Voor een nadere bezinning op de plek die spirituele vorming zou moeten hebben in het leven van christelijke geloofsgemeenschappen (kerken), heeft Graham Tomlin met zijn boek ‘Geestelijk fit‘ (‘Spiritual Fitness‘) een buitengewoon belangrijke bijdrage geleverd. In de hoofdstukken 7 en 8 geeft hij een soort ‘agenda’ voor een kerk die spirituele vorming als focus wil kiezen. Zo iets meer over die agenda, maar eerst een citaat van de laatste pagina van deze twee hoofdstukken (blz. 158):

Kerken die deze agenda serieus nemen, moeten de verwachting van het tastbare en ervaarbare werk van de Geest vasthouden. Aanbidding, gebedsdienst, pastoraat en prediking waarin van de Geest verwacht wordt dat Hij direct en merkbaar zal werken, creëren een besef van openheid voor Gods werk, dat onze capaciteiten te boven gaat. Christenen moeten er in de kerk regelmatig aan herinnerd worden dat deze geestelijke transformatie geen mensenwerk ik, maar werk van God zelf. In dit werk doet God wat Hij altijd doet: Hij neemt menselijke structuren, ordes, middelen en praktijken in dienst en bezielt ze met leven om Christusgelijkvormig karakter, aantrekkelijke deugd en verrassende vreugde te doen ontstaan.

Tomlin gaat in een tweevoudige beweging in op de agenda voor een kerk die spirituele vorming (dat mensen op Jezus gaan lijken) als doel kiest. Eerst bespreekt hij hoe dit er in de vroegchristelijke kerk uitzag (hoofdstuk 7: ‘De kerk en tranformatie’) en vervolgens hoe dat er vandaag uit zou kunnen zien (hoofdstuk 8: ‘De kerk en de sportschool’). Daarbij kiest hij vijf thema’s (die voor een deel samenvallen met de vier dimensies van Larry Crabb in ‘Real Church’: spirituele theologie, vorming, gemeenschap en missie):

  1. vorming
  2. onderwijs
  3. gemeenschap
  4. discipline
  5. inspiratie

Tomlin noemt missie (de missionaire dimensie) niet apart, en dat heeft te maken met het fundamentele uitgangspunt van zijn boek (blz. 6):

Hoe krijgen christenen mensen die het geloof normaal gesproken van de hand wijzen zover, dat ze zich beginnen af te vragen of er misschien toch een God bestaat die zich echt om hen bekommert? Het antwoord is het koninkrijk van God. Wanneer mensen de realiteit van het koninkrijk ervaren, het leven zoals het altijd al bedoeld was, onder de krachtige en goede leiding van God, dan beginnen ze een verlangen te ervaren naar iets anders. En daarom is de eerste taak van de kerk eigenlijk niet evangelisatie, of de goede dingen zeggen, maar het leven van het koninkrijk laten zien in haar eigen leven, in haar eigen gemeenschap. Dit zal de vragen ontlokken die effectieve evangelisatie mogelijk maken.