Hij nam hen mee de stad uit, tot bij Betanië. Daar hief hij zijn handen op en zegende hen. Terwijl hij hen zegende, ging hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel.

Lucas 24:50-51

Toen Jezus zijn werk op aarde had vervuld, is hij naar de hemel gegaan. Dat moment probeer ik me vaak voor te stellen. Samen met zijn leerlingen is Jezus op de berg, hij heft zijn handen omhoog om hen te zegenen, en zo vaart hij op naar de hemel, tot een wolk het zicht op Jezus ontneemt. Dat beeld probeer ik altijd vast te houden: Jezus die naar ons kijkt, zijn handen zegenend geheven, die handen waarin je de wonden van de spijkers van het kruis nog kunt zien. Dat is het laatste op aarde: een zegenende Jezus. Hemelvaart is niet dat Jezus weggaat van de aarde, maar dat hij duidelijk maakt dat hij met zijn zegen aanwezig zal zijn, altijd.

In de Heidelbergse Catechismus wordt het geloof in de hemelvaart van Jezus heel eenvoudig zo onder woorden gebracht (antwoord 46):

Christus is voor de ogen van zijn discipelen van de aarde naar de hemel opgenomen en is daar ons ten goede.

Dat is dus de essentie van de hemelvaart: niet dat Jezus weg is, maar dat hij ons ten goede in de hemel is. Vanuit de hemel kan hij al het goede dat we nodig hebben aan ons geven en voor ons doen. Dat doet hij zittend aan de rechterhand van God, de ereplaats naast zijn Vader:

Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God.
Kolossenzen 3:1

Daar zit hij. Als ik wil groeien in het aanbidden van Jezus, is het zo belangrijk om hem telkens weer op die plaats in de hemel te zien, en me te richten op wat boven is, omdat ik zo vaak teleurgesteld kan zijn als ik niet naar boven kijk maar alleen maar om me heen. Bijvoorbeeld in de kerk. Voor ik het weet zie ik de kerk als mensenwerk. Maar het is het werk van mijn Heer, Jezus, die aan Gods rechterhand in de hemel is

Hij heeft alles aan zijn voeten gelegd en hem als hoofd over alles aangesteld, voor de kerk, die zijn lichaam is, de volheid van hem die alles in allen vervult.
Efeziërs 1:22-23

Dat Jezus in de hemel is, geeft mij moed voor de kerk die op aarde is. Hij is het hoofd en de kerk is het lichaam. Zijn eeuwige en hemelse macht is onverbrekelijk verbonden met de aardse kerk:

Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in hem. 
Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk. 
Oorsprong is hij, 
eerstgeborene van de doden, 
om in alles de eerste te zijn: 
in hem heeft heel de volheid willen wonen 
en door hem en voor hem alles met zich willen verzoenen, 
alles op aarde en alles in de hemel, 
door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis. 
Kolossenzen 1:17-20

Gebed

Jezus, u bent naar de hemel gegaan, niet om ons te verlaten, maar juist om altijd bij ons te zijn. Dank u dat we u altijd mogen blijven herinneren als de Heer die ons met zijn doorboorde handen zegende en die nooit ophoudt ons te zegenen. Dank u dat u in de hemel hoofd bent van uw kerk op aarde. Amen.