1 Reserveer tijd | 2 Maak plaats | 3 Vind rust | 4 Bid stil | 5 Lees geestelijk | 6 Memoriseer het bijbelwoord | 7 Wijd je toe

Lees meer over deze stappen


JEZUS RAAKT JE AAN

[lees meer: Jezus kijkt, spreekt en raakt je aan]

Heb de Heer, uw God, lief

Bijbelgedeelte: Matteüs 22:34-40

Kerntekst: Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf.


Als het over liefhebben gaat, heb ik steeds weer de neiging om daar zelf maar niet al te veel over te zeggen. Want de liefde waarover Jezus spreekt is een diep mysterie. Ja, die liefde is God zelf. Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde. En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door hem zouden leven (1 Johannes 4:8-9).

De Geest van liefde

Het liefhebben waartoe Jezus ons oproept, bergt dus ook een diep geheim in zich. Dat geheim heeft alles te maken met de Geest van onze Heer. Als Paulus de vrucht van de Geest in het leven van de leerlingen van Jezus beschrijft, begint hij niet voor niets met de liefde. De vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft (Galaten 5:22-23). Door deze Geest kunnen we ook leren begrijpen en ervaren wat de liefde is waartoe Jezus ons oproept: liefde voor de Heer, onze God, en liefde voor onze naaste.

Zeshonderddertien

De woorden van het dubbelgebod van Jezus zijn heel bekend. Daarom is het goed om ze weer eens te horen in de context waarin Jezus ze gesproken heeft: het gesprek met een wetgeleerde die naar Jezus toekomt met een vraag. Die wetgeleerde is een specialist in de joodse wet en in de uitleg van die wet, een deskundige dus. Hij ziet geloven als de weg vinden in een netwerk van regels en geboden. Nu moet je weten dat de Joden in die tijd niet minder dan 613 verplichtingen kenden. Die 613 regels waren onderverdeeld in geboden en verboden. Er waren 248 geboden (zoveel botten zou het menselijk lichaam tellen) en 365 verboden (zoveel dagen telt het jaar). Al die verplichtingen waren weer ingedeeld in lichte en zware geboden en verboden. Het ligt dan voor de hand dat je een licht gebod als minder belangrijk mocht zien en dat je een zwaar gebod als heel belangrijk moest zien. En als je dan die wetgeleerde naar Jezus toe ziet stappen, moet je je eigenlijk voorstellen dat hij daar staat met een dikke boekrol onder z’n arm, met daarop al die 613 geboden en verboden. En hij test Jezus. Hij stelt hem op de proef met zijn vraag: Meester, wat is het grootste gebod in de wet? ‘Welke van die 613 geboden op deze boekrol springt er wat u betreft echt uit?’ Zo probeert de wetgeleerde Jezus een standpunt te laten innemen in een discussie die wetgeleerden onder elkaar voerden. Ja, en als Jezus dat doet, dan kiest hij automatisch partij en plaatst hij zichzelf in een bepaalde hoek. Want als hij er één uit zou kiezen zou hij daarmee zeggen dat alle andere 612 geboden en verboden dus minder belangrijk zijn. Maar eigenlijk zou het nog erger zijn als Jezus meeging in de vraag, want hij zou dan impliciet zeggen: ‘Dat is een goede discussie die jullie aan het voeren zijn. Wandel inderdaad maar door dat oerwoud van regels en steek maar veel energie in de vraag welke regel het belangrijkste is!’

Het ene gebod

Maar Jezus is gelukkig Jezus en niet een wetgeleerde. Hij gaat rechtstreeks in op de vraag en laat tegelijk zien dat de vraag helemaal verkeerd is. Want hij gaat niet in die boekrol lopen zoeken naar een gebod dat eruit springt. Nee, hij kijkt de wetgeleerde aan en antwoordt: Heb de Heer, uw God, lief. Hij wijst op de wortel van het leven naar Gods geboden: God liefhebben, met alles wat in je is, vanuit je tenen, met je handen, met je hoofd, met heel je hart. Liefhebben is geen zaak van het verstand alleen of van het gevoel alleen of van het doen alleen. Liefhebben is met heel je mens-zijn en met al je verlangens en vermogens gericht zijn op de Heer. Het gaat om een liefde die alles wil geven, een liefde die steeds meer begint te lijken op de liefde waarmee de Heer zelf ons liefheeft: Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad. Blijf in mijn liefde: je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf (Johannes 15:9-10). 

Als je deze woorden van Jezus op je laat inwerken, ontdek je ook dat het houden van geboden helemaal niet op gespannen voet staat met de liefde. Want je zou liefhebben aan de ene kant en je aan de geboden houden aan de andere kant tegen elkaar uit kunnen spelen. Maar in het nieuwe leven dat Jezus ons door zijn Geest geeft is dat een onmogelijke tegenstelling. Liefhebben is ten diepste: blijven in de liefde waarmee Jezus ons liefheeft en deze overweldigende liefde steeds meer ontdekken en ervaren als de bron van radicale gehoorzaamheid aan de geboden van de Heer voor wie jouw liefde is bestemd.

Mijn God en mijn naaste

Het ene gebod dat Jezus geeft blijkt toch tweevoudig te zijn. Jezus voegt aan het liefhebben van de Heer God het liefhebben van de naaste toe: het tweede gebod dat daaraan gelijk is. Dat betekent dat het tweede gebod even belangrijk is als het eerste. Maar ik denk dat we toch nog een stap verder moeten: het is wezenlijk geen ander gebod, het is echt gelijk aan het eerste, want als je God de Heer liefhebt is het onmogelijk geworden om zijn kinderen niet lief te hebben. Ik begrijp en ervaar ook zelf wel dat ik daar heel veel mee zeg, en dat het nog niet zo gemakkelijk is om dit in de praktijk ook zo te beleven: dat God liefhebben en de naaste liefhebben helemaal samenvallen. Maar als ik Jezus serieus neem, dan is dit echt wat hij zegt, en blijft er uiteindelijk toch maar één gebod over, heel eenvoudig: Heb de Heer, uw God lief. Daar is alles mee gezegd.

Aangeraakt door de Geest

Inderdaad: daarmee is alles gezegd en dat is heel erg veel. Te veel. En als ik er alleen voorstond zou ik wegvluchten omdat hier een onmogelijke weg wordt gewezen. Maar Jezus maakt het mogelijk. In de woorden die hij spreekt komt zijn Geest mee, de Geest van de liefde die mijn hart verovert. Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem (1 Johannes 4:16).

Bezinning

  1. Hoe heb jij de liefde van God leren kennen? Ervaar je jezelf ook als een geliefd kind van God?
  2. Welke rol speelt aan de ene kant het liefhebben en aan de andere kant het je houden aan de geboden in jouw leven? Ervaar je daar spanning tussen? Hoe dan?
  3. Welke van de aangehaalde Bijbelteksten vind je het waardevolst voor jou persoonlijk? Waarom?

Gebed

Heer Jezus, u roept ook mij op om God en mijn naaste lief te hebben. Heer, uit mezelf kan ik het niet en zijn er ook momenten dat ik het gewoon niet wil. Vergeef me dat alstublieft en leer me om steeds meer uw overweldigende liefde te ontvangen in mijn binnenste, zodat ik geleid door uw Geest van binnenuit ga groeien in de liefde die alles te boven gaat. Amen.