2.9 Waar de Geest waait

Een van de gevaren van schrijven over kerk zijn is dat de indruk snel wordt gewekt dat het maakbaar is. Een nieuw plan. Een nieuwe benadering. Een nieuwe visie. Het wekt de suggestie dat de vernieuwing waar we zo naar verlangen nu gaat lukken. Nu, dat is niet mijn bedoeling, en daarom wil ik in deze les aandacht vragen voor het werk van de Geest en voor spiritualiteit. Omdat er in de vorige les al twee liederen naar voren zijn gekomen, wil ik er hier maar meteen een derde aan toevoegen. Een prachtig lied van Sela waarvan ik hier de eerste drie coupletten doorgeef:

Als de hemel openbreekt,
het huis vervult met vrede,
zal de adem van uw Geest
ons met zijn kracht bekleden.

Wek ons tot leven en wakker ons aan:
zet ons in vuur en in vlam.
Breng een herleving en moedig ons aan:
Heer, maak ons helemaal nieuw!

De wind steekt op, de wind steekt op;
waar zij waait leeft uw kerk weer op.
Het vuur laait op, het vuur laait op:
een vuur van liefde voor God!

Adem

In dit lied spreek met name die adem me aan, en ook die wind. In de taal van de Bijbel zijn ze hetzelfde: de ‘ruach’ van God, de ‘pneuma’ van God, de Geest van God en Jezus. Prachtig komt in dit lied tot uitdrukking dat vernieuwing van de kerk alleen van Gods Geest komt. We hebben de wind nodig: ‘waar zij waait leeft uw kerk weer op’. Zonder de heilige Geest gaat het niet. Jezus zegt over die Geest: ‘De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is’ (Johannes 3:8).

Uit de Geest geboren

Dat hebben we dus ook nodig: uit de Geest geboren worden. Dat betekent zoveel als: je voor nieuw leven helemaal afhankelijk maken van de kracht van de Geest. Hij waait waarheen hij wil. En dat is niet bij voorbaat in de richting waarin we zelf denken dat het zou moeten gaan. Kerk zijn en vernieuwing van de kerk zoeken moet daarom altijd gebeuren in de weg van de Geest: biddend om de Geest, verlangend naar de Geest, levend door de Geest, geleid door de Geest.

Spiritualiteit

Deze realiteit wordt ook wel aangeduid met het woord spiritualiteit. Daarin zit het woord ‘spiritus’ dat ook geest betekent (de Latijnse variant op het Hebreeuwse ‘ruach’ en het Griekse ‘pneuma’). Spiritualiteit gaat over deze werkelijkheid: dat God door zijn Geest werkt in onze levens en dat hij ons in beweging zet (of juist tot rust brengt). Zelf werk ik graag met deze eenvoudige omschrijving van spiritualiteit: leven in de Geest van Jezus. Die past ook mooi bij dat goede leven waar de Heer het zelf over heeft als hij zegt: ‘Ik ben gekomen om jullie het leven te geven in al zijn volheid’.

Spiritualiteit is dus: leven in de Geest van Jezus. In spiritualiteit staat voor mij daarom ook per definitie Jezus centraal, de Christus van God. Ik heb het dan ook graag over christocentrische spiritualiteit. Dat betekent uiteraard niet dat het onbelangrijk zou zijn dat we in de Bijbel een drie-enige God ontmoeten, maar wel dat we die drie-enige God alleen door Jezus Christus leren kennen. In hem opent zich de goddelijke Drie-eenheid liefdevol en uitnodigend naar mensen op aarde.

Liefdevolle uitnodiging

Die liefdevolle uitnodiging waar het in spiritualiteit om gaat, betreft in de kern het léven. De levende God nodigt ons als mensen op aarde uit om echt te leven, om het eeuwige leven te leren kennen. Daarom speelt in mijn korte omschrijving van spiritualiteit dat woord ‘leven’ ook zo’n centrale rol. Daarin worden ons aardse, menselijke, kwetsbare en gekwetste leven en het hemelse, goddelijke, volmaakte en eeuwige leven van Jezus op elkaar betrokken. Leven zonder Jezus zit op dood spoor, leven in de Geest van Jezus is echt leven: vitaal, authentiek, oprecht, bezield, van binnenuit.

Spiritualiteit heeft dus betrekking op het echte leven zoals dat in de praktijk van elke dag vorm krijgt in onze relaties, ons werk en onze vrije tijd. Het is een innerlijk leven dat gestalte krijgt in hoe we spreken, handelen en omgaan met mensen. Over dit echte leven heeft Jezus het als hij bijvoorbeeld zegt: ‘Het eeuwige leven, dat is dat zij U kennen, de enige ware God, en hem die U gezonden hebt, Jezus Christus’ (Johannes 17:3).

Gedurende heel deze cursus moet daarom als het ware steeds de deze geloofsbelijdenis meeresoneren: ‘Ik geloof in de heilige Geest’.

Ja, ik geloof in de heilige Geest, die Heer is en levend maakt.
Ik geloof in de heilige Geest, die waait waarheen hij wil.
Ik geloof in de heilige Geest, die niew leven ademt in iedereen die Jezus zoekt omdat hij of zij door hem al gevonden is.

Vindplaats

Zo hoop ik ook dat elke kerk, in welke vorm dan ook, een vindplaats van spiritualiteit zal zijn. Een ruimte waar je bezieling en bezinning vindt, waar je op adem komt, waar je merkt dat Jezus er Heer is en hij alleen, waar je samen met anderen kunt oefenen in een leven in de Geest van Jezus.


Reflectievragen

  1. Welke zin uit het lied ‘De wind steekt op’ van Sela spreekt jou het meeste aan?
  2. Wat versta jij onder spiritualiteit? Hoe geef jij er vorm en inhoud aan?
  3. Hoe merk jij het werk van de Geest op in jouw kerk?

Extra materiaal

1.

Luister een paar keer naar dit lied en laat je raken door de muziek en door de tekst:

2.

In 2016 hield ik een prekenserie over de Geest. Hieronder vind je enkele preken om te luisteren. Kies er een uit waarvan de titel je aanspreekt!

Ontvang de heilige Geest!
10/07/2016 …maar de Geest maakt levend (2 Korintiërs 3:6) 23’34”
03/07/2016 De Heer opende haar hart (Handelingen 16:14) 28’15”
26/06/2016 De bekrachtiging met de heilige Geest (Handelingen 10:38) 33’15”
05/06/2016 Jezus Unlimited. De Geest doorbreekt de grenzen (Handelingen 1:3-5 en Johannes 16:7-14) 27’58”
15/05/2016 Ontvang de heilige Geest (Handelingen 2:37-39) 31’53” (Pinksteren)