Vandaag is in het Reformatorisch Dagblad de zogenaamde Nashvilleverklaring verschenen: een door kerkelijke leiders opgestelde gezamenlijke verklaring over Bijbelse seksualiteit (ook hier te lezen). Waarschijnlijk krijg ik het volgende week toegestuurd met de vraag om er mijn handtekening onder te zetten. Dat ga ik niet doen. Waarom niet?
Omdat ik moest denken aan een passage die ik al een tijd geleden in een boek had gelezen en waarin verwoord werd wat er mis is met een christelijke kerk die eenzijdig (ik zal niet beweren: alleen maar) bezig is met het formuleren, verdedigen en propageren van de meest correcte geloofsovertuigingen. Wat er mis is dus met een kerk die zich vooral richt op de meeste zuiver leer. Hier volgt die passage in een door mij iets aangepaste weergave:
Miljoenen mensen denken dat het in het christelijk geloof – wil het echt christelijk zijn – maar om één ding draait: de juiste geloofsovertuigingen. Als we kijken naar de prioriteiten van veel christelijke leiders en christelijke instituten, zouden we kunnen concluderen dat Jezus het volgende heeft gezegd: “Aan hun geloofsovertuigingen zul je hen herkennen” (Matteüs 7:16*). Of: “Mijn gebod is dat jullie de juiste geloofsovertuigingen hebben” (Johannes 15:12*). Of: “Ik geef jullie een nieuwe systematische theologie” (Johannes 13:34-35*). Of dat Paulus heeft gezegd: “Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de juiste overtuiging over Bijbelse seksualiteit niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal” (1 Korintiërs 13:1*). Of Jakobus: “Voor God, de Vader, is alleen dit reine, zuivere godsdienst: de juiste opvatting hebben over de inspiratie van de Bijbel” (Jakobus 1:27*). Of Johannes: “God is leer. Wie in de zuivere leer blijft, blijft in God, en God blijft in hem” (1 Johannes 4:16*).
- Matteüs 7:16: “Aan hun vruchten zul je hen herkennen. Men plukt toch geen druiven van doornstruiken of vijgen van distels?”
- Johannes 15:12: “Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad.”
- Johannes 13:34-35: “Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.”
- 1 Korintiërs 13:1: “Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal.”
- Jakobus 1:27: “Voor God, de Vader, is alleen dit reine, zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven.”
- 1 Johannes 4:16: “Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem.”
Met dank aan: Brian McLaren, De grote spirituele shift. Christendom in beweging, blz. 19-20. Lees ook deze blogpost: Brian McLaren en de kerk van de toekomst.
07/01/2019 op 10:12
Dit stuk zegt dus in feite dat onze Heere Jezus, toen Hij tegen de Farizeën zei dat je je vrouw niet mag verlaten om allerlei oorzaak (dus als je bv. ontdekt dat je liever 2 ipv. 1 vrouw wilt) omdat God man en vrouw geschapen heeft en dat wat God samengevoegd heeft de mens niet mag scheiden, dat Hij toen dus blijkbaar veel te stellig geweest is en te weinig liefde had voor mensen die verlangen naar meerdere vrouwen… Of geldt dan de opdracht om mezelf te verloochenen en mijn kruis op mij te nemen en Hem navolgen?
11/01/2019 op 22:00
Menig GKv of PKN theoloog zou dat waarschijnlijk stellen, ja.
07/01/2019 op 14:29
En de laatste regel uit hetzelfde stuk:
1 Korinthiërs 13
13 En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde.
Ik heb de volledige verklaring gelezen en er voor mijzelf weinig liefde in gevonden, meer oordelen en veroordelingen. Uit liefde zeg ik dat eenieder die zijn/haar geloof belijdt zonder anderen uit te sluiten zich Christen kan en mag noemen. Aangezien ik mens ben, en niet altijd open sta voor anderen, noem ik mij geen Christen.
En hoewel dit stuk over overspel gaat, geloof ik dat dit opgaat voor alles.
Johannes 8:7
Wie van u zonder zonde is, werpe het eerst een steen naar haar.
07/01/2019 op 18:08
Wat ik mooier zou vinden, is dat in plaats van een verklaring naar buiten over andere mensen (in dit geval seksueel anders geaarden) we onszelf in liefde verhouden met deze groepering(en). We kunnen beter met elkaar praten als mensen/christenen dan elkaar (en zeker naar buiten toe) de maat nemen, in welk opzicht dan ook. Ligt wel in lijn met de opmerking van Jos. Kennelijk gaat het om zoiets als zuiver zijn op papier.
07/01/2019 op 22:04
En kunnen we misschien eerst samen de bijbel openslaan. We kunnen nl. niet in elkaars huid kruipen vlgns mij.
07/01/2019 op 23:31
Dankjewel voor je Bijbelse nuancering. Als orthodoxe christen zoek ik Gods leiding en niet een onbarmhartige leer. Jouw op de Bijbel gefundeerde reactie was helpend.
12/01/2019 op 21:25
Meneer Douma,
Het is uw goed recht de verklaring niet te ondertekenen, maar hetgeen wat u hier deelt doet de verklaring geen recht. In het naschrift wordt namelijk uitgebreid gesproken over het pastorale aspect en hoe we als christenen datgene wat is ondertekend met de mond van een profeet en het hart van een herder in praktijk kunnen brengen. Dit schetst heel duidelijk het goede motief erachter. En dat aspect mist u compleet hier, vrees ik. De verklaring op zich is een openbare belijdenis, waarbij de ondertekenaars zich onderwerpen aan hetgeen wat zij als duidelijke taal zien, afkomstig van het hoogste Gezag. Ik heb vanochtend nog een van de Nederlandse initiatiefnemers van de verklaring horen getuigen hoe ontzettend zwaar het hem viel dat de verklaring zo afschuwelijk uit z’n fatsoen gemisrepresenteerd wordt door de media en dat mensen hier klakkeloos in meegaan. De grootste klap komt echter uit de christelijke hoek en dat is triest. Kortom: Uw gedachten over de ‘eenzijdigheid’ waar u het over heeft zijn op zichzelf dus ook erg eenzijdig. Ik wil u aanmoedigen om nog eens een eerlijke blik te werpen op de verklaring, met name het voorschrift en het naschrift.
Groet, Jacob-Carl