Het woord ‘Jezusruimte’ gaat al een aantal jaren met me mee. Ik herinner me nog goed een pastoraal gesprek met een dertiger die vastliep in zijn verbinding met de kerk. Voor hem stond de kerk voor de kerk van zijn ouders: benepen, veel regels, veel moeten, druk en dwang. In dat gesprek probeerde ik dat woord ‘Jezusruimte’ om zo te zeggen eens uit. Want mijn ervaring leert dat een ‘nieuw’ woord of een ander perspectief, dat door zo’n woord kan worden opgeroepen, als heel bevrijdend kan worden ervaren.

Pastoraat

Dus ik vertelde – terwijl ik uiteraard ook erkenning gaf voor de realiteit van een kerk van regels en gedoe, van druk en dwang – dat ik probeerde om de kerk te zien als een Jezusruimte. Een plek waar Jezus is, die ruimte schept. De kerkdienst als een ontmoeting waar Jezus aanwezig is en mij liefdevol en bemoedigend uitnodigt om met hem op weg te gaan. Kerk als Jezusruimte dus. Maar ook veel breder. De Jezusruimte is overal: de aanwezigheid van Gods Zoon die Heer is over alles, die de liefde van de Vader overal ten toon spreidt – op elke plek en op elk moment kan ik de keuze maken om open te staan voor die aanwezigheid.

Onlangs, een paar jaar later weer, had ik weer een gesprek met deze dertiger. Hij herinnerde het zich nog: hoeveel ruimte hem dat woord Jezusruimte had gegeven in zijn zoektocht naar zijn geloof en zijn plek in de kerk, een zoektocht die nog steeds doorgaat.

Vreemd?

Ik herken ook andere reacties op dat woord Jezusruimte. Het voelt wat vreemd, anders, vaag aan. En dat klopt denk ik ook wel. Het is een monastiek woord, een Katholiek woord misschien ook wel (en juist daarom vind ik het zo mooi). Het kan van de lezer dus vragen om er even aan te wennen. ‘Jezusruimte’. Je moet het woord proeven. Er moet een verlangen zijn naar ruimte (als je geloven niet kunt verbinden met ruimte en openheid, zul je het misschien moeilijk hebben met dit woord).

Bijbelwoorden die voor mij de ‘inhoud’ van de Jezusruimte laten aanvoelen zijn bijvoorbeeld:

En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld. (Matteüs 28:20)

In hem is alles geschapen,
alles in de hemel en alles op aarde,
het zichtbare en het onzichtbare,
vorsten en heersers, machten en krachten,
alles is door hem en voor hem geschapen.
Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in hem.
(Kolossenzen 1:16-17)

U omsluit mij, van achter en van voren,
u legt uw hand op mij.
Wonderlijk zoals u mij kent,
het gaat mijn begrip te boven.
(Psalm 139:5-6)

Aanwezigheid

Vóór alles roept het woord Jezusruimte Gods aanwezigheid op. God is – in Christus – de Aanwezige. Presentie – daar gaat de Jezusruimte over. Dat de Heer een en al Aanwezigheid is: eeuwige aanwezigheid, liefdevolle aanwezigheid, transformerende aanwezigheid, genezend aanwezigheid, reddende aanwezigheid. Die aanwezigheid leren kennen en ervaren, daar gaat het om.