Als je naar mensen kijkt, zie je het soms direct: ‘Dat is iemand met uitstraling.’ Daarmee bedoelen we dan in positieve zin dat zo iemand krachtig en echt overkomt. Daarbij kun je denken aan zaken als authenticiteit en vriendelijkheid, openheid en kwetsbaarheid. Iemand met uitstraling is iemand die er durft te zijn, een persoonlijkheid.
In de Nieuwe Bijbelvertaling kom ik het woord uitstraling één keer tegen: ‘Een hooghartige blik, een aanmatigend hart, wat een goddeloze uitstraalt is zondig’ (Spreuken 21:4). Uitstraling is blijkbaar niet per definitie iets positiefs. Zo zegt de Bijbel dat goddelozen, mensen dus die weigeren te leven overeenkomstig het doel dat God met hen heeft, door hun hooghartige en aanmatigende houding een zondige uitstraling hebben. Je zou kunnen zeggen dat het nu precies over het tegenovergestelde gaat van ‘de zonde uitstralen’, namelijk ‘de Zoon uitstralen’.
Uitstraling
Uitstraling heeft alles te maken met wat je aan de buitenkant ziet, maar wat heel duidelijk van binnenuit komt. Natuurlijk kan het ook gebeuren dat je op het eerste gezicht vindt dat iemand uitstraling heeft omdat hij of zij er leuk en aantrekkelijk uitziet. Maar bij nader inzien zal blijken dat echte uitstraling altijd te maken heeft met hoe iemand van binnen is en hoe dat naar buiten komt.
Als we naar Jezus kijken, als we proberen om hem ons voor te stellen zoals hij was, tweeduizend jaar geleden in Israël, kunnen we ons afvragen of de mensen toen ook gezegd zouden hebben: ‘Dat is iemand met uitstraling.’ Ongetwijfeld was dat het geval toen Jezus de Bergrede hield die we in Matteüs 5 tot 7 vinden. Er wordt dan ook gezegd dat de mensen toen diep onder de indruk waren van zijn onderricht. Deze Jezus sprak heel anders dan de schriftgeleerden van die tijd. Hij had gezag, hij had echt wat te zeggen, hij maakte indruk (Matteüs 7:28-29).
Maar had Jezus ook uitstraling toen hij met een bebloed lijf en met een kruisbalk op zijn schouders op weg was naar Golgotha? Zouden de mensen aan de voet van het kruis hebben gezegd, kijkend naar de stervende Jezus: ‘Dat is iemand met uitstraling’?
Dieper kijken
Als we het hebben over uitstraling, zullen we altijd dieper moeten kijken dan wat we zien met het blote oog. We zullen iemand in de ogen moeten kijken, we zullen iemand ons in de ogen moeten laten kijken. En dan ontdekken we wat er van binnen leeft aan goedheid en liefde, aan vriendelijkheid en echtheid, en aan kracht, ook al is iemand uiterlijk een zwakke verschijning.
Zo is dat ook bij Jezus. De profeet Jesaja brengt op een heel directe, haast ontluisterende manier onder woorden wat we zien als we Jezus zien. Lees maar wat hij schrijft (Jesaja 53:2-3):
‘Onopvallend was zijn uiterlijk,
hij miste iedere schoonheid,
zijn aanblik kon ons niet bekoren.
Hij werd veracht, door mensen gemeden,
hij was een man die het lijden kende
en met ziekte vertrouwd was,
een man die zijn gelaat voor ons verborg,
veracht, door ons verguisd en geminacht.’
Als je die woorden tot je door laat dringen, zou je er haast aan gaan twijfelen of dat wel kan: een hoofdstuk schrijven over de uitstraling van Christus en over het uitstralen van Jezus, zoals dat in het leven van christenen vorm kan krijgen.
Kracht en zwakheid
Maar zoals zo vaak: waar wij het moeilijk vinden om zulke verschillende dingen als iemands gebrek aan schoonheid en iemands krachtige uitstraling bij elkaar te houden, daar gebeurt dat in de Bijbel wel. Juist als we kijken naar de Zoon van God, ontdekken we dat er in de zwakheid en gebrokenheid van Jezus zoveel kracht en heelheid ligt. Bij hem gaat het samen. Je zou zelfs kunnen zeggen: juist omdat de Zoon van God zo zwak en onaantrekkelijk durft te zijn, is zijn uitstraling zo krachtig. Het gaat bij Jezus Christus niet in de eerste plaats om wat wij met onze ogen zien, maar om wat in zijn ogen is te zien: kracht, liefde, overgave en volkomen toewijding.
Daarom kan de Bijbel ook spreken over de luister van de Heer. Het woord luister kan ook worden vertaald als heerlijkheid of glorie, grootheid of verhevenheid. Het gaat daarbij om wat je ook zou kunnen noemen: de indrukwekkende uitstraling van de Heer of de krachtige aantrekkelijkheid van Christus.
Je kunt hier denken aan de uitstraling van de zon. In het Bijbelboek Openbaring mogen we als het ware even kijken naar Christus, die nu in al zijn grootheid en glorie in de hemel is: ‘Zijn gezicht schitterde als de felle zon’ (Openbaring 1:16). De aanblik van Jezus is zo overweldigend! Zijn uitstraling is zo ongelooflijk krachtig!
Veranderen
En wat maakt de Bijbel nu duidelijk in de tekst die boven dit hoofdstuk staat? Dit: dat we gaan veranderen, dat we zullen worden als Jezus, als we met een onbedekt gezicht de luister van Jezus aanschouwen. Als we dus intens kijken naar de glorie van Christus, naar alles wat maakt dat hij zo’n krachtige uitstraling heeft, dan zullen we op hem gaan lijken.
Ik breng dat graag zo onder woorden:
hoe meer we kijken naar Jezus,
hoe meer we zullen lijken op Jezus.
Als we de grootheid en glorie (dat is: zijn overweldigende liefde en zijn alles te boven gaande kracht) van Jezus op ons af laten stralen, zullen we hem steeds meer uit kunnen stralen. Als we warm willen worden door de zon, moeten we uit de schaduw stappen en in het zonlicht gaan staan. We kunnen ons zelf niet warm maken, maar we moeten ons warm laten maken door de stralende zon.
Als het in hier gaat over het uitstralen van Jezus, is het belangrijk dat we eerst heel diep tot ons door laten dringen dat alles begint bij de uitstraling van Christus. Pas als we ons laten raken door die krachtige en liefdevolle uitstraling, zullen we door de Geest in staat zijn zelf ook uitstraling te hebben. Pas als we onder de indruk raken van de overweldigende waarheid en goedheid en schoonheid van Gods Zoon, zullen we door de Geest zelf ook ware en goede en mooie christenen worden, christenen met een krachtige en liefdevolle uitstraling.
Drie misverstanden
Als je je verder verdiept in deze prachtige werkelijkheid, is het belangrijk om nog drie misverstanden in de ogen te kijken.
Eerste misverstand: ‘We moeten onszelf optillen tot een hoger niveau van christen zijn.’ Nee dus! Als het om geloven gaat, om het kennen en volgen van Jezus, om een veranderd leven waarin Jezus steeds meer zichtbaar wordt, is er niets maakbaar en valt er niets op te tillen. Het heeft ook allemaal bijzonder weinig te maken met een ‘hoger niveau’. Het gaat om een veranderingsproces waartoe iedere christen wordt geroepen en waarheen we ons in gehoorzaamheid aan het gebod van God moeten laten meenemen: ‘Leid een leven dat in alle opzichten heilig is, zoals hij die u geroepen heeft heilig is. Er staat immers geschreven: Wees heilig, want ik ben heilig’ (1 Petrus 1:15-16). En God geeft wat hij van ons vraagt. Dat is de kern van genade: dat God een gevende God is. Het is intens verdrietig als christenen niet in staat zijn om Gods roeping aan ons om gehoorzaam te zijn te horen als zijn manier om zijn overweldigende genade in ons leven uit te delen. Een groeiend heilig leven is niets anders dan een bewijs van leven uit genade.
Tweede misverstand: ‘We moeten dus weer van alles gaan doen, en daar word ik zo moe van.’ Nee dus! Er zijn niet weinig christenen die het gevoel hebben dat ze overvraagd worden zodra het praktisch en concreet wordt. Maar als dat zo is, dan worden we ook in de Bijbel overvraagd, want wat gaat het er daar (bijvoorbeeld in de laatste hoofdstukken van de vele brieven in het Nieuwe Testament en ook in de Bergrede van Jezus) uitermate praktisch en concreet aan toe. Maar alle praktische aanwijzingen landen om zo te zeggen in het verkeerde laatje als we niet eerst de goedheid en glorie en genade van Christus hebben aanschouwd en hebben geleerd om daarvan te genieten. Het gaat er daarom ook niet om dat we weer wat moeten doen, maar het gaat erom dat we komen bij Jezus en drinken van het water dat hij geeft en er haast tot onze stomme verbazing achter komen dat er dan rivieren van levend water uit ons hart beginnen te vloeien (Johannes 4:14 en 7:37-39)!
Derde misverstand: ‘We kunnen op aarde al volmaakte christenen worden.’ Nee dus! We leven in een wereld die wordt gekenmerkt door zonde en gebrokenheid. Midden in deze werkelijkheid is Jezus gekomen om heelheid te brengen voor mensen die Hij liefheeft en die Hem liefhebben. Maar die heelheid wordt hier op aarde, zolang Jezus niet terugkomt, ervaren temidden van gebrokenheid, en ook die heelheid zelf vertoont altijd weer scheurtjes en breuken. Volmaaktheid in de betekenis van een zondeloze werkelijkheid heeft God niet voor nu maar voor straks beloofd. Maar dat neemt niet weg dat we kunnen en mogen groeien naar die volmaaktheid toe. Het is niet goed als we, om zo groot mogelijk te kunnen denken over de hemelse glorie, zo klein mogelijk spreken over wat er op aarde mogelijk is door het werk van de Geest van Christus. Het gaat hier op aarde dus niet om een zondeloze volmaaktheid, maar wel om een groeien naar de hemelse volmaaktheid. De volmaaktheid van straks werpt nu al haar licht op het christelijke leven. Iets van het stralend volmaakte wordt nu al zichtbaar. Nogmaals: ten dele. Maar dat deel is groot genoeg om ons mateloos in te verheugen. En vol verwachting kijken we uit naar het moment van Jezus’ verschijning (1 Johannes 3:2): ‘Geliefde broeders en zusters, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan hem gelijk zullen zijn wanneer hij zal verschijnen, want dan zien we hem zoals hij is.’
Verlang je ernaar Jezus Christus te zien zoals hij is? Wil je aan hem gelijk worden? Vertrouw dan volledig op het werk van de Geest van God, de Geest die in al zijn luister op je rust (1 Petrus 4:14).
Bovenstaande tekst is de inleiding uit het boek ‘Jezus uitstralen’ van Jos Douma.
Geef een reactie