De Bergrede van Jezus – Dag 19
Bijbelmoment bij de Bergrede
Lezen
Er werd gezegd: “Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een scheidingsbrief meegeven.” Dit zeg Ik daarover: ieder die zijn vrouw verstoot om een andere reden dan ontucht, drijft haar tot overspel; en ook wie trouwt met een verstoten vrouw, pleegt overspel.
Matteüs 5:31-32
Overdenken
Als er een ander in het spel is, gaat er zoveel stuk. Het is waar dat Jezus hier een uitzondering noemt op de regel dat je niet mag scheiden van je vrouw of je man. Als een van beiden is vreemdgegaan, is het huwelijk kapot gemaakt. Hoewel er ook dan herstel mogelijk is, want God maakt heel. Maar toch heeft wat Jezus hier in alle kortheid zegt vooral als doel om Gods bedoeling met het huwelijk hoog te houden, juist ook in een gebroken werkelijkheid. ‘Die twee zullen één worden; ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’
Bidden
Heer Jezus, wat is er veel stuk op het gebied van huwelijken. Ontferm U over ons. En geef uw Geest om de eenheid die U geeft te bewaren. Amen.
Reflecteren
Wat betekent eenheid in het huwelijk voor jou?
Citaat over de Bergrede
Wij moeten met dodelijke ernst antwoord geven op de Bergrede van Jezus. Want hier vinden we de uitbeelding van Gods alternatieve samenleving. Dit zijn de normen, de waarden en de prioriteiten van het koninkrijk van God. Al te vaak heeft de kerk zich afgesloten voor deze uitdaging en is ze vervallen tot een burgerlijke en respectabel conformisme. In zulke tijden is de kerk bijna niet te onderscheiden van de wereld, heeft ze haar zoutende kracht verloren en is haar licht gedoofd en alle idealisten afgestoten. Want ze bewees niet dat ze Gods nieuwe samenleving was waarin je al kon proeven van de vreugde en de kracht van de tijd die komt. Alleen wanneer de christelijke gemeenschap leeft volgens Christus’ manifest van de Bergrede, zal de wereld tot God worden aangetrokken en God worden verheerlijkt. Dus als Jezus ons bij zich roept, is dat roept hij ons hiertoe. Want hij is de Heer van de tegencultuur.
John Stott