De Bergrede van Jezus – Dag 27
Bijbelmoment bij de Bergrede
Lezen
En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie bidden, trek je dan terug in je huis, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden. Doe hen niet na! Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het Hem vragen.
Matteüs 6:5-8
Overdenken
Jezus wijst ons hier de weg naar de binnenkamer. Een plek in huis waar je alleen bent, en waar niemand anders je ziet. Alleen de Vader ziet je daar, en dat is genoeg. Dat is zelfs heel veel! Want terwijl het loon voor bidden op de hoeken van de straten bestaat in de bewonderende blikken van de voorbijgangers, bestaat het loon voor bidden in de binnenkamer in de liefhebbende blik van je Vader in de hemel. Hij kijkt naar je, hij ziet je in het verborgene van je huis en van je hart. Je ontvangt daar de zegen die doorklinkt in die bekende priesterlijke woorden: ‘De HEER doet het licht van zijn gelaat over je schijnen, de HEER wendt je zijn gelaat toe en geeft je vrede.’ Dat is het loon dat je in het verborgene vindt.
Bidden
Vader in de hemel, u wil ik ontmoeten in het verborgene. Dank u voor uw liefhebbende blik van vrede. Amen.
Reflecteren
Wanneer ben jij in je binnenkamer?
Citaat over de Bergrede
Zonder twijfel is de Bergrede dusdanig geladen vanuit het komende Koninkrijk, dat in Christus op ons afkomt, dat Zijn onderwijzing een aanval op onze ‘gevallen staat’, ja op de gevallen staat van deze gehele oude bedeling betekent. Als zodanig overtuigt zij van zonde. Maar het wonder van de Bergrede is nu juist, dat het gebod ons en onze wereld in deze gevallen staat bereikt als belofte van de mogelijkheden Gods, die ons nu in Christus zijn toegekeerd. Wij zullen ‘kinderen Gods genoemd worden’. Op grond van wat wij doen? Ja, op grond van wat wij uit genade zullen mogen doen. Dat is de toon van de Bergrede en van de onderwijzing van Jezus, die wij hierin horen.
J. de Graaf