Spiritualiteit is de ‘dynamische innerlijke dimensie en vorm van geloof’ (blz. 188). Steeds opnieuw laat de geschiedenis zien, aldus Halík, dat in tijden waarin de institutionele religie in crisis was, er vanuit spirituele centra, zoals kloosters en christelijke lekenkringen, impulsen voor vernieuwing kwamen.

Teken van de tijd: spiritualiteit

We leven nu ook in een crisistijd voor de kerk. Halík vindt het daarom belangrijk om aan een van de ’tekens van de tijd’, namelijk de opleving van aandacht voor spiritualiteit, gehoor te geven. Hij ziet de belangstelling voor spiritualiteit als “het grote teken van hoop op een positieve transformatie van onze wereld” (blz. 194).

Spirituele toekomst voor de kerk

In hoofdstuk XV ‘Gemeenschap van de weg’ is het pleidooi voor spirituele centra het meest concreet. Ik zet hieronder de belangrijkste citaten onder elkaar zie ook deze eerste blog in de serie), gevolgd voor een enkele korte reflectie.

In de volgende en laatste blogpost wil ik dan een antwoord geven op de vraag: Wat gebeurt er nu precies in die spirituele centra die Halík voor zich ziet? En: Hoe kan een lokale kerk een een omvormingsproces inzetten geïnspireerd door de gedachte dat die kerk meer en meer gat lijken op een centrum voor spiritualiteit?

Plaatsen van aanbidding en contemplatie

Het is noodzakelijk dat de Kerk spirituele centra creëert als plaatsen van aanbidding en contemplatie, maar ook voor ontmoeting en gesprek, waar geloofservaringen kunnen worden gedeeld.

DE NAMIDDAG VAN HET CHRISTENDOM, 230

Spirituele centra zijn dus plaatsen waar aanbidding en contemplatie plaats vindt en waar mensen elkaar ontmoeten, spreken en geloofservaringen delen.

Brandpunten van het christendom

Ik ben ervan overtuigd dat niet de territoriale parochies, maar vooral de centra van spiritualiteit en geestelijke begeleiding de belangrijkste brandpunten van het christendom zullen zijn in de namiddag van zijn bestaan

.DE NAMIDDAG VAN HET CHRISTENDOM, 230

Spirituele centra komen dus tegemoet aan een probleem dat al zichtbaar is en alleen maar groter zal worden: het verkruimelen van het netwerk van territoriale parochies of lokale kerken en de verbanden waar ze deel vanuit maken.

Er moeten nieuwe plekken komen waar datgene gebeurt waar het in de kerk altijd al om ging: elkaar in de Geest van Jezus meenemen op de weg van de navolging.

Het geven van geestelijke geleiding is een heel belangrijke functie van deze spirituele centra.

Spirituele oases

De kerk van onze tijd heeft grote behoefte aan spirituele centra, in navolging van de spirituele en culturele missie van de benedictijnerkloosters uit de vroege middeleeuwen. De Kerk heeft spirituele oases nodig en mensen die hun leven wijden aan de zorg daarvoor. Dat is een noodzakelijk dienstbetoon aan de meerderheid van de christenen, die zich niet kan en mag isoleren van de maatschappij en haar cultuur, hoewel die cultuur veelkleurig is en ze meer de horizontale kant van het leven weerspiegelt dan de steile verticale kant van de radicale spiritualiteit.

DE NAMIDDAG VAN HET CHRISTENDOM, 232

De spirituele centra zijn plekken die een rol vervullen die verglijkbaar is met die van bijvoorbeeld de kloosters. Want er is dienstbetoon nodig aan al die christenen die midden in de maatschappij hun weg met Jezus willen gaan. Voor hen vormen de spirituele centra oases: plekken om tijdelijk op adem te komen en spirituele verfrissing te ontvangen in de verwoestijnde samenleving.

Pelgrims inspireren

Vandaag, op de drempel van de namiddag van het Christendom, moet de kerk opnieuw een ‘gemeenschap van de weg’ worden, een reisgezelschap dat het pelgrimskarakter van het geloof ontwikkelt om zo over deze nieuwe drempel heen te stappen. Maar ze moet ook levende spirituele centra opbouwen, knooppunten waaruit we moed en inspiratie putten voor de weg die voor ons ligt. Het is noodzakelijk dat christenen in dergelijke centra bijtanken, maar ze kunnen zich er niet permanent in terugtrekken of verheven boven de alledaagse zorgen van het leven en de wereld ‘drie tenten’ opzetten zoals de apostelen op de berg Tabor wilden doen.

DE NAMIDDAG VAN HET CHRISTENDOM, 232

In deze afrondende alinea van het hoofdstuk formuleert Halík samenvattend:

  • er moet een kerk die een ‘gemeenschap van de weg’ is, een reisgezelschap dat het pelgrimskarakter van het geloof ontwikkelt;
  • er moeten levende spirituele centra zijn die knooppunten vormen waar ‘mensen van de weg’ de moed en inspiratie putten (‘bijtanken’) voor de weg die voor hen ligt: de namiddag van het christendom.