Een week geleden schreef ik al een blogpostje naar aanleiding van de verschijning van de Christelijke Dogmatiek van Van den Brink en van de Kooi. Toen moest ik, schrijvend over de keuze van de auteurs voor het begrip transformatie in plaats van heiliging, nog afgaan op een paar korte bijdragen in het Nederlands Dagblad. Nu kan ik de betreffende paragraaf zelf lezen.

En dan moet me eerst dit van het hart: wat een prachtig boek! Wat hebben deze mannen een schitterende dogmatiek kado gedaan aan de christelijke kerken (en aan de niet meer zo christelijke samenleving). Ik baseer dat nu even alleen op het lezen van de twee paragrafen (15.6 over participatie en 15.7 over transformatie) die mijn bijzondere aandacht hebben. Want ik vind het een schitterende keuze: transformatie als vervangend begrip voor heiliging. De auteurs hopen datgene wat in de klassieke theologie doorgaans met heiliging werd aangeduid onder de term transformatie een nieuwe zeggingskracht te geven. Wat zijn nu precies de argumenten voor deze terminologische keuze?

  1. De term roep bij christen én niet-christenen onbedoelde associaties op: individualistisch streven naar zelfverbetering, christenen die zichzelf ‘heiliger’ vinden dan andere mensen. Weliswaar is ‘heilig’ een heel belangrijk bijbels woord, maar het betekent meestal wat anders dan we ons er intuïtief bij voorstellen. Ook wordt het zelfstandig naamwoord ‘heilige’ vaak gebruikt in onze betekenis ‘gelovige’.
  2. De morele component waartoe we het bijbelse woord ‘heiliging’ vaak beperken behoort zeker tot de inhoud van deze term. Dat betekent echter niet dat deze term blijvend tot een dogmatische sleutelterm gemaakt zou moeten worden. Sterker nog: het verdient aanbeveling dezelfde zaak eens door de lens van een ander begrip te bekijken (het behoort juist tot de taak van de dogmatiek daar voorstellen over te doen).
  3. De auteurs menen dat de term ’transformatie’ (in nauwe samenhang met ‘participatie’) vat wat in de Bijbel en de traditie met ‘heiliging’ wordt aangeduid, maar dan zonder de onwenselijke ondertonen. ‘Het gaat erom dat het Evangelie ons van binnenuit tot andere mensen maakt.’

Als ik deze argumentatielijn op me in laat werken valt op dat die eigenlijk niet zo sterk is. Hoofdargument lijkt de ’tal van onbedoelde associaties’ te zijn, maar de auteur noemen er slechts twee. En het derde argument biedt eigenlijk niet meer dan een herhaling van het eerste argument.

Het lijkt me veel verstandiger om de keuze die de auteurs maken positief te beargumenteren. Eén positief argument is al gegeven: het behoort tot de taak van de dogmatiek om waar nodig en zinvol nieuwe begrippen te gaan hanteren als oudere begrippen hun glans en zeggingskracht wat zijn kwijtgeraakt. Zelf zou ik daar heel graag dit positieve argument aan toe voegen: een kerk die haar boodschap relevant wil communiceren doet er goed aan termen te kiezen die een uitnodigende openheid hebben naar hen die we vandaag de dag ‘spirituele zoekers’ noemen (volgens de cijfers: 4 miljoen Nederlanders). En dan blijkt het begrip ’transformatie’ een voltreffer te zijn. Tallozen zijn, in hun verlangen naar zingeving, verdieping en echt mens zijn op zoek naar transformatie: een leven dat verandert, dat anders is, dat echter en authentieker wordt. Zo is het begrip in de nieuwe spiritualiteit een sleutelwoord. Wat geweldig als de christelijke kerk dat herkent en ermee aan de slag gaat: ‘Ben je op zoek naar transformatie, naar een getransformeerd leven? Dan kun je ook bij de christelijke kerk terecht!’

Maar wat houdt die transformatie dan precies in? Daar zeggen Van den Brink en Van der Kooi prachtige dingen over. Daarvan geef ik in een volgende blogpost graag iets door.