burgerenwrightGastblog van Hans Burger, postdoc medewerker van de Theologische Universiteiten in Kampen en een van de spreker op de conferentie met Tom Wright, 31 oktober 2014.

Hoe nieuw is het evangelie van Tom Wright? Hoe groot is de verschuiving die optreedt als je zijn theologie volgt: zijn het verschuivende accenten of verschuivende panelen? Het zijn terechte vragen die Jos Douma in zijn blog Het evangelie van Tom Wright: nieuw of niet nieuwe? opwerpt.

Paradigma-shift?

De term paradigma-shift valt in dit verband. Dat zijn wel heel grote woorden. Over de grenzen van een paradigma heen begrijp je elkaar niet meer. Onderzoek dat uit het ene paradigma komt, is niet te gebruiken in een ander paradigma. Zijn de verschillen binnen de christelijke tradities zo groot? Ik denk het niet. Dus ook niet tussen ‘ons’ en Wright. Eerder zou ik het christelijk geloof als een paradigma zien – naast andere levensbeschouwingen en andere religies.

Bovendien: Wrights werk roept juist herkenning op. Of de vraag: wat is er nu zo nieuw? Wright heeft de Kamper Nieuwtestamenticus Ridderbos gelezen, hij is via een vriend beïnvloed door de Nederlandse filosoof Dooyeweerd (leerling van de Nederlandse neocalvinist Abraham Kuyper). Op allerlei punten is er verwantschap: aandacht voor de hele heilsgeschiedenis, voor het verbond, voor de nieuwe aarde in plaats van de hemel, voor de opstanding als historische gebeurtenis. Dit interview met Wright laat die verwantschap zien.

Ik denk dat Ronald Westerbeek in reactie onder de blogpost van Jos Douma terecht schrijft dat voor calvinistisch gereformeerden Wrights werk kan leiden tot een ‘retrieval’: ‘een herwinnen van de rijkdommen van de eigen traditie.’

Corrigeren

Tegelijk: ook als christelijke tradities zichzelf kunnen corrigeren, blijft er voor het protestantisme het risico om terug te vallen op een kale versie van het evangelie: op een manier van vertellen over God en Jezus die individualistisch is, niet-missionair, die Israël vergeet, het leven van Jezus en zijn koninkrijksprediking niet nodig heeft, en zich vooral richt op de hemel en de ziel.

Wright helpt om daarvan los te komen, door het verhaal veel beter te vertellen. Met oog voor de gemeenschap, voor Israël, voor Gods rijk, voor de missie van de kerk, voor gerechtigheid en ecologie, voor deze aarde die verlost en genezen wordt.

De breedte van dit Bijbelse verhaal biedt een nieuwe kans om christelijke tradities met elkaar te verbinden, als we van elkaar en vooral van de Bijbel willen leren: gereformeerden, anglicanen, charismatischen, rooms-katholieken,oosters-orthodoxen.

Middeleeuwse vragen

Wright helpt ook door een heel belangrijke waarneming: de Reformatoren gaven Bijbelse antwoorden op middeleeuwse vragen. Maar wat ze niet deden: de middeleeuwse vragen zelf ter discussie stellen. En dat is wat wij wel moeten doen.

Ik zelf denk dat veel van die middeleeuwse vragen opgeroepen zijn door het sacrament van de boete. Rond dit sacrament spelen vragen van schuld en vergeving, staat het individu voor God, is God de rechter die straft of vergeeft, gaat het over boete, straf en genoegdoening. Dat sacrament creëerde veel van de Middeleeuwse problemen. En op die problemen gaf de Reformatie een bijbels antwoord. Met een herkenbaar gevaar: een versmalling tot het individuele probleem van schuld en eeuwig zieleheil. En ook ons (post)moderne individualisme – we hebben het als christenen zelf mee opgeroepen!

Goede nieuws van Jezus Christus

Dus: 500 jaar later is het goed om met Wright te proberen weer eens naar Paulus en Jezus te luisteren. Op welke problemen was hun goede nieuws een antwoord? Wat het gevolg daarvan zal zijn? De manier waarop we het verhaal over Gods goede nieuws vertellen, over Jezus en over Gods rijk zal erdoor veranderen. Soms ingrijpend, en ik overzie nog niet hoe.

Maar generaties christenen hebben altijd Bijbel gelezen. Grote theologen waren mensen, die net als Wright wil zijn, doordrenkt waren van de Bijbel. Dan kun je geen nieuw evangelie vinden. Alleen een hernieuwd zicht op de impact van het goede nieuws van Jezus Christus. Heerlijk toch?