Tijdens mijn verhaal op de Mannendagen in Wezep heb ik aandacht gevraagd voor het werk van Dallas Willard. Maar ik wil in de serie blogposts nu ook Larry Crabb inbrengen. Hij reikt in zijn boek ‘De ideale kerk’ (een minder gelukkige vertaling van de Engelse titel ‘Real Church’, maar de ondertitel maakt weer veel goed: ‘Waar onvolmaakt mensen God ontmoeten’) heel belangrijke ideeën en gedachten aan voor echt kerk-zijn. De term discipelschap komt niet zo veel bij hem voor, maar wel de uitdrukking ‘spirituele vorming’ – en in wezen is dat waar het in discipelschap om gaat: dat kinderen van God groeien in gelijkvormigheid aan Christus.

Bij Crabb maakt deze ‘spirituele vorming’ deel uit van een groter geheel van vier elementen: spirituele theologie, spirituele vorming, spirituele gemeenschap en spirituele missie. Deze vierslag keert in zijn boek telkens terug en steeds weer zoekt Crabb andere woorden om duidelijk te maken wat hij bedoelt. Vandaag las ik weer een passage op blz. 217-218 en die passage wil ik me graag eigen maken. Ik formuleer het nu even persoonlijk:

Ik verlang ernaar deel uit te maken van een kerk, van een geloofsgemeenschap rondom Jezus, waar mensen

– blijven praten over en beter inzicht krijgen in wat Jezus heeft gezien en gehoord (geestelijke theologie);

– erkennen dat hun aandeel in het uitvoeren van Gods plan in een verdorven wereld vol zelfzuchtige mensen afhangt van de vraag of ze God leren liefhebben, ook als ze zich ongezegend, leeg en alleen voelen; en of ze anderen leren liefhebben – echtgenoten, kinderen, vrienden, buren, collega’s – ook als die anderen hen niet liefhebben (geestelijke vorming);

– beseffen dat het laboratorium om te leren liefhebben zoals Jezus hun gemeenschap is: mensen die wel goed willen liefhebben maar het niet goed voor elkaar krijgen en soms ontzettend falen, mensen die vaak lange tijd bij elkaar blijven en elkaar leren kennen, mensen die bidden om genade om door soms ernstige conflicten en spanningen heen te komen tot werkelijke eenheid, mensen die elkaar aanmoedigen om niet te eisen en het niet op te geven maar zich aan het plan te houden (geestelijke gemeenschap);

– begrijpen dat Jezus’ laatste opdracht om discipelen te maken uit alle volken inhoudt dat ze hun vooroordeel zullen overwinnen jegens mensen die anders zijn dan zij, in kleur, levensvisie, taal, religie of anderszins, en die zich bezig zullen houden met persoonlijke evangelisatie waar ze kunnen en die sociale gerechtigheid zoveel mogelijk zullen bevorderen (geestelijke missie).

Als je het gevoel hebt dat je het bovenstaande een paar keer moet lezen om het echt tot je door te laten dringen – dat klopt. Dat ligt (als ik eerlijk ben) ook een beetje aan de Nederlandse vertaling die jammer genoeg niet zo heel goed is, maar vooral aan de geestelijke en confronterende diepgang van wat Larry Crabb voor ogen staat. En ik hoop dat het je uitnodigt om het boek te gaan lezen, een boek dat mijns inziens onmisbaar is in de actuele bezinning rond de vragen over kerk-zijn.