De doop is een hot item. Ik merk dat aan de bezoekersaantallen van deze blog als het over dopen gaat. Ik merkte het ook aan een aantal reacties: ‘Je gaat toch wel de gereformeerde leer over de doop verkondigen?’ Bij collega’s, kerkenraadsleden en kerkleden kan zich dus blijkbaar al snel enige bezorgdheid aandienen als er gepreekt gaat worden over de doop.
Nu ben ik me er uiteraard van bewust dat ik preek over de doop als gereformeerd predikant in een gereformeerde kerk. Je zou kunnen zeggen dat de ‘speelruimte’ dan wel vrij beperkt is. Maar volgens mij kunnen deze gedachten alleen maar zo prematuur opduiken als we de hele thematiek rond de doop versmallen tot: voor of tegen de kinderdoop. En de eerlijkheid gebiedt denk ik te zeggen dat dat vaak gebeurt: er wordt vaak met hete hoofden gediscussieerd over het tijdstip van de doop, die toch juist de eenheid van christen zou moeten laten zien: één doop, één Geest, één geloof, één Heer. Jakob van Bruggen schrijft daarover in zijn boekje ‘Het logo van het geloof’ (blz. 74-75):
Het doorslaggevende dilemma is niet de keuze voor of tegen de kinderdoop, maar de keuze voor of tegen de samenhang van geloof en doop. Wanneer die samenhang in de praktijk van de kinderdoop meer dan eens verdwijnt, is er een ernstig probleem. Ditzelfde geldt echter ook wanneer de volwassendoop niet meer wordt verbonden aan geloof, maar aan bijzondere ervaringen of gaven van de Geest.
Bij de vragen rond het tijdstip van de doop geldt naar alle zijden dat gedoopt of niet gedoopt zijn ons niet bij Christus brengt, maar geloof door liefde werkende en of men een nieuwe schepping is (Gal. 5,6; 6,15). Daarmee is het meningsverschil over het al of niet dopen van de kinderen der gelovigen de wereld niet uit, maar het mag niet de kans krijgen om gelovende christenen blind te maken voor elkaar.
Inmiddels ben ik de eerste preek aan het voorbereiden. De tekst is geworden: Marcus 1:1-8, want ik wil maar gewoon beginnen in het brongebied van de doop: de doop zoals die door Johannes de Doper werd gepraktizeerd. De titel voor de preek wordt waarschijnlijk: ‘Het water is diep. De doop van Johannes’.
Uiteraard zal ik in de inleiding van de preek de thematiek ook van een context voorzien. Dat doe ik door de foto te tonen die mij herinnert aan mijn doop (samen met mijn tweelingbroer Gert). De opmerkzame kijker ontdekt dat mijn moeder die zondag in bed lag – ze was er niet bij, want mijn ouders waren volgens de gewoonte van die tijd voorstanders van de vroegdoop (dat standpunt hebben ze bij de doop van mijn jongste broer André, 1972, overigens verlaten – toen werd gewoon gewacht tot mijn moeder erbij kon zijn).
Een meer actuele context raak ik aan door aandacht te vragen voor ontdopen en overdopen. Dat laatste komt veel voor: gelovigen die als kind zijn gedoopt willen nadat ze op krachtige wijze tot hernieuwd geloof zijn gekomen zich laten dopen, meestal ook omdat met de geloofsvernieuwing ook een visievernieuwing op de doop mee kwam. Dat wordt dan overdoop genoemd, en daar klinkt een beoordeling in mee die de betrokkenen zelf meestal zo niet meemaken.
Ontdopen is zo’n beetje het absolute tegendeel van overdopen. In de zomermaanden was het in het nieuws omdat veel Vlaamse Katholieken zich wilden laten ontdopen uit diepe schaamte over het aan het licht gekomen misbruik in de kerk. Ontdopen is in wezen niet mogelijk, want het water van het sacrament is onuitwisbaar, maar de uitschrijving uit het kerkelijke doopregister is in ieder geval een heel duidelijke boodschap: bij zo’n kerk wens ik niet langer te horen.
Zo maakt het verschijnsel van ontdopen een belangrijk aspect van de doop zichtbaar: wie gedoopt is hoort ergens bij (en wil dat ook), namelijk bij de kerk, de geloofsgemeenschap van Jezus Christus. Het verschijnsel van overdopen maakt ook een belangrijk aspect zichtbaar: het gaat om een bewuste geloofskeuze – zonder levend geloof is de doop een dood ding. En het verschijnsel van de vroegdoop maakt dit zichtbaar: de doop is een prachtig kado van God! En zo zijn er nog veel meer aspecten die allemaal aandacht verdienen. Ik hoop er heel veel op het spoor te komen, samen met de gemeente, in de prekenserie.
14/10/2010 op 14:46
Ik volg je met belangstelling. Ik heb altijd graag willen zien dat de doop niet vanuit de praktijk, maar vanuit de betekenis zou worden benaderd.
14/10/2010 op 23:19
Een kleine reactie op je blog.
Allereerst stip je in de laatste alinea verschillende aspecten van de doop aan obv ontdopen, overdopen en vroegdopen. Mijn vraag is hoe vroegdopen zichtbaar maakt dat de doop een prachtig kado van God is? Die link werd mij niet duidelijk in de blog.
Verder, ik heb mij laten overdopen, zoals dat wordt genoemd. Ik ben het gaan zien als geloofsdoop (of liever gezegd: navolgingsdoop) en de doop als kind als een keuze van mijn ouders en als geboorte rite, iets dat erbij hoort in de kerk (GKV). En op basis van Hand 19:3-5 (ook een overdoop) ken ik geen probleem met het 2 keer gedoopt zijn, omdat elke doop een ander doel heeft gediend. Kan ik dat zo zeggen?
Ik ben benieuwd naar je verdere bevindingen. Gegroet
15/10/2010 op 22:05
hallo Jos,
Zoals je weet ben ik naar aanleiding van je boeken: Jezus ontdekken,Jezus aanbidden en Jezus uitstralen écht tot leven gekomen! (ik heb een drieluik geschilderd). Ik merk dagelijks Gods liefde en Heilige Geest in mij en heb een honger naar Gods Woord en om eerlijk te zijn wil ik me ook heel graag laten dopen, níet overdopen , maar gewoon laten dopen.
Omdat ik nu van mening ben dat hoe ik vroeger gedoopt ben niet de Bijbelse doop is.
Ik ben daar zó sterk van overtuigd, ik wil mijn oude leven achter laten, ik wil zichtbaar (door de doop) sterven ! Ik wil een nieuw leven beginnen dankzij Jezus!
16/10/2010 op 00:08
Even een ’triviale’ reactie: Leuke foto 🙂
Is het de enige dag geweest dat je een jurk aan had? Ik ben er bij geweest toen je gedoopt bent. Veel herinner ik me er niet van, maar ik vond het best stoer dat je vader op elke arm een kind ten doop hield…
16/10/2010 op 21:37
Ik voel precies hetzelfde als Claudia Boonstra.
Ik heb heel wat schriftgedeelten bestudeerd en vind de meest treffende nog die van Petrus, waarin hij stelt dat de doop een bede is VAN een goed geweten tot God, de geloofsdoop is mijns inziens de enige echte, ik voel me dus helemaal niet gedoopt, van toen ik een baby was. Nee, de doop is de bijbelse geloofsbelijdenis, die door kerkelijke instituten is opgedeeld in een opdragen en 20 jaar later deel 2, een aparte belijdenis. Maar zo was het nooit. Voor eenheid moeten christenen hun trots omzetten in onderzoek naar de waarheid.
En waarom zou een encyclopedie liegen?
http://bijbel.wikidot.com/doop
18/10/2010 op 11:30
Gisteren zijn mij man en ik gedoopt en het was geweldig! We wisten niet dat we zo blij konden zijn. Maar het bijzondere is dat de tekst die Ed noemt,gisteren door de voorganger genoemd werd, daarna kregen we van vrienden een kaartje met diezelfde tekst erop en nu lees ik hem hier weer. Is dat niet bijzonder?
25/10/2010 op 12:22
De vertaling ‘een bede VAN een goed geweten’ geeft helaas niet goed de betekenis van de grondtekst weer. Er staat in de grondtekst iets als ‘een goed-geweten-bede’. Vergelijk het met het woord adviesaanvraag, dat is geen ‘aanvraag van een advies’, maar een ‘aanvraag om advies’. De NBV vertaalt hier wel goed.
01/11/2010 op 16:43
Ik hou me het liefst aan de Staten Vertaling, dat is en blijft de beste, meest accurate vertaling van de grondtekst.
Maar hoe de betekenis ook luidt, het is duidelijk dat een aanvraag of bede alleen door een bewuste ziel gedaan kan worden, niet door een ouder of een ander.
18/10/2010 op 12:08
Dat is inderdaad bijzonder!
ik geloof dan ook dat de doop bewust hoort meegemaakt te worden, het is een mijlpaal en een turning point.
Ook de kamerling vervolgde zijn weg met blijdschap, nadat Philippus hem had verteld dat het geoorloofd was zich te laten dopen, mits hij werkelijk geloofde.
Ik wens jullie een gezegend leven samen, in Christus!