Brian McLaren

Is kerk in transitie? Of migreert de kerk?

Ik ben bij mezelf nog steeds een beetje aan het onderzoeken wat nu het verschil is tussen transitie en migratie. Dat woord ‘migratie’ wordt ons dus door Brian McLaren aangereikt als een van de belangrijkste woorden in zijn boek ‘The Great Spiritual Migration’ waaraan ik een serie blogposts wijd (dit was de eerste). Ik probeer er, in een wat langzaam tempo (‘Slow Writing’) wekelijks een te schrijven. Het boek heb ik inmiddels helemaal uit. En ik ben het aan het herlezen, omdat er talloze bladzijden in voorkomen die meerdere herlezingen verdienen.

Maar terug naar de vraag: transitie of migratie? Ik denk dat het woord ‘transitie’ me teveel schatplichtig is aan de wereld van de organisatiekunde, veranderkunde en managment. Met die wereld is overigens niets mis. Het is zelfs een heel boeiende wereld. En ik heb zelf ook een paar blogposts geschreven waarin ik het woord transitie hanteer: Kerk in transitie: van leerregels naar leefregel en De GKV in transitie! Maar welke kant op?

Onderweg

Maar de term migratie is denk ik wat beter theologisch te duiden. Dat doet Mclaren ook in zijn voorwoord. Daarin stelt hij dat de bijbel het verhaal vertelt van mensen die altijd in beweging zijn, altijd op reis, altijd onderweg. De verhalen van de exodus en de ballingschap – twee basisverhalen uit het Oude Testament – zijn reísverhalen. Steeds is er in het leven van mensen en volken de spanning tussen enerzijds het zich ergens vestigen en anderzijds het (weer) op reis gaan.

En: Jezus zelf was voortdurend onderweg. Hij leidde de discipelen van de ene stad naar de andere. Deze fysieke beweging weerspiegelde een geestelijke reis: mensen die Jezus volgen zijn mensen onderweg, mensen van de weg (blz. ix):

Zijn eerste woorden waren: ‘Volg mij’. En zijn laatste woorden waren: ‘Ga de wereld in’. Jezus was, zouden we kunnen zeggen, een migererende messias. En de bijbel is een boek van migraties.

Dus ik denk dat het mooi is om het Nederlandse gesprek over kerk zijn vandaag en over de kerk van de toekomst te verrijken met dit woord dat zo vol beweging is en dat zoveel recht doet aan het voortdurend onderweg (willen, moeten) zijn van de gemeente van Jezus. Migratie. De migrerende kerk. En we migreren dus niet omdat we leven in een cultuur die in transitie is of omdat nu eenmaal alle organisaties in een transitieperiode zitten en de kerk dus ook (hoewel dat allemaal niet onbelangrijk is). We migreren omdat dat eigen is aan mensen die Jezus volgen.

Misschien dat er in het woord migratie ook een echo klinkt van het reformatorische ecclesia reformata semper reformanda (de gereformeede kerk moet steeds weer gereformeerd worden). Maar ook reformatie is misschien niet het woord dat we nodig hebben. Net zo min als transitie. Ik houd het voorlopig (gedurende het schrijven van deze serie blogposts) op migratie.

Fundamentalistisch christendom

Brian McLaren brengt uiteraard ook zichzelf en zijn eigen levensgeschiedenis in. Hij groeide op in een fundamentalistische christelijke traditie die de Plymouth Brethern werd genoemd. Als die traditie een motto had gehad (maar er was geen motto) dan had dat motto zo geluid: ‘We shall not be moved’. Geen beweging in te krijgen dus. En dat was ook de bedoeling.

Maar de jonge McLaren had wel bewegingsruimte nodig en vond die in de Jezusbeweging. Hij werd toen een Evangelicaal. Achteraf zegt hij (blz. xi):

Als je een beetje verf van een evangelicaal afkrabt, vind je onder die verf een fundamentalist die een beetje groeiruimte zoekt.

Dat lijkt me een aardige typering die dicht in de buurt komt van het vehaal dat Matthijs Vlaardingerbroek onlangs ergens hield: We zijn met z’n allen verslaafd aan zeker weten.

De migratie van Brian Mclaren ging verder. Van fundamentalist ging het naar evangelicaal en vervolgens naar progressief. Sinds zijn vijftigste kwam hij in een beweging is dit aan de hand in zijn christelijke theologie en spiritualiteit (blz. xi):

Ik heb ontdekt dat wat er het meest toe doet niet onze status is maar de weg die we gaan. Niet waar we zijn, maar waar we heen gaan. Niet waar we staan maar in welke richting we gaan. Christelijk gelof is voor mij niet langer een statische locatie maar een prachtige spirituele reis. Daar wordt alles anders van.

Profetische stemmen

En dan zegt hij over anderen (maar ik denk dat hij zichzelf er ook mee bedoelt, en terecht) dat er profetische stemmen opklinken, stemmen die we nodig hebben en die spreken over verandering, hoop, verbeelding en een nieuw begin (blz. xii):

Ze zeggen dat er een alternatief is voor een statische en rigide religie enerzijds en een religlieloos secularisme anderzijds. Ze zeggen dat de Geest ons roept, niet om onze hakken in het zand te zetten, maar om onze tenten in te pakken en weer op reis te gaan. Ze nodigen ons uit tot een grote spirituele migratie – niet wég uit onze godsdiensten, maar weg uit onze kooien en karresporen, niet als afgematte ex-leden, maar als hoopvolle pelgrims die vooruit bewegen op hun geloofsreis. Het heeft mij bijna vijf decennia gekost om te leren begrijpen dat de roeping tot christelijk discipelschap een roeping is om onderweg te blijven, om vooruit te bewegen. Daarom heb ik dit boek geschreven.

Zo is McLarens boek een uitnodiging om (opnieuw) mee te doen in een transformerende zoektocht, op weg naar een betere manier om christen te zijn, een betere manier om mens te zijn.