Woorden van Jezus

Jezus Christus is Gods eigen Woord. Als het nu in dit vierde deel gaat over de woorden van Jezus, dan moeten we dat eerst bedenken.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen.
Johannes 1:1-4

Telkens als we Jezus iets horen zeggen, als we luisteren naar een uitspraak, een verhaal of een toespraak, is het belangrijk om ervan doordrongen te zijn dat daarin Jezus als het Woord naar ons toekomt en dat hij krachtig en scheppend spreekt. Zijn woorden zijn maar niet interessante gedachten waarover wij kunnen nadenken, maar het zijn vooral woorden die nieuw leven te voorschijn willen roepen. Zo was het met de woorden van God al vanaf het begin. De eerste woorden van God brachten scheppend tot stand wat gesproken werd:

God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. God zag dat het licht goed was.
Genesis 1:3-4

Heel beeldend wordt dat ook door de profeet Jesaja onder woorden gebracht:

Zoals regen of sneeuw neerdaalt uit de hemel en daarheen niet terugkeert zonder eerst de aarde te doordrenken, haar te bevruchten en te laten gedijen, zodat er zaad is om te zaaien en brood om te eten – zo geldt dit ook voor het woord dat voortkomt uit mijn mond: het keert niet vruchteloos naar mij terug, niet zonder eerst te doen wat ik wil en te volbrengen wat ik gebied. 
Jesaja 55:10-11

Als we proberen te luisteren naar woorden van Jezus, om ook daarin zijn grootheid en zijn glorie te ontdekken, dan is het belangrijk om te geloven dat zijn woorden vol leven en vol kracht zijn. 

In het Johannes-evangelie komt er een moment dat velen zich van Jezus afkeren, juist om de dingen die hij zegt:

Dit zijn harde woorden, wie kan daarnaar luisteren?
Johannes 6:60

Als Jezus dan vraagt of zijn eigen leerlingen niet ook weg willen gaan, antwoordt Petrus: 

Naar wie zouden we moeten gaan, Heer? U spreekt woorden die eeuwig leven geven, en wij geloven en weten dat u de heilige van God bent.
Johannes 6:68-69

Niemand minder dan de Vader heeft ons als zijn kinderen erop gewezen hoe belangrijk het is om naar zijn Zoon te luisteren. Toen Jezus op een hoge berg was en hij van gedaante veranderde (zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht), klonk deze stem uit de hemel:

Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Luister naar hem!
Matteüs 17:5