Herken je het volgende? Je wandelt in een prachtig landschap, er is van alles te zien en te genieten, maar je bent, al wandelend, vooral aan het nadenken of aan het praten als je samen met iemand anders bent. Het gaat over je werk, over je zorgen, over je relaties, over de dingen die je morgen gaat doen of over dingen die in het verleden gebeurd zijn. Het gaat over je successen en je teleurstellingen. Maar je ziet niet de dauw op een blad, de kleuren van een bloem, de vorm van een boom, de meeuw die zweeft op de wind.

Landschap

Zoals het gaat met het landschap om ons heen, zo gaat het vaak ook met ons innerlijke landschap: onze emoties, onze gevoelens, onze diepste verlangens. Ze zijn er wel, maar we besteden er geen aandacht aan. We zijn met van alles en nog wat bezig, gaan van het ene project naar het andere, reageren dan weer op deze prikkel dan weer op die prikkel, en voor je het weet is er al weer een andere prikkel. We gaan van de ene naar de andere gedachte, van de ene emotie naar de andere emotie, maar we dringen er eigenlijk nooit echt in door. Ik heb het over het innerlijke landschap van onze ziel. 

Ongetwijfeld heb je al vaak een antwoord gegeven op de vraag: ‘Hoe gaat het met je?’ Ik vermoed dat je hebt gezegd: ‘Goed’. Of: ‘Gaat wel.’ Ook het antwoord ‘Druk!’ wordt veel gegeven (en maakt vaak indruk). Maar de vraag die ik in deze overdenking aan je wil stellen, gaat een slag dieper: ‘Hoe gaat het met je ziel?’ Neem even de tijd om die vraag op je in te laten werken.

Jij hebt een ziel

Ik kan me voorstellen dat die vraag zo nog nooit aan je is gesteld. Misschien heb je wel eens antwoord gegeven op de vraag: ‘Hoe gaat het met je geloof?’ Of: ‘Hoe beleef jij je persoonlijke relatie met Jezus?’ Dat zijn ook prima vragen en het is vaak nog niet zo gemakkelijk om er een antwoord op te geven. Maar nu kies ik bewust voor dat woordje ‘ziel’ dat je misschien wat onwennig in de oren klinkt. 

Dietrich Bonhoeffer heeft daar eens dit over geschreven: ‘Dat woordje ziel klinkt zo vreemd te midden van de verwarring en het geschreeuw van de stemmen die zichzelf aanprijzen. Het heeft een zo rustige en stille klank, dat het nauwelijks meer uitkomt boven het razen en woeden in ons innerlijk. Maar het heeft een klank van grote verantwoordelijkheid en ernst: jij, mens, hebt een ziel. Let op dat je die niet verliest, dat je niet op een dag ontwaakt uit het gewoel van het leven – zowel beroepsmatig als privé – en ziet dat je van binnen hol bent geworden, een speelbal van gebeurtenissen, een blad waarmee de wind speelt, en dat uiteindelijk verwaait; dat je geen ziel hebt. Mens, let op je ziel!’

Dat zijn indringende woorden die ons uitdagen om ons te richten op onze ziel en aandacht te geven aan wat daar leeft. Maar waar geven we dan eigenlijk aandacht aan? Wat is dat: onze ziel? Het heeft in ieder geval met ons binnenste te maken, met wat er in ons leeft en waar we zo vaak aan voorbij leven.

Zoek rust, mijn ziel

Om zicht op je ziel te krijgen, wil ik je een aantal Psalmverzen aanreiken. De Psalmen vormen het kloppende hart van de Bijbel omdat er zoveel emotie in zit, zoveel verlangen, zoveel hartstocht, zoveel ervaring van binnenuit. In de Psalmen spreekt de ziel van Gods kinderen. En daarom vormen ze een prachtig beginpunt om te zoeken naar je ziel. Ik schrijf hieronder een dertiental Psalmverzen uit. Laat ze rustig op je inwerken (ze op een papiertje overschrijven kan daar heel goed bij helpen). Ontdek zelf met welke verschillende emoties de ziel in deze zinnen wordt verbonden.

Hoe lang nog wordt mijn ziel gekweld door zorgen? 
(Psalm 13:2)

Daarom verheugt zich mijn hart en juicht mijn ziel. 
(Psalm 16:9)

Mijn ziel zal voor u zingen en niet zwijgen. 
(Psalm 30:13)

Mijn ogen zijn gezwollen van verdriet, 
mijn ziel en mijn lichaam verkwijnen. 
(Psalm 31:10)

Zoals een hinde verlangt naar water,
zo smacht mijn ziel naar u, o God. 
(Psalm 42:2)

Weemoed vervult mijn ziel. 
(Psalm 42:5)

Wat ben je bedroefd, mijn ziel, 
en onrustig in mij. 
(Psalm 43:5)

Zoek rust, mijn ziel, bij God alleen, 
van hem blijf ik alles verwachten. 
(Psalm 62:6)

Dan wordt mijn ziel verzadigd met overvloed. 
(Psalm 63:6)

Ik ben aan u gehecht, met heel mijn ziel. 
(Psalm 63:9)

Toen ik door zorgen werd overstelpt, 
was uw troost de vreugde van mijn ziel. 
(Psalm 94:19)

Prijs de HEER, mijn ziel, 
prijs, mijn hart, zijn heilige naam. 
(Psalm 103:1)

Nee, ik ben stil geworden,
ik heb mijn ziel tot rust gebracht. 
Als een kind op de arm van zijn moeder, 
als een kind is mijn ziel in mij. 

(Psalm 131:2)

Toen ik al deze zinnen op me in liet werken, viel me iets speciaals op. Ik vond het een ontdekking om te zien dat je je ziel kunt toespreken: Wat ben je bedroefd, mijn ziel! Zoek rust, mijn ziel! Prijs de HEER, mijn ziel! Dat betekent dus ook dat je invloed kunt uitoefenen op je ziel, dat je je ziel kunt aansporen, dat alles wat zich in je ziel afspeelt niet zonder meer buiten je wil om gaat. Je zou het ook zo kunnen zeggen: je kunt een bewuste relatie met je ziel aangaan door niet langer voorbij te leven aan je innerlijke landschap maar er bewust aandacht aan te besteden.

Wat je ziel is

Laat ik nog iets verder omschrijven wat we bedoelen als we spreken over de ziel. Ik zou het wezen van de ziel, tegen de achtergrond van de genoemde Psalmverzen, in de volgende drie typeringen willen samenvatten.

[1] Je ziel is de kwetsbare binnenruimte van je innerlijk. Die binnenruimte kan open staan, zodat er van alles naar binnen kan komen, zowel goede als lelijke dingen. Maar je kunt je innerlijk ook toesluiten: je sluit je af voor wat er om je heen gebeurt, je doet de deuren van je ziel dicht als je van binnen niet geraakt wilt worden. Dan blijft je leven zich aan de buitenkant afspelen en worden er geen diepere lagen in je binnenste geraakt.

[2] Je ziel is de plaats van je gevoelens van vreugde en verdriet, wanhoop en hoop. Beide kanten dus. Positief kan je ziel juichen en zingen en getroost worden, vreugde kennen en intens verlangen. Negatief kan je ziel terneer geslagen zijn, gekweld worden, bedroefd, bezorgd en onrustig zijn.

[3] Je ziel is de kern van waaruit je bij de ander kunt zijn, van waaruit je verlangt naar werkelijk contact met God. Je ziel is de plaats waar God en jij elkaar raken. Je ziel is het centrum van waaruit je smacht naar God, van waaruit je dorst naar God, van waaruit je je aan hem hecht.

Probeer voor jezelf nu vanuit deze drie omschrijvingen contact te krijgen met je ziel, door een paar minuten te stoppen met lezen en deze vragen te verkennen: Staat mijn binnenruimte open? Durf ik kwetsbaar te zijn? Wat voel ik op dit moment: verdriet, vreugde, angst, niets? Ervaar ik van binnen een verlangen om in Gods aanwezigheid te zijn?

Zorgen voor je ziel

Hoe gaat het met je ziel? Die vraag is aan de orde als er echte ziel-zorg gebeurt. Ik denk dat veel liefdevol en aandachtig pastoraat in de geloofsgemeenschap rondom Jezus heel waardevol is, maar dat het maar weinig voorkomt dat het echt ziel-zorg wordt. En dat is wel heel belangrijk: dat er mensen zijn die zorg willen geven aan je ziel door in een sfeer van vertrouwelijkheid en veiligheid aandacht te hebben voor je kwetsbare binnenruimte, voor je gevoelens en je verlangens om bij de ander en bij God te zijn.

Reflectievragen

  1. Wat heb je nu geleerd over je ziel?
  2. Welke van de genoemde Psalmverzen vind je het mooist? Waarom? (Ik nodig je uit om dat vers uit je hoofd te leren.)
  3. Heb jij behoefte aan ziel-zorg, aan iemand die liefdevol aandacht wil besteden aan wat er zich binnen in jou afspeelt? Wat zou je aan hem of haar willen vertellen?

Gebed

Jezus, goede herder, dank u dat uw liefdevolle aandacht altijd naar mij uitgaat. Ik wil u vragen om te zorgen voor mijn ziel. Geef me de vrijmoedigheid om u op de vraag hoe het met mijn ziel gaat openhartig antwoord te geven. Dank u dat ik met alles wat in mij is bij u altijd veilig ben. Amen.