Vandaag begint het Marcusproject. Dit project bestaat uit de volgende onderdelen:

  • een leesrooster voor het Marcusevangelie in 80 dagen;
  • een prekenserie vanaf 22 januari  in de Fonteinkerk over het Marcusevangelie onder de titel ‘Verrast door Jezus’;
  • 80 dagen lang een korte meditatie op www.tijdmetjezus.nl;
  • op deze blog zal ik zo nu en dan wat bezinnende bijdragen;
  • deze webpagina;
  • zo nu en dan een bezinnende bijdrage op deze blog, waarvan onderstaande de eerste is.

Wat is het Marcusevangelie voor tekst? Wat was de oorspronkelijke bedoeling die Marcus voor ogen stond toen hij zijn evangelie schreef? Uiteraard worden daar door Bijbelgeleerden veel verschillende antwoorden op gegeven. Eén zo’n antwoord wil ik graag eens ter overweging geven.

Benoît Standaert, Benedictijn en Bijbelgeleerde die in 1978 op het Marcusevangelie promoveerde, stelt in zijn boek ‘Marcus. geweld en genade. De actualiteit van het Marcusevangelie’ voor om Marcus te zien als een christelijke paashaggada.

De Joden hadden de gewoonte om tijdens de grote feesten de zogenaamde feestrollen in hun geheel te lezen (het boek Esther bijvoorbeeld tijdens het Purimfeest). Zo heeft Marcus een boek gecomponeerd dat zich in één ruk laat lezen tijdens de Paasnacht. Die nacht werd wakend doorgebracht en daarbij klonken in de oren van de Joden de grote daden die God had gedaan. Het Jezusverhaal dat Marcus samenstelt, vertelt over Gods grote daden in Jezus. Het voorlezen ervan helpt de luisteraars zich voor te bereiden op het ontvangen van de opgestane Heer.

Zodra je het voorlezen van het Marcusevangelie-in-één-ruk situeert in de Paasnacht, komt er nog een andere verbinding tot stand. Aan het einde van de Paasnacht werden er namelijk vaak nieuwe christenen gedoopt. Daarmee wordt het Marcusevangelie ook een tekst die functioneerde als de laatste etappe van de christelijke inwijding.

En dan wordt opeens ook heel betekenisvol dat Marcus niet met de geboorte maar met de doop van Jezus begint. Heel de eerste paragraaf (1:1-13) is aan de doop gewijd: eerst de doop die door Johannes de Doper werd gepraktiseerd, en vervolgens de doop die Jezus onderging. En het slot van Marcus is dan ook te lezen als een allusie op de dooprite: begraven worden én opstaan met Jezus Christus. En het centrale middenstuk van het evangelie (6:14 tot 10:52) schetst wat het betekent om een volgeling van Jezus te zijn en staat zo ook ten dienste van het initiatieproces dat gemarkeerd wordt door het doopritueel.

Marcus als initiatietekst dus, om in één ruk te worden gelezen voorafgaand aan de doop van mensen die tot geloof in Jezus zijn gekomen! Marcus in 80 dagen lezen vraagt daarom ook om een moment waarin het evangelie daadwerkelijk een keer in één ruk wordt gelezen. Hier vind je daarvoor een kleine handreiking: Het Marcusevangelie in één avond.