kloostergangIn de voorbije periode (voorafgaand aan Pasen) heb ik gemerkt dat mijn aandacht voor discipelschap ook (weer) de kleur van het klooster heeft gekregen. De komende tijd wil ik dat in verschillende blogposts weer wat verder gaan verkennen. Hoe verhoudt de aandacht voor discipelschap zich tot het monastieke verlangen dat ook vrij breed aanwezig is in de kerken? Wat is eigenlijk dat monastieke verlangen? Het gaat in elk geval over de zoektocht naar rust, stilte, eenvoud, inkeer, toewijding, nederigheid, alleen zijn, bescheidenheid, gastvrijheid.

Laat  ik maar gewoon beginnen bij dat woord ‘monastiek’ omdat dit bijvoeglijke naamwoord denk ik veel potentie heeft om de processen die in kerken gaande zijn nader in beeld te brengen. ‘Monastiek’ komt van het Franse ‘monastique’ en ook van het Latijnse ‘monasticus’ en het Griekse ‘monastikos’ dat te maken heeft met ‘monazein’: alleen leven. De meest directe vertaling van ‘monastiek’ is: ‘het kloosterleven betreffende’.

Ik vat het allemaal samen in deze uitdruking: ‘Het monastieke verlangen’. Ik zie dat zo’n verlangen vrij breed aanwezig is. Er woren nieuwe kloosters gesticht, talloze (protestantse) christenen bezoeken kloosters om er op retraite te gaan, er is veel aandacht voor Lectio Divina (een monastieke manier van Bijbellezen) en in kerken en kerkdiensten wordt ook steeds meer gezocht naar kloosterlijke rust, eenvoud, stilte, bescheidenheid.

Als ik googel op ‘Het monastieke verlangen’ levert dat precies één treffer op. Maar het is wel een mooie voltreffer: Jurjen de Bruijne schreef een Masterscriptie met als titel: ‘Gastvrije vreemdelingen. Een onderzoek naar het monastieke ideaal in een seculiere cultuur’. Hier kun je de scriptie lezen: Gastvrije vreemdelingen. De uitdrukking ‘Het monastieke verlangen’ komt overigens precies één keer voor in die scriptie. Jurjen de Bruijne spreekt vooral over het monastieke ideaal. Dat woord ‘ideaal’ wil ik liever vermijden. Het maakt het thema meteen wat groot en onbereikbaar. Dat geldt voor het monastieke verlángen niet: het gaat om het verlangen, de wens, het zoeken naar manieren om momenten en ontmoetingen te ervaren die monastieke kwaliteit hebben. Dat kan altijd en overal gebeuren. Het is niet gebonden aan plaatsen of tijden.

De komende tijd wil ik ‘Het monastieke verlangen’ wat verder onderzoeken en verkennen. Wat bedoelen we er precies mee? Hoe levert het een bijdrage aan het zoekproces van de 21e eeuwse kerk naar relevante presentie? Is een missionaire kerk misschien allereerst een monastieke kerk? Hoe ziet dat eruit: ‘de kerk als klooster’?

Overigens heb ik onder de categorie ‘neo monastiek‘ eerder al vaak aandacht aan deze thematiek gegeven op dit weblog.