Het is een mooie dag vandaag. De zon schijnt. En de Zoon ook! Daarover preek ik vandaag in Gouda en Beverwijk. Centraal staat dit woord van Jezus:

Dit wil mijn Vader: dat iedereen die de Zoon ziet en in hem gelooft, eeuwig leven heeft, en dat ik hen op de laatste dag uit de dood zal opwekken.
(Johannes 6:40)

We kunnen de Zoon alleen niet zien zoals we de zon zien. De zon straalt vandaag: daar kunnen we met onze natuurlijke ogen naar kijken (hoewel je daar buitengewoon voorzichtig mee moet zijn). Maar hoe zie je (met de ogen van je hart) de Zoon? Want langs de weg van het zien van de Zoon krijgen we deel aan het eeuwige leven en dus aan het koninkrijksleven. In de preek reik ik daarvoor twee andere bijbelwoorden aan. Het eerste woord leert ons om de Zoon te zien in de mens in nood. Het tweede woord daagt ons uit om Zoon te zien in zijn eigen aantrekkelijke en indrukwekkende schoonheid.

Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed? Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?” En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.”
(Matteüs 25:37-40)

Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd.
(2 Korintiërs 3:18)