Ik ben een boek van Larry Crabb aan het lezen dat erg veel indruk op me maakt. Dat komt omdat hij op een geweldige manier woorden geeft aan de thematiek die mij ook al lang bezig houdt en die ik op de noemer heb gebracht van ‘spirituele gemeenteopbouw’ .
Het gaat om het jongste boek van Crabb, verschenen in 2009, met de titel Real Church. Does It Exist? Can I Find It? Ik ben het overigens tegelijk aan het lezen met een ouder boek van hem (uit 1999, niet in het Nederlands vertaald voor zover ik weet): Becoming a True Spiritual Community: A Profound Vision of What the Church Can Be.
In Real Church stelt Crabb dat echt kerk zijn door deze vier momenten wordt bepaald:
1. Spirituele theologie
2. Spirituele vorming
3. Spirituele gemeenschap
4. Spirituele missie
Learn spiritual theology; hunger for spiritual formation; gather in spiritual community; move into the world on a spiritual mission. Make this into a formula, and the vision dies. Let it be what it is – a rhythmic cycle, a dance – and these four spirituals could transform a gathering of Christians into a church, a real church, the church I want to be part of. (blz. xix).
Aan het einde van het boek geeft hij onder meer deze samenvatting van wat hem voor ogen staat. Ik geef die nu in een eigen vertaling door, want dit is precies waar ik ook naar verlang en waar ik mee bezig probeer te zijn onder de noemer Spirituele gemeenteopbouw:
1. (spirituele theologie) Een echte kerk entertaint haar leden niet op zondagmorgen of is alleen maar bezig die leden te inspireren met goede muziek of opwindende prediking. Een echte kerk weet dat ons zware tijden te wachten staan, en dat die voor velen al aangebroken zijn, zware tijden die een doel dienen in Gods volmaakte plan. Daarom moet dat plan bekend worden gemaakt. De liefde achter dat plan moet zichtbaar worden gemaakt. Een echte kerk verlangt er naar om de boeken van de Bijbel te kennen, om degene te kennen die er de auteur van is, om het verhaal te horen dat door de boeken wordt verteld en om het verhaal van een spirituele theologie te communiceren met haar leden.
2. (spirituele vorming) Een echte kerk is niet tevreden als haar leden maar naar de diensten komen, tienden van hun inkomen afdragen, zich laten inzetten bij kerkelijke activiteiten, en morele en keurige levens leiden. Een echte kerk bidt Gods Geest, de Geest van heiligheid, om haar leden blijvend spiritueel te vormen totdat ze Jezus zien als hun alles overtreffende schat, hoe ze zich ook voelen, hoe anderen hen ook behandelen of hoe het in hun leven ook gaat.
3. (spirituele gemeenschap) Een echte kerk waardeert het participeren in programma’s nooit hoger dan het aangaan van relaties in een gemeenschap. En ze ziet de verontrustende waarheid onder ogen dat betrokkenheid in kleine groepen te vaak een bijdrage levert aan niet meer dan het meedoen in een relationeel programma. Een echte kerk richt zich op spirituele gemeenschap, waar zielen zich met elkaar verbinden, waar schaamte afneemt, waar zonden aan de oppervlakte komen, waar mislukking genade ontmoet, waar irritaties verzacht worden, waar heilig verlangen groeit.4. (spirituele missie) Een echte kerk weet dat goed doen in deze wereld weinig verlossende kracht heeft tenzij degenen die goed doen Jezus kennen, op Jezus lijken en op de manier van Jezus relaties aangaan, in de kracht van Jezus, allereerst in hun gezinnen en kerken, en vervolgens ook in de cultuur om hen heen.
Ik denk dat Larry Crabb met zijn boeken erg veel kan betekenen nu er allerwegen wordt gevraagd hoe we in de 21e eeuw kerk moeten zijn. Mijn indruk is momenteel dat het sterke accent op missionair en cultureel relevant kerk zijn onvoldoende honoreert dat kerk primair bedoeld is als spirituele gemeenschap waar ziel-zorg plaats vindt in de naam van Jezus. En een moralistische en onverbonden kerkelijke gemeenschap die zonder daarin te veranderen zich missionair naar buiten keert communiceert een moralistisch evangelie dat geen evangelie is.
28/12/2009 op 16:09
Prachtig, helemaal naar mijn hart. Boek is in bestelling!
29/12/2009 op 19:18
Hi Jos,
Je schrijft:
Mijn indruk is momenteel dat het sterke accent op missionair en cultureel relevant kerk zijn onvoldoende honoreert dat kerk primair bedoeld is als spirituele gemeenschap waar ziel-zorg plaats vindt in de naam van Jezus. Een een moralistische en onverbonden kerkelijke gemeenschap die zonder daarin te veranderen zich missionair naar buiten keert communiceert een moralistisch evangelie dat geen evangelie is.
You hit the nail on the head!
30/12/2009 op 14:18
Beste Jos,
De omschrijvingen van Crabb spreken me aan. Kerk, dicht en gericht op relaties met God en mensen door Jezus.
Toch bekruipt me een beetje het gevoel van een valse tegenstelling missionair – spiritueel wanneer ik deze bijdrage lees.
Allereerst, omdat wanneer ik in bovenstaande spiritueel vervang voor missionair, de omschrijvingen dicht komen bij, wat ik versta onder missionair gemeentezijn. Dat is ook niet zo vreemd, want vul bij puntje vier Joh 20 in – zoals de Vader mij heeft gezonden, zo zend ik ook jullie -, en het voorafgaande volgt er bijna direct uit. En Joh 20 is de missionaire tekst par excellence. En dan bedoel ik inclusief alles wat daar aan uitleg aan mee komt. Voor mij komen de negatieve connotaties die jij (ons) bij het woord missionair wil (laten) horen dus wat gezocht en geforceerd over.
Bovendien, plak je de etiketjes wel goed? Woorden als programma’s’, ‘cultuur relevant willen zijn’, ‘activiteiten’ en ‘entertainen’ worden ook door ‘de missionairen’ of ‘de emergers’ regelmatig in pejoratieve zin gebruikt om de attractionele / moderne kerk te kenschetsen. Trouwens, hoe vervreemdend de laatstgenoemde kerk voor mij persoonlijk vaak ook is, wanneer mensen haar met deze simplistische etiketten diskwalificeren, is ze mij opeens ontzettend dierbaar.
Als tweede hoor ik een valse tegenstelling door je (vertaalde) gebruik van het bijvoeglijk naamwoord echt in echte kerk. Vanuit je GKV traditie weet je dat het gebruik van het woord echt het woord vals oproept. En zelfs als je niet wilt spreken vanuit die traditie, horen anderen je toch wel zo. Hoezeer ook ik verlangens heb naar een ‘echte’ kerk, ik wil toch ook erg graag de gebrokenheid van de kerk en dus allereerst mijn eigen gebrokenheid honoreren, ook in mijn verlangens en beelden van wat de echte kerk wel zou moeten zijn. Simil justus et peccator, zou wat mij betreft ook een eigenschap van de ware kerk kunnen zijn, totdat Jezus komt.
Mijn persoonlijke ervaring op dit moment is dat mensen in kerkenraden uit allerlei delen van het land ontdekken, dat missionair geen activiteit is, geen programma en geen techniek, maar ons leven betreft. De brug naar Joh 20 is voor hen direct zichtbaar inclusief de Heilige Geest die de Heer in eenzelfde adem over hen uitspreekt.
30/12/2009 op 22:13
Beste Pieter,
Dank voor je reactie. Ik ben al snel bereid om toe te geven dat een tegenstelling tussen ‘spiritueel’ en ‘missionair’ maken niet terecht is. Idealiter definiëren deze begrippen elkaar.
Echter, naar mijn indruk gaat er de laatste jaren (in lokale kerken en in bezinning op allerlei niveaus) buitengewoon veel kerkelijke energie uit naar missionair gemeente zijn en zie ik iets vergelijkbaars nauwelijks gebeuren als het gaat om spiritualiteit of zielzorg.
Net als jij merk ik dat er overal mensen en kerken zijn die ontdekken dat missionair zijn geen activiteit is, geen programma en geen techniek, maar dat het ons leven, ons zijn betreft. Maar dan slaat de verlegenheid pas echt toe (is mijn ervaring, ook in contacten met andere kerken): hoe kunnen we weg groeien van een verburgerlijkte, moralistische kerkelijke cultuur? Hoe kunnen we weer gericht raken op datgene waar het werkelijk om gaat: Christus kennen, ziel-zorg bieden, een veilige plaats zijn, een ruimte vormen waar de Geest waait?
Met ‘echt’ kerk zijn bedoelt Crabb dan (en daarin wil ik hem volgen): een kerk die theologisch, spiritueel, pastoraal en missionair weer werkelijk gefocust is op de kern van gemeente-zijn: Christus kennen en de kracht van verbondenheid ervaren en delen. Dat gebeurt juist waar zwakheid, onvolkomenheid en gebrokenheid een plek mogen hebben. Crabb schrijft (in Becoming a True Spiritual Community, 27): ‘Why is spiritual community so rare? I suspect it has to do with the requirement of brokenness. We’d much rather be impressively intact than broken. But only broken people share spiritual community.’
In snap overigens niet zo goed waarom je mijn verlangen naar ‘echte’ kerk verbindt met het ‘ware kerk denken’ dat kenmerkend is geweest voor de GKV traditie. Op de klank af is er een talige overeenkomst (‘echt’ en ‘waar’), maar dan houdt het toch ook echt op (ik heb ook niet de indruk dat mijn lezers mij zien als een representant van de GKV traditie). ‘Echt’ zit eerder op het spoor van ‘authentiek’, ‘eerlijk’, ‘oprecht’, ‘transparant’ en open daarmee een heel andere betekenisveld dan ‘waar’.
31/12/2009 op 11:16
Beste Jos,
Bedankt voor je reactie!
Je hebt gelijk: de echte kerk is niet de ware kerk 😉 Dus die alinea hierover van mij mag je schrappen.
Ik denk, dat het goed is, zoals jij voorstelt, om missionair en spiritueel door elkaar te laten omschrijven.
Je pikt vervolgens uit mijn reactie en waarschijnlijk nog meer uit Crabb het element van gebrokenheid op. Voor mij verwoordt Paulus dat in 2 Korinte 4:7 – de schat in aarden vaten. Ik noem deze tekst omdat in de buurt van die woorden ook een tekst ligt die jou dierbaar is.
Het vermoeden van Crabb zou ondertussen juist kunnen zijn. We leven in een tijd van lichamelijke gaafheid en kracht verbeeldt door Photoshop. De notie die wij bij heling hebben is waarschijnlijk meer gekleurd door onze cultuur dan de bijbel dan we denken. Tegelijkertijd verlangen mensen naar authenticiteit (echtheid!). Dat opent mogelijk een weg naar gebrokenheid. Maar gebrokenheid en kwetsbaarheid vragen meer kracht dan gaafheid. Dat is mogelijk het begin van de verlegenheid, waar jij op doelt.
Die verlegenheid vindt verder zijn vervolg in de samenstelling van veel kerken- of oudstenraden. Zoals iemand zei: kerken worden gevormd naar het beeld van hun leiders. Zolang dat blanke middenklasse mannen zijn die hun gezinnen op orde hebben, zal dat het ideaal blijven. Niet, dat er iets mis is met veertig, man, getrouwd of middenklasse zijn, noch met het feit dat je “je gezin op orde hebt”. Maar, de homogeniteit belemmert de blik op Jezus, legt de lat tegelijkertijd te laag en te hoog, op de goede maar ook op de verkeerde plaats.
Hoe kunnen we daar van weg groeien? We weten het antwoord natuurlijk: Jezus. Hij moet ons vormen naar zijn beeld, hij moet de gebrokenheid door zijn kracht in ons aan het licht brengen en zo zijn licht door ons laten schijnen. Veni Creator Spiritus.
05/01/2010 op 13:18
Ben je ook bekend met het werk van Mark Driscoll? Jonge prediker en kerkplanter, stoer en orthodox, in Seattle.
http://www.marshillchurch.org. Aansprekend, eigentijds, maar zeer verbonden met de orthodoxie.