‘Is monastiek het nieuwe missionair?’ Onder die titel verscheen onderstaand verhaal van mijn hand in het eerste nummer van 2016 van De Nieuwe Koers.

Het is opvallend hoeveel belangstelling er vandaag is voor het kloosterleven. Veel mensen – gelovig of niet gelovig – bezoeken kloosters en gaan daar zelfs op retraite. Meer mensen zetten die stap niet maar laten zich wel inspireren door boeken van bijvoorbeeld Anselm Grün en Wil Derkse die de eeuwenoude spiritualiteit van Benedictus vertalen naar vandaag. En nog meer mensen voelen zich erg aangesproken als het gaat om eenvoud, terug naar de kern, nieuwe ritmes in je leven vinden, rust en stilte. Wat kan de kerk daarmee?

Die vraag ligt aan de basis van de monastieke inspiratiedag die op 18 februari in Zwolle wordt gehouden. Die dag heeft daarmee een plek in een veel bredere beweging die ook tot uitdrukking komt in het stichten van nieuwe kloosters en retraitecentra en het creëren van nieuwe spirituele of monastieke plekken waar mensen weer op adem kunnen komen.

Egmond

Mijn eigen concrete ervaring met kloosters is eigenlijk vrij beperkt. Toen ik net predikant was (1998) en in Heemskerk woonde, heb ik het klooster in Egmond een keer opgebeld. ‘Mag ik eens een ochtend bij u doorbrengen voor studie en bezinning?’ De vraag werd voor mijn gevoel niet helemaal goed begrepen. Toen ik er op de afgesproken maandagmorgen kwam, kreeg ik een ruimte toegewezen vlak bij de leveranciersingang. Daar werd, voor mij woordelijk verstaanbaar, een half uur lang op luide toon een gesprek gevoerd door twee mannen. En ik werd tot twee keer toe gestoord door een medwerker van het klooster die iets uit een kast moest pakken in de ruimte die mij was toebedeeld. Kaarsen geloof ik.

Die ochtend was mijn persoonlijke les: voor stilte hoef je niet per se in een klooster te zijn. Stilte zit meer van binnen. Stilte moet je zoeken in de cel van je hart, een uitdrukking die ik tegenkwam bij Henri Nouwen, een van mijn lievelingsauteurs. Jaren later mocht ik op uitnodiging van de broeders van Abdij Koningshoeven een etmaal bij hen doorbrengen en twee conferenties met hen houden. Ze lazen mijn boeken met plezier, had een van de broeders me gemaild, en ze wilden me graag horen over het thema van mijn boek ‘Leven in verbondenheid. De kracht vanhet kennen van Christus’. Dat waseen prachtig etmaal waarin ik van heel dichtbij het kloosterleven mee beleefde. Heel veel meer ervaring heb ik niet. Wel ben ik al jarenlang bezig met de bij uitstek monastieke manier van Bijbellezen die  lectio divina wordt genoemd: het biddend lezen van de Schrift, verlangend naar een ontmoeting met de Heer.

Verlangen

En daarmee heb ik al een aantal thema’s te pakken die horen bij wat monastiek genoemd wordt. ‘Monastiek’ komt van het Franse ‘monastique’ en ook van het Latijnse ‘monasticus’ en het Griekse ‘monastikos’ dat te maken heeft met ‘monazein’: alleen leven. De meest directe vertaling van ‘monastiek’ is: ‘het kloosterleven betreffende’. Monastiek heeft dus te maken met leven, eenvoud, verlangen, stil worden, de Heer ontmoeten, gemeenschap. En ook met waarden als gastvrijheid, aandachtigheid, verbondenheid en eenzaamheid. Allemaal zaken waar steeds meer mensen in een overvolle, drukke, onveilige, onverbonden en individualistische samenleving naar verlangen. Maar waar vind je het? Ja, in het klooster. Maar dus ook niet, want het spreekt niet vanzelf dat je het daar vindt. Zou je het ook in de kerk kunnen vinden? Zou het? In die overvolle, drukke, uitbundige events die kerkdiensten steeds vaker lijken te zijn? Het lijkt er soms op dat er nergens zoveel gepraat en gelawaaid wordt als in kerkdiensten. Waar is de stilte gebleven?

Kloosterkaart

En toch lijkt het erop dat een kerk die betekenisvol wil zijn voor mensen – kerkganger of niet, gelovig of niet – misschien wel vooral de kloosterkaart moet spelen (de uitdrukking is van Stefan Paas). Dan gaat het om een manier van kerk zijn waarin monastieke waarden en praktijken een grote rol spelen. Misschien kun je zelfs zeggen: monastiek is het nieuwe missionair. Want dat missionair kerk zijn, dat proberen om door allerlei inspirerende activiteiten en events mensen te werven voor Jezus, dat lijkt de laatste jaren toch niet zo heel erg goed gelukt te zijn. We zijn er zelfs een beetje moe van geworden. Missionair zijn lijkt haast een synoniem voor overactief zijn, want de velden zijn toch wit om te oogsten!

Eenzelfde gevoel kan er ook zijn rond discipelschap, een ander woord dat de laatste jaren de kerkelijke gesprekken kleurt. En hoe goed de intenties daarvan ook zijn, toch lijkt het erop dat ook hier weer die activistische snaar wordt geraakt die uiteindelijk niet echt blijkt te gaan trillen. Vóór alles zijn we in de kerken misschien toch vooral moe. We willen weer contact krijgen met onze diepste verlangens, niet weer ingeschakeld worden voor en missionair event. We willen wat meer rust en stilte, en niet opnieuw een prikkelbombardement. We willen wat minder van onszelf en wat meer van de Heer. En de Heer, die fluistert. Daar moet je een beetje stil voor worden. En dat moet je oefenen.

Ja, ik denk dat het monastieke verlangen, dat breed rondwaart, daar allereerst mee te maken heeft. Verlangen naar rust en eenvoud, verlangen naar de kern, verlangen naar gebed, verlangen naar verlangen. En het zou kunnen zijn dat precies daar ook de behoefte ligt van heel veel zoekers die we met ons missionair zijn willen bereiken.

Oases

Als je een klooster binnengaat en wandelt in een kloostertuin, dan brengt dat je (meestal) in een oase van rust. Daar knapt een mens van op (ook al is het in eerste instantie ook best moeilijk). Een oase. Daar had paus Franciscus het onlangs ook al over. In het kader van het Jubeljaar van Barmhartigheid sprak hij zijn verlangen uit dat mensen, overal waar zij christenen ontmoeten, een oase van barmhartigheid zullen ontdekken. Dat is mooi. Een oase van barmhartigheid. Dat is een plek waar je gezien wordt en niet veroordeeld. Dat is een ruimte waar je op adem kunt komen en waar vergeving en genezing stroomt. En tegelijk – en ook dat is heel monastiek – is die barmhartigheid niet iets van en voor mijzelf maar om uit te delen aan de mensen om mij heen in werken van barmhartigheid: zieken bezoeken, armen helpen, hongerigen voeden, doden begraven. En daar voegt zich bij de barmhartigheid ook de gerechtigheid waar deze wereld zoveel behoefte aan heeft, de gerechtigheid van de Heer die zaken weer recht wil zetten in deze wereld omdat hij zo barmhartig is.

Klooster en kerk

Terug weer naar het klooster. Of: terug weer naar de kerk. Nee: terug naar de kern die in kloosters misschien beter is en wordt bewaard dan in kerken. En leren maar, een leerproces ingaan: luisteren, stil zijn, God zoeken, verlangen koesteren, ademen, tijd verspillen aan liturgie en lectio divina, de Geest laten werken, ritmes aanbrengen, oude praktijken ontdekken die vernieuwende kracht blijken te hebben. Het zal een zoektocht zijn. Want vanzelfsprekend is het allemaal niet. En niet iedereen zal er in mee kunnen komen in de kerk.

Maar ik geloof – en de mede-organisatoren van de monastieke inspiratiedag doen dat ook – dat hier iets stroomt waar we bij moeten zijn. Iets van de Geest van verlangen. Iets van de tederheid van Jezus. Iets van de barmhartige Vader die al zijn kinderen thuis wil brengen in de hemelse omhelzing.