mooiwerkVandaag pleit collega Gert Zomer in het Nederlands Dagblad voor het loslaten van predikanten: ‘Laat alle predikanten los‘. Daarmee introduceert hij naast ‘losmaken’ een volgende woord dat begint met ‘los’. Want het is tegen de achtergrond van vastgelopen predikanten die losgemaakt moeten worden dat hij zijn pleidooi voert.

Over dat losmaken: dat is geen aantrekkelijk vooruitzicht voor predikanten. Maar het gebeurt wel. En het is pijnlijk. Altijd is het pijnlijk. Maar het gebeurt vaker dan we willen: predikanten en gemeenten die samen vastlopen. Ja, en dan wordt uiteraard de predikant losgemaakt. Een hele gemeente of een kerkenraad losmaken is een stuk ingewikkelder.

Over dat loslaten: daar pleit collega Gert Zomer vandaag voor. Stop met de in zijn ogen onzalige vaste verbinding tussen een predikant en zijn of haar gemeente. Dat heeft alles in zich om vast te lopen. Laat predikanten een veel vrijere rol krijgen, freelancers voor het evangelie, samen optrekken en meerdere kerken bedienen met het evangelie vanuit eigen kwaliteiten. Het nadeel van deze oplossingsrichting is dat alle predikanten over één kam worden geschoren. Maar ze zijn allemaal verschillend. En geloof het of niet: er zijn heel veel gemeenten en predikanten die intens met elkaar verbonden zijn en die genieten van wat de Heer van de kerk daarin geeft. Laat dat zo blijven. En waar dat niet zo is: zoek creatief naar oplossingen op maat, waarbij het pleidooi van Gert Zomer mooie input biedt.

Maar de woorden losmaken en loslaten hebben allebei hetzelfde nadeel: er zijn anderen aan zet dan de predikant zelf. Daarom wil ik twee woorden toevoegen waarin predikanten zelf veel meer worden aangesproken om in actie te komen. Want het zou best zo kunnen zijn dat predikanten veel te vaak op een reactieve manier hun beroep invullen en zichzelf daarmee al snel in de slachtofferrol manoeuvreren.

Jaren geleden heeft Mees te Velde, destijds hoogleraar kerkrecht in Kampen, eens gezegd of geschreven (ik kan het niet meer terugvinden), en ik heb het altijd in mijn achterhoofd gehouden: laten predikanten toch eens wat proactiever hun beroep invullen en daarin creatief en zelfstandig te werk gaan. En ook al weer even geleden las ik een mooi boek: Mooi werk. Naar een betere baan zonder weg te gaan. Handboek job crafting. Dat gaat over de eigen inzet in het regie nemen over je baan door jezelf te ontwikkelen en vernieuwen. Tegen die achtergrond wil ik dus graag twee woorden toevoegen aan het gesprek, woorden die ook met ‘los’ beginnen: loskomen en losgaan.

Over dat loskomen: laat je als predikant toch niet zo inkapselen door allerlei verwachtingspatronen. Kom eens los uit de ingeslepen en voorgeprogrammeerde manieren van doen die er (dat moet toegegeven worden) van je verwacht worden. Ga niet wachten tot andere mensen of instanties jou los gaan laten maar kom zelf los uit je zelfgekozen gevangenis van eindeloos willen voldoen aan verwachtingen van anderen. (Dit zeg ik ook tegen mezelf, en ja, ik snap het als je het als predikant pijnlijk vindt om dit te lezen, maar volgens mij is het goed om het gewoon eens hardop te zeggen en niet altijd de zwartepiet bij anderen te leggen die het jou zo moeilijk maken in je predikantschap).

Over dat losgaan: dat is de positieve kant van het loskomen. Losgaan houdt in dat je dingen gaat doen waar je zin in hebt, die bij je passen en die nog goed zijn voor de gemeente (of een bredere doelgroep) ook. Los ga je als je proactief keuzes maakt en als je zelf aan job-crafting gaat doen in plaats van dat je gaat zitten wachten tot er weer iemand naar je toekomt die er iets van vindt. Los ga je als je wat collega´s bij elkaar brengt en zegt: laten we zelf ons werk eens mooier gaan maken in plaats van altijd onze oren te laten hangen naar al die uiteenlopende verwachtingen die er zijn.

Kortom: ga niet in de wachtstand zitten tot anderen in beweging komen. Kom zelf in beweging. Verander van baan zonder weg te gaan. Dat klinkt allemaal niet erg bijbels of geestelijk. En dat hoeft ook niet altijd. Het gesprek over losmaken en loslaten kan ook alleen maar gevoerd worden omdat het predikantsbestaan niet alleen maar een roeping is maar ook een baan.

Dat betekent niet dat je niet ook (alweer: zelf) ervoor open kunt gaan staan hoe je hierin door de Geest wordt geleid. Als je graag wilt dat het anders gaat in je predikantschap, dat er een andere invulling komt, meer vrijheid, meer moed, meer richting, meer eigenheid – durf je dan ook toe te vertrouwen aan Woord en Geest en er een gebedszaak van te maken.