Morgen mag ik een lezing geven ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Evangelische Theologische Academie. Er wordt een symposium gehouden in Putten met het thema ‘Christelijke spiritualiteit. De kunst van het geestelijk leven in de 21e eeuw’. De lezing rond ik vanavond helemaal af. Maar hier volgt alvast de inleiding…

Een eenvoudige man uit een Frans dorpje ging elk middag rond een uur of vijf naar het plaatselijke kerkje, waar ook Henri Nouwen wel eens wat tijd doorbracht. Deze man ging dan op de voorste bank zitten tegenover de crucifix die daar hing, beeld van de gekruisigde Christus. Hij zat daar een half uur en deed niets. Na dat halve uur vertrok hij weer. Dit maakte Henri Nouwen nieuwsgierig. Op een goede dag vroeg hij, nadat de man het kerkje uit was gekomen: ‘Wat doet u daar nu eigenlijk? Het lijkt wel alsof u niks doet.’ En de man antwoordde: ‘Hij – en de man doelde op de gekruisigde Christus van de crucifix – Hij kijkt naar mij, en ik kijk naar hem, en dat is genoeg.’

‘Hij kijkt naar mij, en ik kijk naar hem.’ Dat zou een mooie definitie van spiritualiteit kunnen zijn. Er valt uiteraard veel meer te zeggen, en dat ga ik ook nog wel doen, maar dit is het eerste wat ik vanmorgen tegen u wilde zeggen u het gaat over spiritualiteit: ‘Jezus kijkt naar mij en ik kijk naar Jezus. En dat is genoeg.’

Dat is geen groots verhaal, het is niet stoer, het is niet hip, het is niet erg eigentijds of 21e eeuws. Met een feelgoodlevensstijl en een doehetzelfreligiositeit heeft het allemaal ook weinig te maken. Want christelijke spiritualiteit is niet stoer of hip, is niet doehetzelverig of feelgoodachtig. Het is trouwens ook geen kunst en al helemaal geen kunstje waarmee de kerk gered moet worden of zo.

Wordt vervolgd…