3.1 Het woord moet het doen

Het woord moet het doen. Dat is een zin die ik in mijn leven heel vaak heb gehoord. Ik vond het meestal een wat cliché-matige uitspraak. Maar in de loop van de jaren ben ik er toch steeds meer in gaan geloven. Het woord moet het doen. Maar dan dienen zich er wel direct twee vragen aan. Wat bedoelen we dan met dat woord? En wat moet dat woord dan precies doen?

Preek

Meestal wordt er bij dat woord al vrij snel gedacht aan de preek: de zondagse verkondiging in de eredienst van de gemeente. En dat is tot op zeker hoogte ook terecht. In dit boek neem ik, als het gaat om de eerste van de drie praktijken die ik centraal wil stellen in het anders kerk zijn, ten diepste die zondage verkondiging ook als uitgangspunt, als bron. Alleen wil ik er een veel breder verhaal van maken. Ik wil die verkondiging, die preek op zondag niet kwijt (ik geef eerlijk toe dat ik daar als predikant ook wel wat persoonlijk belang bij heb). Maar ik wil wel graag dat we meer gaan zien dat die preek een middel is dat gezien moet worden in een veel bredere bedding.

Drie niveaus

Op dit punt heb ik van Tim Keller geleerd om onderscheid te maken in drie niveaus van de dienst van het woord. Het eerste niveau is dit: dat christenen elkaar onderling onderwijzen, bemoedigen, inspireren en vermanen vanuit het woord van God, met woorden van God. Kolossenzen 3:16 gaat daarover: ‘Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid.’ Dat gebeurt gewoon in het dagelijkse leven, in onderlinge contacten waarin de een geen andere rol of positie heeft dan de ander. Christenen die elkaar bemoedigen en inspireren met woorden van God omdat ze zelf ook door die worden zijn bemoedigd en geïnspireerd.

Het tweede niveau van de dienst van het woord is dat van ontmoetingen waar er sprake is van iemand die leiding geeft aan een gesprek of de leiding neemt in een onderwijssituatie. Je kunt dan denken aan een bijbelkring of een gemeentekring, of aan aan het kinderwerk en het jeugdwerk zoals dat een plek heeft in de kerk. Ook daar vindt de dienst van het woord plaats. Hier is deze uitspraak in 1 Petrus 4:10-11 van toepassing: ‘Laat ieder van u de gave die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt. Voert u het woord, laat dan Gods woorden doorklinken in wat u zegt.’

En dan is er ook het derde niveau van de dienst van het woord: de verkondiging in de eredienst van de gemeente in de vorm van een preek. Meestal wordt deze preek gehouden (hoewel dat geen wet van Meden en Perzen hoeft te zijn) door iemand die theologie heeft gestudeerd en een roeping tot prediking en verkondiging heeft ontvangen.

Verkondigen

Voor mijzelf speelt deze uitspraak van Paulus in Kolossenzen 1:27-28 daarbij een belangrijke rol: ‘Aan hen heeft God bekend willen maken hoe glorierijk dit mysterie is voor alle volken: Christus is in u, hij is uw hoop op goddelijke luister. Hem verkondigen wij wanneer we iedereen waarschuwen en in alle wijsheid onderrichten, om iedereen tot volmaaktheid in Christus te brengen.’ Dat woord verkondigen vooronderstelt een groep hoorders, een gemeente die ernaar verlangt om iets over Christus te horen, iets van Christus te zien en om de volmaaktheid van Christus te ontdekken, zelfs in het eigen leven.

De zondagse prediking heeft dus wel een eigen en unieke plaats en rol maar, om met Tim Keller te spreken: ‘Geen enkele kerk moet verwachten dat al het levensveranderende werk van het Woord van God enkel en alleen door de prediking tot stand komt. Ik moet niet verwachten dat ik gevormd wordt naar het beeld van Christus door te luisteren naar preken, hoe goed ook. Ik heb ook christenen om mij heen nodig die regelrecht de waarheid verkondigen door mij te bemoedigen, te onderwijzen en raad te geven.’ 

Verbreding

Dat ik in deze cursus als centrale en eerste praktijk  het samen lezen aanwijs, heeft dus beslist een achtergrond in de belangrijke plaats die de verkondiging in de gemeente volgens de bijbel inneemt. Maar wil dus direct de verbreding zoeken. Overal waar mensen samen komen om samen te lezen, samen de bijbel open te doen, samen woorden van God te horen en te spreken en te overdenken is sprake van die dienst van het woord die fundamenteel is en blijft ook als we zoeken naar anders kerk zijn. Kerk zijn staat of valt niet met de zondagse verkondiging. Kerk zijn staat of valt wel met de woorden van God die gehoord, gelezen, gemediteerd, besproken, gedeeld en bevraagd worden.

Woord

Maar ik stelde aan het begin van deze les twee vragen. Wat bedoelen we dan met dat woord? En wat moet dat woord dan precies doen? Met dat woord bedoelen we niet altijd hetzelfde. Het is een betekenisvol begrip met meerdere dimensies. Het woord is misschien wel allereerst Christus zelf: ‘Het woord is mens geworden’ (Johannes 1:14). Woord is dus een persoon, de Zoon van God. Woord is ook stem: dat er gesproken wordt, dat er wat gebeurt, dat God het woord neemt en spreekt, scheppend spreekt. Alles is door het woord geworden. Er is kracht in het woord. Het woord is kracht.

Ik leg hier de nadruk op omdat we er altijd voor op moeten passen dat woord wordt tot tot alleen maar inhoud, tot een verzameling overtuigingen, of zelfs tot een boek. Met het woord wordt niet allereerst een boek bedoeld, maar de levende werkelijkheid van de God die spreekt en die daar, geen misverstand daarover, het boek Bijbel een cruciale en onmisbare plaats in geeft als zijn openbaring. Woord is ook: het evangelie, het goede nieuws dat uitgeroepen wordt, vol vreugde: ‘Het koninkrijk van God is nabij!’ En woord is tenslotte (want ik ga hier nu niet een complete theologie van het woord geven) ook nog ondenkbaar zonder Geest. Zonder Geest blijft het woord letter. Met de Geest wordt het woord een levensveranderende kracht. 

Mensen veranderen

En wat moet dat woord dan precies doen? Mensen veranderen! Het woord heeft als voornaamste doel dat het binnenkomt in mensenlevens en mensenharten. In 2 Timoteüs 3:16-17 wordt het zo gezegd: ‘Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust.’ Bezig zijn met het woord, samen lezen heeft dus niet als doel dat je meer kennis krijgt (hoewel dat mooi meegenomen is) maar dat je een deugdzaam leven gaat leiden. Een leven dus dat vol is van de deugden die de Geest in je leven wil laten groeien. En het doel is tegelijk: dat je toegerust bent voor de taak die Jezus voor je heeft in zijn nieuwe wereld. Kortom: dat je groeit in het goede leven dat je deelt met anderen, dat je groeit in Christusgelijkvormigheid.

Eerste en centrale praktijk

Het woord moet het doen. Dat staat dus voorop. Samen lezen is de eerste centrale praktijk. In praktische zin zal het vaak zo zijn dat je eerst samen gaat eten en samen gaat delen over hoe het nu in je leven gaat om dan vervolgens samen Gods woorden open te doen en te lezen. Dat is prima. Maar in dee cursus kies ik wel steeds voor de principiële volgorde waarin woord en sacramenten staan: het woord voorop. Dat doe ik overigens ook tegen de achtergrond van die joodse spreuk die al aan de orde is geweest:

‘De wereld staat op drie pijlers:
– de studie van de Torah
– de cultus (de avodah)
– de werken van barmhartigheid (de gemiloet hassadim).’


In de Joodse traditie is altijd benadrukt dat de studie van de torah voorop moet staan. Benoît Standaert schrijft daarover in zijn al genoemde boek: ‘De wereld staat op drie pijlers. De eerste is wel die van de studie, het inzicht, de wijsheid, het ontvangen licht van het Woord. Wie dezelfde drie pijlers een andere volgorde geeft, raakt vroeg of laat in de problemen, zo horen we de rabbijnse meesters waarschuwend zeggen. Het inzicht zal je leren welk belang je moet hechten aan bidden én werken.’

Of om het maar heel bijbels te zeggen: ‘In het begin was het woord.’ Laat dat vooral zo blijven.


Reflectievragen

  1. ‘Het woord moet het doen.’ Wat roept die uitspraak bij jou wakker aan gedachten en gevoelens?
  2. Herken je het onderscheid in de drie niveaus van de dienst van het woord? Hoe zie je dat in jouw kerk terug?
  3. Wat moet het woord volgens jou doen? En gebeurt dat ook?

Extra materiaal

1.

Een mooi lied van Sela om te luisteren, over het woord van God: