Op donderdag 12 februari 2015 sprak ik tijdens het voorgangersseminar van Compassion over het thema: ‘Kwetsbaarheid, de kracht van de kerk’ Hieronder lees je eerst een korte weergave van mijn verhaal zoals te vinden op de site van Compassion. Daarna volgt het verhaal zoals ik het op papier had voorbereid.

Jos Douma, de tweede spreker, zei nadat hij gevraagd was om te spreken op deze middag zonder aarzelen ‘Ja’, maar hij dacht ‘Nee’. “Ik heb een hekel aan kwetsbaarheid, want kwetsbaarheid is helemaal niet leuk of prettig.” In de maanden, die vooraf gingen aan dit seminar, heeft het onderwerp Douma aan het denken gezet. Hij signaleert, in navolging van Henri Nouwen, dat in de wereld vaak het opwaartse pad wordt gekozen, terwijl Jezus het neerwaartse pad wijst. “Wij willen goede doen. Wij willen projecten starten en die tot een goed einde brengen. De weg van Christus is het neerwaartse pad. Het loopt allemaal uit op het kruis.” Douma voert een pleidooi om als kerk kwetsbaarheid te ontdekken. “Niet als kracht, want dan is het geen kwetsbaarheid meer.” Van belang is volgens Douma dat voorgangers in het neerwaartse pad van Christus voor durven gaan.

Hij geeft daarbij, gereformeerd als hij is, drie aanwijzingen. Allereerst moeten we contact maken met kwetsbaarheid in ons eigen hart. Daarnaast contact maken met kwetsbaarheid in de kerk. En als laatste contact leren maken m et kwetsbaarheid in de samenleving. Hij haalt woorden van Leonard Cohen aan om zijn woorden te illustreren. “There is a crack, a crack in everything 
That’s how the light gets in.” Door de barsten van ons eigen leven heen, kan het licht van Jezus de wereld in gaan wandelen. “Kracht wordt zichtbaar in zwakheid. Door aarden vaten heen wordt de kracht van Christus zichtbaar, maar dan moeten we niet vergeten dat die kracht van God komt en we zelf aarden vaten zijn. We zijn geen gemeenschap der heiligen, maar we zijn een kerk der kwetsbaren.”

STATEMENT: De kerk die kwetsbaarheid als haar kracht wil ontdekken, heeft voorgangers nodig die het neerwaartse pad van Christus leren gaan.

Ik heb een hekel aan kwetsbaarheid. Dat was het eerste wat ik dacht toen Compassion me vroeg om iets te zeggen over kwetsbaarheid en de kracht van de kerk. Ik heb een hekel aan kwetsbaarheid. Ik wil niet kwetsbaar zijn. Want dat voelt namelijk zo kwetsbaar. Ik vind het gewoon lastig om dingen waar ik me ongelukkig over voel te delen, om frustraties te uiten, bang dat ik gekwetst word, of niet begrepen.

En ik dacht ook: ik hoor de laatste tijd zoveel over kwetsbaarheid (het lijkt net als discipelschap een modebegrip te zijn), over je laten raken, over ‘delen’ vanuit je hart… En ik kan me niet helemaal aan de indruk onttrekken dat het soms ook een trucje is, een communicatief techniekje, dat uiteindelijk als doel heeft: succes hebben, sterk zijn, winnen. Want: wie kwetsbaar is, is sterk! Is kwetsbaarheid niet ook gewoon weer een truc om de kerk trendy te maken?

*

Ik ben niet trots op die gedachten. Maar ze zijn er wel. Toch ben ik Compassion superdankbaar dat ze me gevraagd hebben om hierover te spreken. Want toen ik de vraag kreeg, was ik ook bezig met de vraag: Hoe kan ik Gods stem verstaan? Misschien was de vraag van Compassion wel Gods stem in mijn leven. ‘Jos, die kwetsbaarheid waar jij zo’n hekel aan hebt – je houdt toch zoveel van Jezus? Was Jezus kwetsbaar, Jos?’ De vraag stellen is haar beantwoorden…

En toen viel er een boekje uit mijn boekenkast. Niet echt natuurlijk, maar ik liep er in mijn boekenkast weer tegenaan: ‘Nederigheid en dienstbaarheid. Het neerwaartse pad van Christus.’ Het boekje had net zo goed kwetsbaarheid kunnen heten. Een dun boekje. En iets had me ervan weerhouden om het eens echt te lezen. Nu deed ik dat wel.

Henri Nouwen vertelt in dat boekje dat we leven in een samenleving waar het opwaartse streven centraal staat en normaal is: we willen meer, we willen beter, we willen hogerop, we willen het maken, we willen vooruit komen, we willen opvallen, we willen belangrijk gevonden worden. We organiseren indrukwekkende projecten en gelikte events…

Maar dat is niet wat we in het leven van Jezus zien. In Jezus’ leven zien we voortdurend een neerwaartse beweging: hij kwam uit de hemel op aarde, hij kwam uit Gods glorie in pure armoede, het Woord werd mens, hij leidde dertig jaar een onopvallend bestaan in het achterafplaatsje Nazareth, hij ging in de rij van zondaars staan om zich te laten dopen in de Jordaan, hij zocht de armen en de gekwetsten op en alle andere mensen in de marge, hij koos voor het lijden, als hij geslagen werd sloeg hij niet terug, hij koos voor zwakheid, hij koos voor het kruis. Dat alles bij elkaar noemt Henri Nouwen: het neerwaartse pad van Christus. Het is het pad van nederigheid en dienstbaarheid en kwetsbaarheid.

*

Deze uitspraak van Henri Nouwen sprak me in het bijzonder aan, omdat het er ook gaat over discipelschap: “De leerling is degene die Jezus volgt op zijn neerwaartse pad en die zo samen met hem een nieuw leven binnentreedt.” Dat heeft iets paradoxaals. Bij nieuw leven denken we aan mooie dingen die gebeuren, vreugde, liefde, vrede. Maar dat nieuwe leven bereiken we blijkbaar alleen via het neerwaartse pad. Iets Bijbelser uitgedrukt: door het lijden heen naar de heerlijkheid. Dat is een blijvende weg om te gaan.

Mijn statement is daarom vandaag: De kerk die kwetsbaarheid als haar kracht wil ontdekken, heeft voorgangers nodig die het neerwaartse pad van Christus leren gaan.

Dat vraagt om drie dingen. Ik wil ze ook wel stappen noemen, drie stappen, als we maar bedenken dat ze niet per se na elkaar gezet hoeven te worden. Het neerwaartse pad van Christus leren gaan betekent dat je als voorganger contact maakt met de kwetsbaarheid (1) in je eigen hart en leven, (2) in de gemeente en (3) in de samenleving.

(1) Het begint denk ik met het opzoeken van je eigen kwetsbaarheid. Waar ben je als voorganger, als discipel van Jezus zelf zwak? Wat is er moeilijk in je leven? Waar loop je steeds weer tegenaan? Waar zit je teleurstelling en je verdriet en je frustratie?

Een zin uit een lied van Leonard Cohen is voor mij sprekend geworden: ‘There’s a crack in everything, that’s how the light gets in. Juist daar waar we zwak en gebroken zijn, kan het licht gaan stralen. Ik moet ook denken aan wat Paulus ergens zegt: ‘Wij hebben deze schat (van het evangelie van de luister van Christus) in een aarden pot.’ En: ‘Kracht wordt zichtbaar in zwakheid.’

(2) Zijn onze kerken plekken waar je kwetsbaar kunt zijn? Wordt zwakheid gewaardeerd? Worden mensen gezien in hun zwakheid en kwetsbaarheid? Toen ik daar in een kerkdienst over sprak, viel het me op hoeveel reacties dat losmaakte. Hoe blij mensen waren dat het er mocht zijn. Blijkbaar is er ook vaak het gevoel dat je er dus niet met je zwakheid en kwetsbaarheid mag zijn. Je wordt niet echt gezien. Is er in de kerk wel echt plaats voor schaamte, schuld, machteloosheid, onvolmaaktheid? Of presenteren we voortdurend een ideaalbeeld van hoe het zou moeten, met als impliciete boodschap dat het niet anders mag zijn? Met als gevolg dat we de schone schijn ophouden, maskers opzetten en zondagse kleren aantrekken en doen alsof het allemaal best goed gaat?

Maar het gaat vaak helemaal niet goed. En juist daar ligt het aanknopingspunt voor genade. Ik laat me momenteel ook inspireren door een boekje van Anselm Grün over spiritualiteit van beneden. Deze zin raakte me: ‘Niet mijn deugdzaamheid opent mij op de eerste plaats voor God, maar mijn zwakheid, mijn machteloosheid, ja zelfs mijn zonde.’

Misschien moeten we als kerk helemaal geen gemeenschap der heiligen willen zijn. Want we zijn helemaal niet heilig. Laten we proberen een ‘kerk der kwetsbaren’ te zijn, waar onze zwakheid er mag zijn, waar we ons niet-kunnen en ons niet-weten een plek kunnen geven, waar we geen grote pretenties hebben, maar maar één ding willen ontdekken: dat we God juist ontmoeten waar we onszelf tegenkomen, in onze zwakheid en kwetsbaarheid, onze machteloosheid en mislukking.

(3) En misschien is dat wel het mooiste wat we onze samenleving te bieden hebben: onze kwetsbaarheid. En misschien helpt ons dat ook wel het beste om contact te krijgen met die samenleving: door vanuit onze eigen kwetsbaarheid contact te maken met wat er aan kwetsbaarheid in onze samenleving is. Niet op zoek naar grote projecten en opvallende plannen. Maar op weg naar echte mensen, kleine en kwetsbare verhalen over levens die vastlopen, mislukken, vol machteloosheid zijn, waar onrecht en armoede de toon zetten, en juist daar tot onze verrrassing iets ontdekken van Gods genade.

*

Nog een laatste opmerking. Ik denk dat we voorzichtig moeten zijn met het spreken over kwetsbaarheid-als-kracht van de kerk. Voor je het weet wordt nadruk op kwetsbaarheid een nieuwe instrumentele manier om de kerk op de kaart te zetten.

Kwetsbaarheid is helemaal geen kracht. Kwetsbaarheid is: kwétsbaarheid, zwákheid, machtelóósheid. Het is ín die kwetsbaarheid dat niet onze kracht maar de kracht van Christus zichtbaar kan worden, dat de kracht van Gods genade ervaarbaar kan worden.

Kwetsbaarheid is precies wat het is: kwetsbaarheid. En de kerk is de plek waar we zeggen: in die kwetsbaarheid kunnen we een schat vinden: het evangelie van Christus, van de God die zegt: ‘Er moet licht zijn’.