“Ik wil dat dit een huis van gebed is.” Daarover schreef ik in de vorige blogpost. Waarom raakte me dit antwoord zo? Omdat ik merkte dat er heel veel bij elkaar kwam van waar ik al jarenlang (persoonlijk en in het werk in de gemeente en breder in de kerken) mee bezig ben geweest en ook naar de toekomst toe graag mee bezig wil zijn. Hieronder geef ik daar woorden aan.
1. Ik herinner me dat ik al in mijn studententijd (1988-1995) boeken verzamelde over gebed. Hoewel ik mezelf al die jaren zeker niet als een echte bidder heb gezien en ervaren, was er wel altijd weer opnieuw het verlangen naar gebed. Ook mijn passie voor meditatie (en later lectio divina) ligt heel dicht aan tegen de thematiek van gebed.
2. Het Jezusgebed (“Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm u over mij”) gaat al jaren intensief met me mee als een gebedsvorm die me meer helpt om dichterbij God te leven dan de ‘gebruikelijke’ gebeden die in mijn beleving vaak vooral nogal plichtmatig en ‘praterig’ zijn.
3. Mijn al jaren lang levende verlangen om met lectio divina en spiritualiteit bezig te zijn, vindt in het gebed een kristallisatiepunt. Lectio divina is: biddend bijbellezen, bijbellezen dat is ondergedompeld in gebed. En de kern van alle spiritualiteit (leven in de Geest van Jezus) is in wezen: het gebed.
4. Het profetische woord dat ik hoorde herinnerde me aan een eerdere ervaring. Het was op 24 maart 2017 in de achtertuin van ons huis. Ik zat daar met een boekje dat ik meerdere malen heb gelezen (‘A Deeper Love. An Introduction to Centering Prayer’ van Elizabeth Smith en Joseph Chalmers – het boekje kocht ik tijdens een workshop over lectio divina met de Canadese predikant David Muyskens op dinsdag 16 juni 2009 in Heemstede) en ik was bezig met de vraag waar ik nu als predikant mee bezig moest zijn. Toen kwamen deze woorden: “Leer mensen om in de Jezusruimte te zijn, maar je moet eerst zelf ook nog heel veel leren.” Ook toen waren er de tranen. En ik heb de woorden achter in dat boekje opgeschreven en er ook nog deze opmerkingen bij genoteerd: “Leren: zelf veel tijd doorbrengen in de Jezusruimte. School voor Lectio Divina met drie centrale praktijken: Lectio Divina, Stiltegebed, Jezusgebed. Contemplative Outreach als voorbeeld en inspiratiebron. Laat het een ‘School van liefde’ zijn (Brian McLaren).”
5. Een van de laatste boekjes die ik heb geschreven gaat over het gebed: ‘Zin in bidden‘. Het verscheen voorjaar 2017. Ik heb het niet zozeer geschreven als iemand die veel weet over bidden of die zelf veel bidt. Eerder is het boekje de uitdrukking van mijn eigen verlangen om meer zin in bidden te krijgen. In de inleiding schreef ik onder meer het volgende:
Stil zijn. Geen woorden. Of een paar woorden. Een enkele zin misschien. Maar vooral: stil zijn, tot rust komen, contact maken met mijn eigen hart en met het hart van God.
Als je mij op dit moment zou vragen wat bidden voor mij is, zou ik het bovenstaande als antwoord geven. Ik ben een beetje moe geworden van al die woorden waarvan ik dacht dat ze moesten klinken – hardop of in mijn hart – in mijn gebeden. Bidden is vooral minder geworden: minder woorden, minder moeten, minder van ‘zo hoort het’.
Nu snap ik best wel dat daarmee niet alles over bidden is gezegd. Natuurlijk, bidden is ook dat er mooie zinnen worden geformuleerd. Dat je echt de tijd neemt om je hart uit te storten bij God. Dat je heel veel vraagt aan God omdat Jezus eens zei: ‘bid, en jou zal gegeven worden’. Dat je de Heer aanbidt met woorden, veel woorden, totdat de woorden op zijn en er alleen nog diepe verwondering is, voorbij de woorden.
En toch. Ik hoor me zelf steeds vaker zeggen: de omschrijving ‘bidden is praten met God’ doet geen recht aan wat bidden is. Bidden wordt er bij voorbaat zo praterig van. En de kerkelijke cultuur waarin ik adem, die van het protestantisme, is juist zo praterig. Er zit vaak zo weinig stilte in, zo weinig ruimte, zo weinig leegte ook. Zoveel proza en zo weinig poëzie.
Daarom wilde ik dit boekje graag maken. Een klein boekje over bidden. Een boekje dat jou helpt om nieuwe inspiratie op te doen, nieuwe wegen misschien zelfs in te slaan als het om bidden gaat. Een boekje waarvan ik hoop dat je, als je erin gaat lezen en ermee aan de slag gaat, gaat zeggen: ik krijg weer zin in bidden.
In een een derde en laatste blogpost schrijf ik nog wat meer hierover.
19/09/2018 op 19:49
Jos je hebt gelijk , de mooiste momenten met God beleefde ik deze zomer in de stilte van de bergen of aan de kust van Ameland. Het gevoel kan je dan zo overvallen van die verwondering en liefde van God. er hoeft dan niet zoveel gezegd te worden, je bent als het ware in elkaars aanwezigheid tot rust gekomen.
Ik hoop nog veel van je te leren op deze weg, en ben blij met je openheid hierin.
grt.Bram
20/09/2018 op 22:11
“Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden, maar u hebt er een rovershol van gemaakt” Mat.21:13 Een rovershol is een plaats van nemen, hebben, pakken en krijgen wat je niet toebehoort i.p.v. geven, offeren, ontvangen en dienen.
Het van God dingen krijgen, of het God beter leren kennen paradigma.
Jaren geleden kwam ik voor het eerst in aanraking met de echte stilte, gebed en de geestelijke lezing of Lectio Divina van het evangelie, in een prachtige kloosteromgeving. Ik was en ik ben soms net als Elia daarin een (on)rustige zoeker in gebed naar God. Dit was het begin van een bijzondere reis naar binnen, boven en naar buiten.
De reis begint van ons hoofd naar ons eigen hart, om te bidden, te zoeken en te kloppen om van ons eigen hoofd naar ons hart om het hart van God (de Vader) te leren kennen en Hem te ontmoeten. Elia krijgt twee keer als vraag: wat doet gij/jij hier ? Hoe denkt u, op welke manier of intonatie werd deze vraag gesteld en beantwoord door God en Elia zowel de eerste als de tweede keer ?
In mijn persoonlijk leven ging het toen en vaak om de twee trouwteksten die wij gekozen hadden voor ons huwelijk. ‘Wat Hij u ook zegt, doet dat’ Joh.2
Doen wat God vraagt of zegt, vraagt en kost wat en bovenal gehoorzaamheid.
Na een periode van vluchten, vechten, liggen en vermijden kan hij Elia weer staan.
Hij daagt Elia en mij, maar ook u en jou uit, om naar buiten op de berg te staan voor het aangezicht van God.
De reis van naar binnen, boven en naar buiten kwam bij Elia door de ‘zachte fluistering van God’, het suizen van een zachte stilte zoals het er staat.
Hij was niet in de storm of wind (buiten), of onweer (boven) of aardbeving.
Stilte, afzondering en gebed met open handen en niet meer de gebalde of de gesloten handen, zijn nu belangrijke en waardevolle oefeningen geworden.
Elia kreeg hierdoor en hierin een nieuwe openbaring, een belangrijke opdracht, en een nieuwe vriend. Het ging daarom niet om wat God deed, maar om wie Hij is.
Tenslotte, mijn tweede trouwtekst was: Één ding heb ik van de Here verlangd, dát zal ik zoeken: dat ik wonen mag in huis van de Here al de dagen van mijn leven, om de lieflijkheid van de Here te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel. Ps.27
God zoeken in wat Hij tot mij wil spreken en zeggen, vraagt en kost intimiteit en vooral verlangen.