikke delen.
10/11/2014 op 21:19
Na het lezen Tom Wright, zou ik me kunnen afvragen: is mijn geloof wel echt? Want Tom Wright zegt dat het principe van de individuele rechtvaardiging en vergeving van zonden niet terug te vinden is in de leer van Paulus. Paulus zegt het misschien wel, maar hij bedoelt het zo niet. Ik heb een vaag idee dat Tom Wright zowel zonde als de toerekening van de gerechtigheid van Christus bagatelliseert. En zo heb ik een heleboel vragen. Veel te veel voor een eenvoudige gelovig. Misschien moet ik meer studeren om te snappen wat Tom Wright allemaal bedoelt.
12/11/2014 op 10:56
Tsja, ’tien keer gereformeerd’ betekent ook: tien verschillende manieren van omgaan met dezelfde belijdenisgeschriften. NGK is anders dan GKv en dat weer anders dan CGK en GB, en dat weer anders dan GG en GGN. Het scherpe contrast van Wrights theologie met de HC en het écht ‘nieuwe’ van diens kijk op het Evangelie herken ik daarom niet zo. Het is een eigen contextuele benadering van de aloude belijdenis waarin weer opnieuw naar de teksten van Paulus gekeken wordt. Er zijn veel andere accenten, maar weinig dingen waarin Wright het met de protestantse belijdenissen oneens is. Hij gelooft nog altijd ook dat Jezus voor onze zonden gestorven is, maar benadrukt meer dat Jezus ook voor de vernieuwing van de wereld gestorven is. Het enige punt waar hij het met de HC oneens is, is de ’toegerekende gerechtigheid’.
14/11/2014 op 17:28
Reagerend op Gerard de Boer wil ik hem vragen:
Je zegt aan het slot: “Het enige punt waar Wright het met de HC oneens is, is de ’toegerekende gerechtigheid'”. Heeft hij dat ergens gezegd? Zo ja, laat het me weten. Betekent dit volgens jou dat Wright de verzoening door voldoening niet onderschrijft? Daarin is toerekening nogal centraal, lijkt mij. Als Wright hier anders over denkt lijkt dat meer dan een accentsverschuiving.
15/11/2014 op 15:19
Misschien had ik dat anders moeten formulieren. Het schijnt me dat Wright iets in de HC misschien wat anders zou willen verwoorden, al ben ik nog niet tegengekomen dat Wright zich over de HC heeft uitgelaten.
Het lijkt me hier wel van belang om de gereformeerde rechtvaardigingsleer en de klassieke verzoeningsleer goed te onderscheiden. In tegenstelling tot het eerste, onderschrijft Wright volledig het tweede. Zie het betoog dat Wright geeft in punt 2.4 op http://ntwrightpage.com/Wright_Auburn_Paul.htm. (De gereformeerde formulering van toerekening lijkt me niet noodzakelijkerwijs centraal in de klassieke verzoeningsleer.)
27/11/2014 op 13:14
Naast de verzoening door voldoening zullen we meer nadruk moeten leggen op het ‘Christus Victor’ zoals in de Grieks Orthodoxe traditie. Christus overwint aan het kruis en in zijn dood en opstanding de machten van de duisternis, de zonde, de dood en de satan. ‘Nu wordt het oordeel over de wereld geveld, nu zal de heerser van deze wereld uitgebannen worden’ (Johannes 12: 31).
Het kruis is dan een cruciale stap in het herstel van het koningsschap en de doorbraak van het koninkrijk. Vlak voor Jezus’ dood zegt de Vader dit: ‘Ik heb mijn grootheid getoond en ik zal mijn grootheid tonen’ (Johannes 12: 28). Jezus zegt dit: ‘ Vader nu is de tijd gekomen, toon nu de grootheid van uw Zoon, dan zal de Zoon uw grootheid tonen’ (Johannes 17:1).
Als zonde is de heerlijkheid van God missen zal God er alles aan doen om opnieuw te laten zien hoe groot en heerlijk hij is.
Ook in Gods rechtvaardigheid wordt zijn grootheid zichtbaar. Hij alleen heeft het recht en de vaardigheid om te redden (Jesaja 43: 8-15).
Ik geloof zeker dat het ‘Christus Victor’ teveel ondergesneeuwd is in onze traditie.
Juist daar liggen de sleutels om het kruis en het koningsschap van Jezus, het koninkrijk en het thema discipelschap (discipelen als bouwstenen van het koninkrijk) te verbinden.
Gert Hutten
Arnhem
28/10/2017 op 03:29
In een kleiner wordende wereld beseffen we meer dan ooit hoe verschillende culturen de bijbel ‘anders’ lezen en verstaan. Dat relativeert enerzijds de ontdekkingen van de Reformatie maar falsifieert die niet. Want anderzijds was dat in die tijd de bijbelse recontextualisatie van het evangelie met enorme zegen voor een wereldwijd herstelprogramma. Als het lezen binnen guilt / shame / fear cultures elk op zijn manier de diepten van het evangelie openlegt laten we dan dankbaar zijn voor elk van die bijdragen als een veelkleurig tapestry (Vanhoozer) en vieren hoe meer dan vroeger werk gemaakt wordt van Ef 3:18. Ik hoop dat daardoor een zesde soort sola meer aandacht krijgt: Sola Missio, idd in het verlengde van de redemptive history. Tip: Werner Mischke, Global gospel, Jackson Wu, One gospel for all nations. Ik ben nog steeds ‘gelukkig gereformeerd’ en dankbaar ‘vrijgemaakt’ maar besef dat het geen kussen is om op te liggen maar dynamiet in je achterste om met Christus mee in beweging te komen. Surprised by hope door amazing grace.