Gisteren ben ik begonnen met het (opnieuw) lezen van Henri Nouwens ‘Eindelijk thuis’. Dat boek gaat ook over de terugkeer van de jongste zoon die eindelijk thuis komt in de omhelzing van de vader. Dat beeld van de omhelzing is voor mij heel belangrijk geworden, met name door het boek van Robbert E. Webber The Divine Embrace waarover ik al eerder op deze weblog heb geschreven: De Hemelse Omhelzing: christelijke spiritualiteit. Nu ik schrijf over ‘spirituele gemeenschap’ ontdek ik dat de metafoor van de omhelzing ook rond dit thema heel belangrijk is en dat wat Henri Nouwen schrijft wellicht heel veelzeggend is voor wat ik versta onder ‘spirituele gemeenschap’. Daarom zet ik hieronder enkele citaten op een rij uit de introductie van ‘Eindelijk thuis’ waar Nouwen expliciet over omhelzing spreekt als hij woorden geeft aan de betekenis die Rembrandts schilderij voor hem persoonlijk heeft.
De tedere ontmoeting van de vader en de zoon drukte alles uit waar ik op dat moment naar verlangde. Die zoon, dat was ik; doodmoe van het lange reizen; ik wilde onhelsd worden. De zoon die thuiskomt, dat was ik, op zoek naar een veilige plek waar ik me thuis kon voelen; ik wilde me geborgen weten. (blz. 11)
Die vader die zijn zoon omhels; dat beeld had een onuitwisbaar stempel op mijn ziel gedrukt. Zelden was ik zo diep geraakt. Het schilderij had mij in contact gebracht met iets binnen in mij dat ver uitstijgt boven de wisselvalligheden van een druk bezet leven. Ik was mij meer dan ooit bewust geworden van een voortdurende hunkering naar een thuiskomst, naar veiligheid, naar blijvende geborgenheid; een hunkering die in ieder mens schuilgaat. (blz. 11)
Ten diepste betekende ’thuiskomen’ voor mij dat ik stap voor stap op weg ging naar de Ene, die mij met open armen opwacht en mij in een eeuwige omhelzing wil vasthouden. (blz. 13)
Toen de avond begon te vallen [Nouwen beschrijft hier zijn ervaringen als hij urenlang tijd doorbrengt bij het schilderij van Rembrandt in de Hermitage in Sint-Petersburg] , werd het zonlicht ijler en sprankelender. De omhelzing va vader en zoon kwam nu krachtiger en intenser naar voren en de omstanders hadden meer rechtstreeks deel aan deze mysterieuze gebeurtenis van verzoening, vergeving en innerlijke genezing. (blz. 16)
Als ik zat te lezen, te schrijven of met iemand te praten, kon ik altijd die mysterieuze omhelzing van vader en zoon zien, die zo’n vertrouwd deel van mij geestelijk leven was geworden. (blz. 20)
De stap van het doceren aan de universiteit naar het leven met verstandelijk gehandicapten betekende voor mij een stap naar voren, naar de plaats waar de vader zijn knielende zoon omhelst. Dit is de plaats van licht; de plaats van waarheid; de plaats van liefde; de plaats waarnaar ik verlang en waarvoor ik tegelijkertijd bang ben. Dit is de plaats waar ik niet alleen alles zal ontvangen wat ik ooit heb gehoopt en verlangd, maar waar ik ook alles zal moeten loslaten wat ik het liefst wil vasthouden. Dit is de plaats die mij confronteert met het inzicht dat het vaak moeilijker is liefde, vergeving en genezing te ontvangen dan te geven. Dit is de plaats waar geen enkele verdienste meer telt, waar geen sprake meer is van enige beloning, waar het alleen nog maar gaat om overgave en vertrouwen. (blz. 21-22)
Nog steeds ben ik niet vrij genoeg om volledig op te gaan in de veilige omhelzing van de vader. (blz. 23en de vrede ervaren die de wereld niet geven kan)
Ik werd geleid naar een plek binnen in mij, waar ik nooit eerder was geweest. Het is de plaats in mij die God als zijn verblijf heeft gekozen. Daar mag ik mij geborgen weten in de omhelzing van een liefhebbende Vader. Daar roept Hij mij bij mijn naam en zegt: ‘Jij bent mijn liefste zoon, in wie Ik mijn welbehagen heb,’ Daar kan ik de vreugde. (blz. 25)
De hevige ontroering die zich van me meester maakte, telkens wanneer ik keek naar de omhelzing van de zoon door de vader, was een onmiskenbaar teken dat ik wanhopig op zoek was naar dezelfde innige geborgenheid als die de jongen op het schilderij had gevonden. (blz. 26)
Is datgene wat Henri Nouwen hier beschrijft als de ervaring van het zich bevinden in Gods omhelzing niet precies datgene wat we mogen ervaren in een samenzijn van een kleine groep, in een (kleine) geloofsgemeenschap waar mensen zich met elkaar verbinden vanuit het zich persoonlijk omhelsd weten door de Vader?
05/05/2010 op 18:58
“Is datgene wat Henri Nouwen hier beschrijft als de ervaring van het zich bevinden in Gods omhelzing niet precies datgene wat we mogen ervaren in een samenzijn van een kleine groep, in een (kleine) geloofsgemeenschap waar mensen zich met elkaar verbinden vanuit het zich persoonlijk omhelsd weten door de Vader?”
wat is het heerlijk om met mensen te kunnen delen, gewoon jezelf zijn, open, transparant, gewoon elkaar ont-moeten op een niveau van gelijkwaardigheid en verbinding met elkaar. een plek van liefde. of dit nu per definitie een geloofsgemeenschap genoemd moet worden of een kleine groep is voor mij de vraag. ik geloof dat we als gelovigen samen het lichaam zijn en elkaar moeten steunen en er voor elkaar moeten zijn. wat we hier zeggen is waar, maar tegelijk kunnen we dit vaak juist niet vinden in de geloofsgemeenschap, de kleine groep. ik zie veela dat het hier meer gaat om een vorm van liturgie waar de gemeenschap niet echt van de grond komt. hier merken we wellicht niet iets van een omhelzing maar vaak meer iets van een wurggreep waarin we gedwongen lijke te zijn om mee te doen, mee te praten, inplaats van naar elkaar te luisteren en open te zijn naar elkaar.
ik besef dat mijn kerkelijk rugzakje bijdraagt aan mijn gevoelens ten aanzien van een aantal zaken. gelukkig zijn er vrienden waar ik dit mee kan delen. mensen die me met liefde omarmen en naar me luisteren. geen bewuste groep waarin ik wordt geplaatst , maar mensen die mij gekozen hebben en die ik gekozen heb omdat ik hier de liefde van God ervaar en waarmee ik kan delen zonder dat ik wordt aangekeken op een verkeerd gekozen woord of omdat we ons niet houden aan een bepaald thema of liturgie.
prachtig boek trouwens. meerder malen gelezen. zeer aangrijpend en echt. binnen geroepen is ook zo’n geweldig boek van henri nouwen.
06/05/2010 op 20:54
Beste Erik,
Omhelzing of wurggreep…
Dat zijn twee heel verschillende werelden. Het is even erg als herkenbaar als je zegt dat je in de kerk soms eerder de wurggreep (van moralisme, wetticisme, elkaar de maat nemen enzovoort) kunt ervaren dan de omhelzing (van liefde, aanvaarding, genezing enzovoort).
Je hebt er helemaal gelijk in dat je voor die omhelzing niet per se in de liturgie, de kerk, de kleine groep moet zijn. Weet je gezegend als je de omhelzing op andere plaatsen, in andere ontmoetingen, met andere mensen ervaart.
Mijn verlangen is het echter om als voorganger de ontdekkingsreis te maken (want er valt nog heel veel te ontdekken) die leidt naar een kerk die waarachtig een geloofsgemeenschap is waar mensen zich samen bevinden in de omhelzing van de Vader. Mijn zoektocht rond ‘spirituele gemeenteopbouw’ is daarvan de reflectieve vorm.
Hartelijke groet!
Jos
06/05/2010 op 23:27
ha Jos, ik heb er ook nog geloof in hoor. ik weet dat we aan elkaar zijn gegeven, we zijn het lichaam van Christus, etc… ik ken het verhaal en ik weet dat ik mijn eigen ervaringen meeneem in mijn reactie op deze post. wat ik bedoel is dat je soms daar waar je een omhelsing verwacht en wanneer je voldoet aan wat men van je verwacht ook krijgt, wanneer je niet voldoet aan “de voorwaarden” (regels, wetten al dan niet geschreven)deze omhelsing niet meer een omhesling is maar een kus zoals Jezus het kreeg van een van zijn discipelen.
ik geloof nog altijd dat we samen kerk/gemeente mogen of moeten zijn. dit is nodig zelfs. we kunnen niet zonder het lichaam van christus, niet zonder elkaar, niet zondr gemenschap. zonder al dat worden we koud, zijn we dood al leven we nog.
henrie nouwen schrijft: Heb de moed om lief te hebben en oprechte vriendschap te geven. als je liefde kunt geven en ontvangen zul je de weg naar God vinden, en ook de weg naar degenen die God je gegeven heeft om van te houden.
er is nog veel te geven, onze naasten, degenen die god ons gegevenheeft zijn talrijk. ze zitten in de kerk en zijn er buiten ook. laten we ze omarmen en infecteren met het virus wat de liefde van jezus Christus is.
C-gen Erik