In zijn commentaar in het ND van zaterdag 15 oktober greep Peter Bergwerff twee gebeurtenissen aan om een waarschuwingssignaal af te geven.

Dit zijn de twee gebeurtenissen: 1) het einde van het Werkgezelschap Christocentrische Gemeente waarin een groep predikanten uit de GKV vorm en inhoud heeft gegeven aan het centraal stellen van Christus; 2) de verschijning van de nieuwe visienota ‘De hartslag van het leven‘ voor de PKN waarin eveneens een oproep tot concentratie op Jezus Christus klinkt.

Bergwerff verbindt hieraan deze tot nadenken (c.q. somberheid) stemmende opmerking:

Wrang is wel dat die concentratie op de Zoon van God niet gelijk opgegaan is met grotere geestelijke eenheid en al helemaal niet met kerkelijke groei.

(Tussen haakjes: het uitblijven van kerkelijk groei zou juist ook gezien kunnen worden als het ‘succes’ van een radicale concentratie op Christus, want daar zitten veel gelovigen niet echt op te wachten.)

En vervolgens waarschuwt Bergwerff voor

(…) de vandaag populaire opvatting dat met de concentratie op Christus de rest er eigenlijk niet zoveel toe doet. Juist waar de naam Jezus mensen voor in de mond ligt, wordt er nogal eens lustig op los geselecteerd in wat men wel en wat men niet van ‘Jezus’ als waarheid en als levensopdracht wil overnemen.

Is dit een waarschuwing die we ter harte moeten nemen? Is het eigenlijk heel gevaarlijk om Christus centraal te stellen omdat een dergelijke concentratie als onontkoombare consequentie heeft dat de rest er eigenlijk niet zoveel toe doet?

Ik ben het hartgrondig oneens met de waarschuwing, terwijl ik er ook wel iets van begrijp. Want ook ik zie om me heen steeds meer gebeuren dat christenen zeggen: ‘Ik ben in Christus een geliefd kind van God en een nieuwe schepping, ik mag er helemaal zijn, dus kom niet aan met christelijke kritiek op de ethische keuzes die ik maak.’ Ik denk dat Bergwerff zoiets op het oog heeft. En hier hebben we inderdaad te maken met een ontspoorde toepassing van een christocentrische concentratie.

Maar vervolgens zeg ik toch: ik ben het hartgrondig oneens met de waarschuwing van Bergwerff. Zijn vooronderstelling, dat een concentratie op Christus gepaard gaat met de gedachte dat de rest er eigenlijk niet zoveel toe doet, peilt niet de diepte van die radicale concentratie op Christus. Het gaat daarin om een oer-reformatorische concentratie die uitgedrukt wordt in twee Latijnse uitdrukkingen: Solus Christus (Christus alleen) en Totus Christus (Christus helemaal). Het gaat daarin ook om een andere klassiek-gereformeerde notie die behoort bij het Avondmaal: dat wij ons leven buiten onszelf zoeken, in Christus alleen. Het gaat daarin om de meest radicale keuze die een mens kan maken: om zich in alles over te geven aan Gods Zoon en tegen hem te zeggen: ‘U bent mijn leven, u wil ik dienen, leg beslag op alles wat in mij is.’

Het is niet minder dan gevaarlijk wanneer een dergelijke fundamentele notie van het christelijk geloof in diskrediet gebracht wordt door de suggestie te wekken dat deze welhaast automatisch gepaard moet gaan met de gedachte dat ‘de rest er eigenlijk niet zoveel toe doet’. De rest, oftewel al het andere vindt in Christus juist zijn zin en betekenis. ‘Christus centraal’ stellen betekent dat Christus álles voor ons wordt. En dat betekent voor ieder mens vooral dat hij of zij heel erg veel los moet laten: tradities, afgoden, alles waarop je hier op aarde je vertrouwen kunt stellen en zichzelf.

Inderdaad, wie met een beroep op Jezus bepaalde (ethische) keuzes maakt waarvan evident is dat ze in strijd zijn met de weg (van dienstbaarheid, zelfverloochening en je vreugde vinden in God) die Christus ons wijst en waarop hij zelf ons is voorgegaan, die moet te horen krijgen (1 Johannes 1:6):

Als we zeggen dat we met hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid.

Maar laten we de dag zegenen waarop een mens, door de Geest gedreven, leert zeggen: ‘Christus is alles’, en waarop hij of zij, alweer door de Geest gedreven, zich afkeert van zijn of haar eigen leven en zegt: ‘Vanaf vandaag wil ik Christus centraal stellen.’

Overigens is dat voor de kerk inderdaad gevaarlijk, heel gevaarlijk. Want waar Christus centraal komt te staan, kan het eigen kerkelijke ego niet meer centraal staan, kunnen tradities en gebouwen niet meer centraal staan, kan het eigen gelijk niet meer centraal staan, kan het afzichtelijke moralisme dat zoveel kerkelijk leven ontsiert niet meer centraal staan.

Christus centraal stellen is buitengewoon gevaarlijk, namelijk voor de status quo van de zelfgenoegzame kerk.