Gisteren is de Trendrede 2019 uitgesproken. De Trendrede is een initiatief van Nederlandse toekomstdenkers. Jaarlijks kaderen en clusteren ze de actualiteit in enkele overkoepelende thema’s en tonen Nederland daarmee een uitgelicht pad richting de toekomst. De Trendrede schildert zo de tijd die voor ons ligt met krachtige streken en kleurt hem in met opvallende details. Zij schetst daarmee de golven waarop Nederland richting de toekomst surft.
Vandaag lees ik die trendrede. En al lezend noteer ik de zinnen die me opvallen omdat ze direct toepasbaar lijken op ontwikkelingen die in de kerken plaatsvinden.
- Onszelf verplaatsen in de ander en er zelf ook durven zijn, is geen eenvoudige opdracht. Een constructieve dialoog voeren is net zo min een gemakkelijke opgave. Samenleven is een werk in ontwikkeling. Samen sturen we de toekomst.
- Het korstje van de samenleving wordt dunner en het rommelt continu, onzichtbaar en onheilspellend. Om ons heen ontstaan scheuren. Wie behoedt ons voor een vrije val als we onszelf even niet staande kunnen houden?
- De burger dwaalt als eenzame ziel door een verbrokkeld maatschappelijk landschap, op zoek naar een nieuw narratief om zich aan vast te houden. Er zijn voorlopig vooral veel vraagtekens.
- Van het ontmenselijken van de mens gaan we naar het vermenselijken van het systeem. Door de protocollen heen zien we dan elkaar weer staan.
- Op zoek naar een nieuw narratief, met onszelf als bouwsteen, bewegen we ons door een schijnbaar onveilige tijd. Even weten we niet waar we aan toe zijn.
- Bemiddelaars en mediators hebben de toekomst. Er ontstaan tussenruimtes, oases waarin we op adem komen en niet direct een mening hoeven te geven.
- Er is faalangst in het zicht van een perfecte wereld. Iedereen probeert grip te houden, terwijl dat eigenlijk niet kan. Er is werkdruk, participatiedruk, zorgdruk en geluksdruk. Hoogleraar psychiatrie Damiaan Denys zegt in NRC Handelsblad: ‘Het ís niet normaal om mooi en succesvol te zijn en alles onder controle te hebben. Het is normaal om soms bang te zijn, ongelukkig, verdrietig, dom, je te vervelen en soms eenzaam te zijn.’ Perfectie blijkt een mythe.
- Ook in het privéleven komen er telkens mogelijkheden bij om ‘tussenruimte’ te creëren: meditatie, pelgrimstochten, Netflixen of kijken hoe anderen gamen. Er wordt gezocht naar een hernieuwde connectie met de natuur. Techloze reflectiemomenten en forest bathing, waarin individuen zich ‘baden’ in de natuur, zijn een trend.
- We leren het steeds beter: inzoomen op de mens achter het systeem én uitzoomen op de context buiten het systeem. Dat schept ruimte voor mensen om te groeien.
- Van aansturing bewegen we richting samensturing. De gesprekken duren langer, maar dragen bij aan het resultaat: weten we de verschillen te overbruggen, dan komen we verder. We nemen de rust om de intersecties in kaart te brengen, de plekken waar belangen samenkomen, waar problemen zich opeenstapelen.
- Hoe maken we van bubbels communicerende cirkels? De vraag ‘wie is wij’ blijft de komende jaren relevant. In onze individualistische samenleving, waarin elk ‘systeem’ en elke deskundige al snel gewantrouwd wordt is de beantwoording nu urgenter dan ooit.
- De woede heeft mensen in beweging gebracht en het vuur van verandering doen oplaaien. Nu is het tijd om te schakelen. Tijd voor anti-cynisme: denken en doen met aandacht voor ruimte, richting en relativering. We laten los, wankelen, helpen elkaar overeind wanneer we vallen en struikelen zo een onbekende toekomst in. Alleen zo ontdekken we de nieuwe lijnen.
- We bereiken het punt waarop niets doen en alles bij het oude laten problematischer is dan kiezen voor het experiment. Omdat we de methodieken die bij de toekomst passen nog niet kennen, is het logisch om ruimte te bieden aan hen die zoeken naar creatieve oplossingen voor bestaande problemen.
- We hebben ruimte nodig. En richting. Ruimte, om de plek die we als bouwsteen innemen binnen het grotere geheel te kunnen herijken. Richting, om de energie vrij te maken die de eerste stap mogelijk maakt. Misschien moeten we er nog iets aan toevoegen: relativering. Niemand van ons is perfect. Alleen het besef al kan rust geven.
- Dualiteit staat ter discussie. Er is geen hard onderscheid tussen goed en slecht, tussen lichaam en geest en tussen consument en burger. Net zo min als tussen zwart en wit en tussen nul en een.
- We trekken de conclusie dat niemand perfect is en dat niemand in zijn eentje ver komt. Imperfecte individuen kunnen wel een geweldig team vormen.
Geef een reactie