De Synode van de PKN aanvaardde gisteren een beroepscode voor predikanten. Een voorstel om daar een paragraaf aan toe te voegen over het gebruik van social media haalde het niet. Is dat een gemiste kans? Of is een beroepscode social media voor predikanten helemaal niet nodig? Volgens het krantenverslag werd het volgende opgemerkt:
Enkele “twitterende synodeleden dienden vrijdag een voorstel in om ook iets vast te leggen in de code over de omgang van predikanten en kerkelijk werkers op sociale media als Twitter, Facebook en LinkedIn. ‘Predikanten moeten zich op sociale media niet ongepast en ongefundeerd uitlaten over anderen’.”
Heb je echter een beroepscode nodig om dat soort basale bijbelse waarden vast te leggen? Ik ben erg vóór bezinning rond het gebruik van social media door predikanten, maar dan heel gewoon in bezinnende stukken op blogs en andere plaatsen (zoals al heel veel gebeurt, bijvoorbeeld op www.socialmissie.nl). De suggestie die uitgaat van een beroepscode is dat het bescherming biedt en mensen aanspreekbaar maakt. Maar creëren we daarmee niet een onterecht gevoel van het hebben van controle?
Mocht er toch een beroepscode komen (die ik dan buitengewoon geïnteresseerd als input in een altijd doorgaande reflectie rond dit thema op me in zal laten werken), laat die code dan niet primair juridisch en gedragsbepalend van aard zijn, maar veel liever spiritueel van toonzetting. Begin zo’n code met het citeren van enkele Bijbelgedeelten die richtinggevend zijn voor elke christen die zich beweegt in de social media. Ik denk aan Filippenzen 4:8-9:
Ten slotte, broeders en zusters, schenk aandacht aan alles wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is, alles wat eervol is, kortom, aan alles wat deugdzaam is en lof verdient. Doe alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Doe het, en de God van de vrede zal met u zijn.
Een beroepscode rond social media voor predikanten kan niet veel meer inhouden dan het plaatsen van enkele concretiserende voetnoten bij deze bijbelse aanwijzing.
En als de aangehaalde passage uit de Filippenzenbrief nog niet voldoende aanreikt, kan ook gedacht worden aan 1 Korintiërs 13:4-8a, omdat de liefde toch voor iedere christen (en dus ook elke predikant) de diepste drijfveer is in alles wat zij/hij doet en zegt, ook in de social media:
De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze. De liefde zal nooit vergaan.
Social media zijn niet meer dan een nieuwe plek waar christenen (ook de predikanten en kerkelijk werkers onder hen) een christelijke levensstijl laten zien, een plek waar je (met vallen en opstaan) Jezus volgt en misschien zelfs op hem lijkt.
12/11/2011 op 12:37
Even afgezien van de vraag of er überhaupt een beroepscode voor predikanten moet komen, vraag ik me af waarom je daar bijbelteksten in moet zetten. Een beroepscode is m.i. vooral een praktische handreiking voor wat de do’s en dont’s zijn in het predikantenwerk.
12/11/2011 op 14:27
Beste Harry,
Als het zou gaan om praktische do’s en dont’s ben ik het helemaal met je eens. Maar een beroepscode heeft een wat zwaarder gewicht. Do’s en dont’s worden over het algemeen ook niet op synodes geformuleerd of door synodes uitgevaardigd. Een beroepscode heeft een zekere status, die het kader van een praktische handreiking te boven gaat.
Ik denk dat je geen beroepscode moet willen uitvaardigen rond social media en predikanten. Maar wel dus: gezamenlijke en blijvende bezinning op het gebruik van social media.
Hartelijke groet,
Jos
12/11/2011 op 15:53
Jos, dat een beroepscode een zekere status heeft, ben ik wel met je eens. In de gedragsregels die de BNP heeft opgesteld (zie: Gedragsregels predikanten en kerkelijk werkers) wordt uitgegaan van een aantal kernwaarden. Dat lijkt me goed. Het gaat uiteindelijk om beroepsethiek.
Maar om dan in een gedragscode zelf met bijbelteksten te gaan ‘gooien’, dat hoeft niet voor mij. Een ethiek met loci probandi, zo theologiseren we tegenwoordig toch niet meer (al chargeer ik nu waarschijnlijk jouw bedoeling).
In een dergelijke broepscode zouden wat mij betreft ook best de sociale media een plaats kunnen krijgen, maar misschien dan wél in een breder kader van omgaan met de ‘media’, p.r.
12/11/2011 op 16:31
Beste Harry,
Je chargeert inderdaad mijn bedoeling;-) Maar daarmee leg je ook nog iets scherper bloot wat ik als lastig ervaar rond een beroepscode voor predikanten (zowel algemeen als specifiek rond social media).
Het is winst te noemen dat de laatste jaren (decennia al) meer oog is gekomen voor het aspect van de professionaliteit van het predikantschap. Dat predikantschap is niet alleen maar een geestelijke roeping waaromheen je niet een meer zakelijk en professioneel kader zou mogen scheppen omdat dat strijdig zou zijn met het geestelijke karakter van het predikantschap als goddelijke roeping.
Maar winst betekent soms ook verlies. En het verlies is in dit geval dat aandacht voor professionaliteit c.q. een professionele benadering de aandacht voor spiritualiteit c.q. een spirituele benadering kan verdringen. Mijns inziens gebeurt dat in jouw reactie.
In een algemeen professioneel kader moet je inderdaad niet met bijbelteksten ‘gooien’ (dat moet je trouwens nooit doen, maar dat terzijde). Maar in een kader dat professioneel wil zijn maar tegelijk ook aandacht aan het spirituele perspectief wil blijven besteden, zou het buitengewoon merkwaardig zijn om in een ‘beroepscode’ (liever zou ik een term kiezen in de sfeer van monastieke leefregels) niet te putten uit de spirituele bronnen waar de betreffende beroepsgroep zondag in, zondag uit (en ook daar tussendoor) gewoon is te putten.
Het ‘zo theologiseren we tegenwoordig toch niet meer’ snap ik als je spreekt over ‘loci probandi’, maar onthutst me als het een illustratie is van een verlies aan spiritualiteit die de toegenomen aandacht voor professionaliteit in de bezinning rond het predikantschap blijkbaar met zich mee brengt.
Het nadenken over een beroepscode is bij uitstek een kans om bijvoorbeeld deze theologische vraag te stellen: ‘Beroepscode: wet of evangelie?’ En dit nadenken biedt ook een geweldige mogelijkheid om ons af te vragen hoe het evangelie en hoe monastieke levensregels die de kerk al eeuwen kent een waardevolle en onderscheidende rol zouden kunnen spelen om tot een beroepscode te komen die in onderscheid met codes voor andere beroepsgroepen een duidelijke toegevoegde waarde heeft.
Misschien begrijp ik je verkeerd, dan hoor ik dat uiteraard graag. En als ik je goed begrijp dan hebben we misschien een aanzet gegeven voor een vruchtbare discussie!
Hartelijke groet,
Jos Douma
12/11/2011 op 17:24
Leuk, Jos, om tijdens het preek maken voor morgen door met je in gesprek te zijn.
Nog leuker dat je over spiritualiteit begint. Ik kan me wel voorstellen dat je even denkt dat ik dat in mijn reactie wegdring. Maar dat is geenszins mijn intentie.
Jaren geleden besteedde ik eens een studieverlof aan het predikantschap. In mijn verslag daarvan is spiritualiteit een van de hoofdstukken en daarin beweerde ik dat spiritualiteit deel uitmaakt van de professionaliteit. Dat onderbouwde ik met vele auteurs. Ik weerspreek dus met kracht de stelling dat professionalisering de spiritualiteit wegdringt (ik zeg daarmee niet dat jij dat zegt, maar je signaleert wel het gevaar, ook in mijn reactie).
Nou dateert genoemd verslag uit 1998, en ik heb geen helder overzicht over hoe het nu is, of inderdaad de toegenomen aandacht voor professionalisering in mindering komt op de aandacht voor spiritualiteit. Ik waag dat overigens te betwijfelen. Eén van de beste ‘bewijzen’ daarvoor is mijn KPV-training van 5 jaar geleden. Gericht op een verdere professionalisering, maar waarin ik juist weer dieper bij mijn eigen spiritualiteit gekomen ben. En ik was niet de enige van de groep. Mede omdat er juist opzettelijk aandacht voor spiritualiteit was in die training.
Ergo: ik denk dat we het behoorlijk eens zijn, al zouden we in een uitwerking naar een beroepscode best wel kunnen verschillen.
(en nu gauw verder met de preek en de verdere voorbereidingen van de dienst morgen)
Goede zondag.
12/11/2011 op 18:37
Beste Harry,
Dank voor je toelichting!
Er is nog genoeg om over door te praten, als het gaat m de verhouding tussen professionaliteit en spiritualiteit. Maar niet nu;-)
Ik hoop dat je preek inmiddels afgerond is.
Een gezegende zondag gewenst!
Hartelijke groet,
Jos Douma