Onderstaande preek hield ik Kerst 2013 in de Plantagekerk Zwolle. Eise van der Sluis (GKV Buitenpost) schreef de preek uit vanaf de audio-opname.
PREEK
Ik vond een aardig plaatje over Kerstmis: ‘So this is Christmas’. Drie figuurtjes op weg naar Bethlehem. Op het eerste gezicht denk je: nou, dat is allemaal normaal. Maar het achterste figuurtje loopt met een winkelwagentje. Daar lijkt het inderdaad wel eens een beetje op. Want Kerst is ook kerstinkopen doen. Kerst is een kerstdiner organiseren. Kerst is mensen uitnodigen voor allerlei vieringen: voor een kerstnachtdienst, voor een kerstfeest met de kinderen, voor een kerstlunch of voor een kerstbrunch. Het is maar een drukke tijd hé, die Kerst? Kerst staat een beetje gelijk met Kerststress.
Maar nu, nu we hier allemaal zo zitten, hebben we allemaal even de tijd om tot rust te komen, om te ontstressen. We mogen echt even rustig gaan zitten, als we nog niet rustig zitten, en even ontspannen. Want de komende 20 minuten hoeft u even helemaal niks. Gewoon even lekker… luisteren.
En we willen proberen om te peilen wat er eigenlijk aan de hand is als we Kerst vieren. En we nodigen Maria uit om ons te helpen de betekenis van het Kerstfeest op het spoor te komen. Maria, daar is ze al. Er is nog een andere Maria in de evangeliën, de Maria van Martha en Maria. Deze Maria ging aan de voeten van haar Heer zitten en ze luisterde naar zijn woorden. Jezus zei over haar: er is maar één ding noodzakelijk, en Maria heeft het beste deel gekozen, en het zal haar niet worden ontnomen. Kerstfeest is ook gewoon – met Maria – luisteren naar het heilig evangelie.
En elke Kerst is het ook weer een beetje discussie in protestantse kring, waarom er zo weinig aandacht aan Maria wordt besteed. En dat is een goede discussie, dat is ook een prima discussie om te voeren, maar vervolgens moeten we maar gewoon wel die aandacht besteden aan Maria. Want zij is de moeder van de Messias. Zij is een bijzondere vrouw. Zij is begroet vanuit de hemel. “Gegroet, Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je”. Maria is echt een begenadigde vrouw.
Ze was nog een jong meisje, toen ze zwanger werd, en God had haar uitgekozen: een unieke vrouw, in de geschiedenis die God heeft met deze wereld. Maria krijgt de sympathie van God. En daarom krijgt Maria ook onze sympathie. Ze is een diepgelovig meisje, en door Gods Geest is ze begenadigd met een groot geloof, en met heel veel vertrouwen. En via deze jonge vrouw Maria, komt Jezus de wereld binnen. En vandaag hebben we – al bijbel lezend – meegemaakt dat haar eerste kindje wordt geboren, Jezus. En het is altijd weer opvallend – wanneer we het Lucas verhaal op ons laten inwerken – dat het allemaal zo geweldig gewoon is. Als we Lucas 2 lezen ontdekken we de overrompelde gewoonheid van het kerstevangelie. Marie is zwanger, de weeën beginnen, de bevalling komt er aan. Het is een jongetje, en hij heet Jezus. Hij krijgt een rompertje aan, en sokjes aan, en wordt lekker toegestopt.
Maar dat gewone, dat maken we in de kerk al snel weer ingewikkeld. Het plaatje waar we nou naar kijken, doet daar een beetje aan mee. Je kunt het misschien niet zo goed zien, maar er staan een paar Latijnse woorden op: Magnificat Anima Mea Dominum. En dat betekent: mijn ziel maakt groot de Heer! Dat is de lofzang van Maria. Een paar maanden eerder heeft ze het gezongen.
En het volgende plaatje getuigt ervan. Hier zien we Maria en Elizabeth. Allebei zwanger, er ook mooi een baby’tje ingetekend in hun buik. Het baby’tje bij Elizabeth is al ietsje groter als bij Maria. En Maria zingt haar lied: Magnificat Anima Mea Dominum.
Sommigen van u zullen dat herkennen: het Magnificat. Maar het is ook een teken dat we het in de kerk af en toe wel een beetje ingewikkeld maken als het gaat om het gewone kerstevangelie. Het woord Magnificat, dat ken je misschien ook wel uit de gewone taal. We zeggen wel eens dat iets ‘magnifiek’ is. We kunnen elkaar vandaag ook een magnifieke kerst toewensen. En geweldig mooie, een schitterende, een prachtige kerst! En daar klinkt dan ook doorheen dat we met kerst samen komen om ook echt God groot te maken. Zoals Maria ons daarin voorgaat.
Maar goed: magnificat – of magnifiek – dat blijft toch wel een beetje een moeilijk woord, terwijl kerst nu juist een feest van het gewone is. En daarom ben ik zo blij met de ‘Bijbel in gewone taal’, die in 2014 door het Nederlands Bijbelgenootschap is uitgebracht. Een mooi kerstgeschenk. De Bijbel in gewone taal past bij het zo gewone evangelie van dat kindje dat geboren werd in een stal. Kerstfeest is het feest van het gewone vieren. En het gaat om een gewoon mens dat daar in een voederbak ligt. Een baby’tje zo gewoon als Maria en Jozef. Zo gewoon als Ruth en Boaz. Zo gewoon als David en Daniël en Petrus en Martha en Lydia en Paulus en Johannes en Sytze en Wieger en Albert en Marije en Floor en Annelies. Heel gewoon. Geweldig gewoon.
Ik zei al dat de Bijbel in gewone taal een mooi kerstgeschenk is. Zelf zegt het Nederlands Bijbelgenootschap over die vertaling: dat de bijbel daarmee leesbaar en duidelijk wordt voor een zeer breed publiek. En dat is geweldig! Voor een zeer breed publiek! Want lieve mensen, Jezus is gekomen voor een zeer breed publiek. Wij moeten Jezus niet opsluiten in kerktaal, of in kerkzalen, en in kerktradities. Jezus is gekomen voor een zeer breed publiek. En daarom lees ik nu de lofzang van Maria uit de Bijbel in gewone taal. En we laten het lied vanochtend als het ware klinken in de kraamkamer van Jezus.
Ik weet wel: het lied is een paar maanden eerder gezongen, toen Maria nog zwanger was, maar is de baby gekomen, en het lied zal nog even waardevol zijn. En – als ze een cassetterecorder hadden gehad – dat hadden ze het daar kunnen afdraaien in de stal van Bethlehem. Even luisteren: ‘wat zong ik ook alweer?’ En zo klinkt de inhoud van het lied ook als Maria uitgerekend is en de baby is geboren:
Ik geef alle eer aan God.
Ik juich voor hem,
Hij is mijn reder.
Hij koos mij uit,
mij, een heel gewoon meisje.
Nu zal iedereen over mij zeggen:
‘Zij is gezegend.’
Want God, die machtig is en heilig,
heeft iets geweldigs met mij gedaan.
Aan mensen die naar hem luisteren,
geeft hij zijn liefde, nu en altijd.
God heeft zijn kracht laten zien:
Hij jaagt iedereen weg die zichzelf geweldig vindt,
koningen pakt hij hun macht af.
Maar gewone mensen maakt hij belangrijk.
Arme mensen geeft hij veel,
rijke mensen krijgen niets.
God is zijn liefde voor Israël niet vergeten.
Daarom helpt hij zijn volk.
Dat had hij al beloofd aan onze voorouders,
aan Abraham en aan ieder die na hem kwam.
Nou dat is in gewone taal, het evangelie van Maria, op de kerstmorgen. En als we dat lied op ons in laten weten dan ontdekken we: inderdaad dit is niet het kerstfeest – dat we met winkelwagentjes naar Bethlehem rijden. Nee, het kerstfeest is dat we samen met Maria in gewone taal onder woorden proberen te brengen hoe geweldig mooi het is dat Jezus is geboren. En ik wil bij vier zinnetjes kort stilstaan om die boodschap op ons in te laten werken.
(1)
Ik geef alle eer aan God.
Ik juich voor hem,
Hij is mijn redder.
Lieve mensen, kerst vieren is dat je alle eer aan God geeft. Kerstfeest vieren is zeggen; God u bent magnifiek! U bent zo geweldig, u bent zo fantastisch, en groots en oogverblindend. U bent zo goed, zo heerlijk, zo hemels! Ik raak niet op u uitgekeken.
En Maria zegt: ik geef alle eer aan God. En als we dat toch even de gewone vertaling erbij pakken, dan staat daar: ‘Mijn ziel maakt groot de Heer’. Mijn ziel – het komt dus écht van binnenuit. Maria zegt heel echt: ik maak groot de Heer. Ik geef alle eer aan God, ik juich voor hem, hij is mijn redder. Dat woord redder is heel belangrijk met kerst. Het centrale woord eigenlijk: Jezus is gekomen om ons te redden. Om ons te bevrijden, om ons te verlossen.
Maar waarvan verlost de Heer ons dan? En het antwoord op die vraag moeten we wel even goed tot ons door laten dringen. We denken vaak dat Jezus is gekomen om ons te verlossen van al onze zonden. En dat is ook waar. Hij is gekomen om ons te bevrijden van onze zonden. En het is geweldig mooi dat wij op kerst mogen vieren dat we niet hoeven te blijven zeulen met onze zonden, met de dingen die fout zijn gegaan in onze levens. Maar redding gaat nog verder. Verlossing is ook dat je vrij bent. Verlossing is ook dat je opgelucht kunt ademhalen. Verlossing is ook dat je een nieuwe identiteit krijgt in Jezus Christus.
En misschien is wel het toppunt van verlossing dat je gaat lijken op je redder. Want wij zijn gered om te redden. Wij zijn bevrijd om bevrijdend te leven. Wij zijn verlost om verlossend aanwezig te zijn in het leven van onze naasten. We worden niet gered om in de hemel te komen, zo van: wanneer Jezus uit de hemel op aarde gekomen is, kunnen wij van de aarde in de hemel komen. Nee, redding is dat de hemel op aarde komt en dat wij de kans krijgen – langs de weg van vergeving en vernieuwing – deel te gaan uitmaken van Gods nieuwe wereld. Dat is verlossing: dat we deel mogen uitmaken van Gods nieuwe wereld, die begonnen is toen Jezus hier op aarde kwam. ‘Ik geef alle eer aan God. Ik juich voor hem, hij is mijn redder.’
De tweede zin waarbij we stilstaan is:
(2)
Want God die machtig is en heilig
heeft iets geweldigs met mij gedaan.
Hier proef je waar het thema voor deze dienst vandaan komt: God heeft iets geweldigs gedaan! Komt zo weglopen uit de Bijbel in gewone taal, lied van Maria. Toch aardig om ook even naar het Grieks te kijken. In de Griekse vertaling van het Nieuwe Testament staat dat God Megaleia dingen heeft gedaan. Megaleia, hij heeft – mega – grote dingen gedaan. En Maria heeft grote woorden nodig: God heeft mega grote dingen gedaan in mijn leven.
En wat is het mega grote wat God gedaan heeft? Dat Gods nieuwe wereld vaste grond aan de voeten heeft gekregen in de geboorte van Gods zoon uit het meisje Maria. En Maria betrekt het helemaal op zichzelf: ‘God heeft iets geweldigs met míj gedaan.’ En dat is ook geweldig wat God gedaan heeft met Maria. Uit alle jonge meisjes die daar in Israël rondliepen, heeft hij Maria uitgekozen. Hij zag een oprecht iemand, een meisje vol geloof en genade. Een echt gelovig meisje, ze genoot van God en God genoot van haar. God koesterde sympathie voor Maria. Als je het ene beetje in de taal van het Oude testament zegt dan zou je zeggen: er was vriendschap tussen Maria en de Heer. Zoals er vriendschap was tussen Mozes en de Heer en zoals er vriendschap was tussen David en de Heer. Want het is waar; hij is machtig, en hij is heilig. Hij is geweldig groot. Hij is een geweldig krachtige en indrukwekkende God. Hij heeft grote daden gedaan, mega grote dingen. Een heel volk heeft hij bevrijd. En hij is maar door gegaan met dat volk.
Maar die mega grote God, die komt ook altijd weer heel dichtbij. Hij sluit vriendschap met je en hij doet grote dingen aan jou. ‘God heeft iets geweldigs met mij gedaan!’, zegt Maria. En we zien haar stralen. Haar eerste kindje is geboren, Jezus. En vanmorgen stellen we onszelf de vraag of we het Maria ook nazeggen: God heeft iets geweldigs met mij gedaan. Kerst vieren is heel erg iets van samen. Samen naar de kerk, samen eten, samen een gezellige tijd doorbrengen, allemaal prachtig. Kerst is een feest van verbondenheid. Maar vergeet niet deze héél persoonlijke insteek en stel jezelf de vraag of je het ook mee kunt zingen met Maria: God heeft iets geweldigs met mij gedaan.
En nog een zin:
(3)
God heeft zijn kracht laten zien:
Hij jaagt iedereen weg die zichzelf geweldig vindt.
En dat is ook het kerstevangelie: mensen die zichzelf geweldig vinden worden door God weggejaagd. Meestal hoeft dat trouwens niet eens, want mensen die zichzelf geweldig vinden, hebben bij Jezus helemaal niets te zoeken. Ze willen niet eens in zijn buurt zijn. Ze blijven op afstand. Ze jagen zichzelf weg. Daar moet ik niet wezen, bij Jezus.
God heeft zijn kracht laten zien en die kracht zien we dus als we kijken naar dat geweldig gewone meisje met de naam Maria. En dat geweldig gewone kindje in de voederbak. Dat is allemaal geweldig gewoon. Het is bijna stuitend gewoon zoals God reddend deze wereld binnenkomt. En daarom betekent kerst vieren ook; stoppen met jezelf geweldig vinden en Jezus geweldig vinden. Jezus magnifiek vinden, wat een geweldige Heer, wat een magnifieke redder! En wat heb ik hem nodig. God heeft iets geweldigs met mij gedaan en daarom hoef ik mezelf niet meer zo geweldig te vinden.
En dan de laatste zin waar we bij stilstaan:
(4)
God is zijn liefde voor Israël niet vergeten.
Dat zingt Maria, en de echo klinkt nu daar in die kerststal waar Jezus in de voederbak ligt. God is zijn liefde voor Israël niet vergeten, kijk maar. En in dat zinnetje komt ook het hele verhaal van Ruth en Naomi weer terug. Naomi dacht dat ze op een doodlopend spoor zat, dat God haar vergeten was. Maar het blijkt heel anders te zijn. Het is geweldig hoe God door gewone mensenlevens heen – zoals door de levens van Naomi en Ruth – iets nieuws doet. Echt een nieuw begin maakt. Verder gaat met wat hij begonnen was. God is ons niet vergeten. God is zijn liefde voor ons niet vergeten. En dan toch weer even terug naar de gewone bijbelvertaling, daar staat dan: barmhartigheid. Dat is een moeilijk woord, dus die vindt je niet terug in de Bijbel in gewone taal.
Maar goed, soms is een moeilijk woord ook mooi: barmhartigheid, dat God een warm hart heeft. En barmhartigheid heeft in de taal van de bijbel weer te maken met: baarmoeder. Dus de liefde van God komt – nou, God heeft geen baarmoeder …. – maar God heeft wel een innerlijk, dat vol ontferming is, en vol liefde en van binnenuit is God bij ons en hij herinnert zich zijn barmhartigheid. Dus Jezus komt van binnenuit onze wereld binnen, vanuit de liefde en barmhartigheid van God om ons de aller diepste liefde van God te laten proeven. God is zijn liefde voor Israël niet vergeten. God is zijn liefde voor jou niet vergeten.
Lieve mensen, God heeft gewoon iets geweldigs gedaan. En dat vieren we vandaag hij heeft het door Maria heen gedaan. We zien het wanneer we kijken naar Jezus. En daarom wens ik jullie – en wensen we elkaar – een magnifieke kerst met een schitterende God en een heerlijke Christus. Laten we bidden.
Gebed
Dank U wel, liefdevolle God, dat er in u zoveel bewogenheid en barmhartigheid is, dat u ons niet vergeten bent. U bent uw volk Israël niet vergeten, U bent ons niet vergeten, U vergeet niemand. En dank U wel dat we mogen vieren dat Jezus zo heel gewoon op aarde kwam. Dat hij werd geboren uit zo’n heel gewoon meisje. Maar toch was ze ook wel heel bijzonder, want ze was een gelovig meisje. Heer dank U wel dat U onze levens bent binnen gekomen en wilt binnenkomen. Heer geef dat we U geweldig vinden en dat we stoppen met onszelf geweldig te vinden. En geef dat we – door naar Jezus te kijken en hem toe te laten in ons leven – ook steeds meer op hem gaan lijken. Dank U wel Heer Jezus dat u ons gered hebt van onze zonden. Dat u ons gered hebt van alles wat op deze aarde gebroken is. Dank u wel dat u ons ook gered heeft om zelf reddend aanwezig te zijn, bevrijdend voor de mensen om ons heen. Heer wilt u daarvoor uw Heilige Geest geven. Dat vragen we, uit genade.
Amen.
Een mogelijke liturgie voor wie de preek wil gebruiken in een kerkdienst
Votum en groet Zingen: LvK 138: 1-4 (Komt laten wij aanbidden)
Het evangelie van Gods wet
Zingen: LvK 146: 1, 2, 3, 7, 8 (Dit is de dag, die God ons schenkt)
Gedicht
Zingen: LvK 145: 1-3 (Nu zijt wellekome)
Gebed
Lezen: Lucas 2: 1-21
Zingen: LvK 143: 1-3 (Stille nacht, heilige nacht)
Preek over Lucas 2
Zingen: Ere Zij God!
Voorbeden
Zingen: LvK 481; 1-4 (O grote God die liefde zijt)
Collecte
Zegen: NLB 416 (Ga met God en hij zal met je zijn)
Geef een reactie