Hoe bereik je als kerk twintigers en dertigers? Wat heeft de kerk hun te bieden? Wat hebben zij de kerk te bieden? Dat zijn belangrijke vragen. En het is mooi om te lezen hoe David van der Meulen daar doorheen is gegaan en een weg heeft gevonden!

Bescheiden

Hij schreef: ‘Welkom in de voorhof. Twintigers en dertigers bij je kerk’. Het is een qua omvang klein, bescheiden boekje, een beetje te bescheiden wat mij betreft, maar de passie die er doorheen klinkt, werkt aanstekelijk. En wie het boekje tot zich neemt, kan niet anders dan zelf ook een reflectieproces ingaan dat hopelijk snel tot concrete actie leidt.

Met de voorhof heeft David van der Meulen een ruimte op het oog bij de kerk, maar het is niet de kerk zelf, waar de aanwezigheid van God ervaren kan worden op een uitnodigende en niet-dwingende manier.

De Golden Circle: Why, How What

Het boekje is opgebouwd volgens het model van de Golden Circle van Simon Sinek:

  1. Waarom zou je nieuwe ingangen bouwen bij de bestaande kerk, ingangen die iets betekenen voor jonge mensen?
  2. Hoe kun je via zo’n nieuwe ingang diaconaal en missionair dienstbaar zijn aan jonge mensen?
  3. Wat bouw je precies als je hiermee aan de slag gaat? Welke stappen kun je zetten?

Geloofsschaal

Interessant is de geloofsschaal die David van der Meulen beschrijft. Want hij ontdekte dat de beginsituatie van de jongeren die hij wilde bereiken een heel andere was dan hij had gedacht.

  • min 10: jonge mensen die echt een aversie hebben tegen het instituut kerk, en tegen God en/of de Bijbel;
  • min 5: jonge mensen voor wie kerkgang, Godsgeloof en Bijbelkennis buiten hun interesse valt: ze zijn er gewoon nooit mee in aanraking gekomen;
  • 0: jongeren die wel iets weten van kerk, Bijbel en geloof, maar er niet mee bezig zijn: ze staan er neutraal tegenover – ‘Veel jonge mensen die het geloofsleven in hun studententijd langzaam kwijt raken, stranden op 0’ (blz. 29)
  • plus 5: jonge mensen die wel actief met het geloof bezig zijn en voor wie bijvoorbeeld een boek als ‘In alle redelijkheid’ van Tim Keller, een bijbelklas of een Alphacursus interessant zouden kunnen zijn;
  • plus 10: jonge mensen die graag gedoopt willen worden of belijdenis willen doen.

Van groot belang is om eerst te ontdekken waar jongeren, met wie je in contact bent of komt, op dit moment staan op deze geloofsschaal. Zo ontmoet je hen op de plek waar ze zijn.

Ingaan op behoeftes

Een ander interessant onderdeel van het boekje is is het hoofdstuk over de behoeftes van twintigers en dertigers. Jongeren die niet iets hebben met (christelijk) geloof, hebben wel andere verlangens. Ze verlangen naar:

  1. Mooi leven (schoonheid)
  2. Echt leven (identiteit)
  3. Vrij leven (vrijheid)

Dat ik ‘Welkom in de voorhof’ hierboven een bescheiden boekje noemde, heeft er ook wel wat mee te maken dat ik het op veel plekken toch echt wat te kort en te bondig vind. Voor wie een allereerste kennismaking doet met deze thematiek kan dat heel prettig zijn (en als dat de primaire doelgroep van het boekje is, dan is de opzet heel geslaagd). Voor wie zelf ook al wat meer met de thematiek bezig is geweest, is het allemaal wel erg kort. Het boekje verwijst ook niet naar andere literatuur en verwerkt die niet, wat denk ik wel verrijkend zou zijn geweest.

New Copernicans

Zo heb heb ik zelf veel geleerd van het boek ‘The New Copernicans. Millennials and the Survival of the Church’ van David John Seale (lees bijvoorbeeld deze blogpost: Geloven als een millennial (19) – Zeven kenmerken en vier verlangens van New Copernicans).

Richtingwijzers

En als het gaat om de verlangens van jongeren is de benadering van Tom Wright (dan wel niet specifiek op twintigers en dertigers gericht) heel waardevol. In zijn boek ‘Zeven richtingwijzers. Gerechtigheid, liefde, spiritualiteit, schoonheid. vrijheid, waarheid, macht’) beschrijft hij uitgebreid zeven diepere verlangens die je bij (jonge) mensen aantreft en die een voor een een boeiend aanknopingspunt kunnen vormen voor ontmoetingen en gesprekken in de voorhof.

Spiritualiteit

Eigenlijk mis ik in ‘Welkom in de voorhof’ uitgebreidere aandacht voor de thema’s spiritualiteit en zingeving. Dit lees ik er wel:

Natuurlijk, je ontmoet regelmatig spirituele mensen die interesse hebben in oosterse yoga, die tarotkaarten lezen of middelen nemen om in extase te komen. Je ontmoet genoeg mensen waarvan je als christen zou zeggen dat het ‘zoekers’ zijn. Maar je ontdekt ook met grote regelmaat dat de uitspraak dat niemand God zoekt, klopt. Want ze zoeken het niet bij de Vader van Jezus Christus, maar bijvoorbeeld in de oosterse spirituele wereld. Er zijn jonge mensen die wel leegte en doelloosheid in hun leven ervaren, maar niets in hun systeem zegt dat ze in het christelijk geloof antwoorden zouden kunnen vinden.

David van der meulen, welkom in de voorhof, blz. 53

In mijn beleving wordt hier wel heel erg snel het verlangen naar (andere dan christelijke) spiritualiteit afgeserveerd met een losse Bijbeltekst: ‘Er is niemand die God zoekt’. Dat lijkt me op gespannen voet staan met het mooie pleidooi dat ook te vinden is in dit boekje voor het tevoorschijn luisteren van mensen.

Steeds weer de kerk

Iets breder nog: ook dit boekje gaat eigenlijk weer over de kerk. Steeds is de kerk het uitgangspunt. Is er niet wat voor te zeggen om in de zoektocht van het ontmoeten van jonge mensen niet te starten bij de kerk en alle ‘kerkelijkheid’ die daarbij hoort en als uitgangspunt te kiezen het verlangen naar spiritualiteit als ’teken van de tijd’?

Met die laatste uitdrukking ’teken van de tijd’ refereer ik aan het boek van Tomas Halik dat onlangs verscheen en dat ook gaat over het christendom van de toekomst en daarmee ook voor jonge generaties. Halík is in zijn boek sterk gericht op het ontmoeten van seekers of nones. Hij zegt:

Ik ben ervan overtuigd dat de toekomst van het christendom vooral zal afhangen van de mate waarin christenen een relatie weten aan te gaan met de geestelijke zoekers onder de nones.

De namiddag van het christendom, 128

Benedictus XVI over de voorhof

In dit kader spreekt hij trouwens ook even over de voorhof. Hij refereert aan een oproep die paus Benedictus XVI in 2009 deed aan de Kerk “om binnen haar structuren iets te creëren wat lijkt op de ‘voorhof van de heidenen’ in de tempel van Jeruzalem” (129; lees hier meer over die oproep). Hoewel Halík dit een goedbedoeld initiatief noemt, plaats hij toch een kritische kanttekening:

Het geestelijke gezicht van onze wereld verandert snel en deze stap is al lang niet meer voldoende. De schitterende ’tempelvorm’ van de Kerk behoort definitief tot het verleden.

De namiddag van het christendom, 129

En even verder zegt hij nog:

In onze tijd verkeert de Kerk niet langer in de positie waarin ze het zich kan veroorloven zoekers in de voorhoven van haar tempels uit te nodigen. Aan de vooravond van zijn verkiezing tot paus citeerde kardinaal Bergoglio Jezus’ woorden: ‘Ik sta voor de deur en ik klop’ (Openb. 3:20). Maar hij voegde eraan toe dat Jezus vandaag klopt op de binnenkant van de kerkdeur en naar buiten wil gaan, vooral naar de armen, gemarginaliseerden en gewonden in onze wereld, en dat we Hem moeten volgen.

De namiddag van het christendom, 129-130

Van kerkelijkheid naar spiritualiteit

Elders in zijn boek pleit Halík daarom ook – omdat hij het breed levende verlangen naar spiritualiteit ziet als een ’teken van de tijd’, een aanwijzing dus van de Geest die waait door deze wereld en die ook de Geest van deze tijd is – van een verschuiving van perspectief: van religiositeit (geloof binnen de kaders van allerlei kerkelijke, institutionele en statische vormen, door mij nu even vertaald naar ‘kerkelijkheid’) naar spiritualiteit: de dieptedimensie van het geloof moet het uitgangspunt vormen voor onze zoeken naar een antwoord op de vraag hoe het christendom van de toekomst eruit ziet.

Welkom in de wereld

Zou het kunnen zijn dat Jezus vandaag zegt tegen ieder die het maar wil horen: welkom in de wereld? Welkom om ten volle mens te worden en te zijn! En misschien zijn het wel de (kerkelijke) christenen die hierin allereerst een bekering moeten doormaken, nog voordat zij (andere) zoekers (jong en oud) kunnen uitnodigen tot een veranderd leven in de Geest van Jezus en zijn koninkrijk.