Vandaag heb ik in Putten mijn lezing mogen houden op het symposium over Christelijke spiritualiteit (ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Evangelische Theologische Academie. Gisteren kon je de inleiding hier al lezen. Nu is het hele verhaal beschikbaar achter deze link: De hemelse omhelzing. De gunst van het geestelijk leven in de 21e eeuw (pdf)“. Hieronder kun je ook een passage lezen:

De kerk als vindplaats van spiritualiteit

Het tweede deel van mijn verhaal is gewijd aan de vraag hoe gemeenteopbouw een bijdrage kan leveren aan het ervaren van de gunst van geestelijk leven in de 21e eeuw. Dat is een uiterste boeiende en naar mijn indruk ook zeer  actuele vraag. Alom klinken er geluiden dat er echt wat moet gebeuren en dat de kerk terug moet naar de kern. Juist deze week klonken er twee gelijkgerichte pleidooien. Naar aanleiding van het boek Heeft de kerk zichzelf overleefd? van de godsdienstsocioloog Gerard Dekker werd afgelopen donderdag aan de Vrije Universiteit Amsterdam een symposium gehouden waar Dekker opnieuw waarschuwde voor een verkerkelijkt christendom dat ten kost gaat van het spirituele leven in de lokale geloofsgemeenschap. “Ik pleit niet voor conventikels, maar de kerk moet zich wel weer gaan richten op de omgang met God en zijn Woord.”[1] En Roel Kuiper, bijzonder hoogleraar christelijke filosofie, sprak afgelopen donderdag ook hier in Putten voor het Contact Orgaan Gereformeerde Gezindte en voerde daar onder meer een pleidooi voor een veel grotere aandacht voor ervaring in de kerk en voor het zien van de kerk als moeder (een beeld dat wat mij betreft wonderwel past bij de metafoor van de omhelzing). Twee quotes: “Persoonlijke geloofsbeleving is belangrijker dan de eredienst.”  En over de kerk als moeder: “In de kerk als warme gemeenschap is de liefde van Christus te beleven als een verbindende en stimulerende kracht.”[2]

Heel recent is ook de verschijning van het boek van Henk de Roest met de prachtige titel Een huis voor de ziel.[3] Ook hij voert een genuanceerd pleidooi voor een kerk die zich weer meer naar binnen keert om weer contact te maken met de eigen bronnen. Want zonder spiritualiteit, bezieling, zielzorg gaat het niet. “Ik meen (…)  dat alleen een kerk die de beweging naar binnen maakt een beweging naar buiten kan maken. Er is een gezamenlijke concentratie nodig. Concentratie betekent hier letterlijk ‘samen zijn rond het centrum’.”[4]

In het gesprek dat over deze dingen gaande is, wil ik vandaag graag dit statement maken: Een kerk die niet aan spirituele gemeenteopbouw doet moet aan missionaire gemeenteopbouw maar niet beginnen.[5]

[1] Nederlands Dagblad vrijdag 16 april 2010: ‘Wel naar de kerk, maar zonder geloof. Vrije Universiteit belegt symposium over nieuw boek Gerard Dekker’.

[2] Nederlands Dagblad vrijdag 16 april 2010: Soberheid dienst roept weerstand op. Hoogleraar Kuiper voert nieuw pleidooi voor ‘kerk als moeder’.’

[3] Henk de Roest, Een huis voor de ziel.Gedachten over de kerk voor binnen en buiten, Meinema Zoetermeer, 2010.

[4] Henk de Roest, Een huis voor de ziel, blz. 17. Nog een enkel citaat: “Ik ga uit van een benadering van veranderingen in de kerk, die niet uitgaat van het van tevoren vastleggen van doelen en methoden, die helder omlijnd zijn of waarop de kerk zich zou moeten richten. De vraag is veel meer wat betekenisvol op een bepaald moment dan dat het gaat om een in de toekomst te realiseren ideaal” (blz. 19). “Het gaat in alle hedendaagse vormen van kerk-zijn telkens om de mogelijkheid van een bezielende ontmoeting met Jezus Christus” (blz. 110).

[5] Ik haast mij om in deze noot direct te zeggen dat spirituele en missionaire gemeenteopbouw niet elkaars concurrenten zijn, sterker nog: ze hebben elkaar heel erg nodig. Toch is naar mijn indruk momenteel van belang dat er naast de overmaat aan aandacht voor missionaire gemeenteopbouw er ook meer ruimte komt voor spirituele gemeenteopbouw.