Preek gehouden op zondag 16 augustus in de Plantagekerk Zwolle

Je kunt de preek ook beluisteren:

Tekst: MARCUS 10:46-52

46 Ze kwamen in Jericho. Toen hij met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs. 47 Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!’ 48 De omstanders snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden, maar hij schreeuwde des te harder: ‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’ 49 Jezus bleef staan en zei: ‘Roep hem.’ Ze riepen de blinde en zeiden tegen hem: ‘Houd moed, sta op, hij roept u.’ 50 Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. 51 Jezus vroeg hem: ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ De blinde antwoordde: ‘Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien.’ 52 Jezus zei tegen hem: ‘Ga heen, uw geloof heeft u gered.’ En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg.’

Preek

Lieve mensen, wij brengen nu vanmorgen wat tijd door met Bartimeüs.

Bartimeüs was blind. Het was altijd donker in zijn leven. Geen hand voor de ogen kunnen zien. Niet weten hoe mensen eruitzien. Niet weten waar je loopt. Niet weten wat lente.

Van de week moest ik even met mijn vader van 92 naar het ziekenhuis in Zwolle, want hij moest een staaroperatie ondergaan. Dat is ook een visuele beperking, net als de blindheid van Bartimeüs waar het vandaag over gaat.

Maar er zijn veel meer manieren waarop wij moeite hebben met kijken. Je kunt slechtziend zijn. Ik heb even een definitie opgezocht van slechtziend. Mensen zijn slechtziend als ze minder dan 30 procent kunnen zien en als hun gezichtsveld kleiner is dan 30 graden. Normaal is dat 140 graden, maar je bent dus slechtziend als je maar een heel klein beetje voor je uit kunt kijken en ook maar 30 procent kunt zien.

Je kunt ook scheel zijn. Je kunt kleurenblind zijn. Je kunt computerogen hebben door alsmaar kijken naar dat beeldscherm, wat niet goed voor je ogen is. En als ik mijn bril afdoe zie ik alleen maar vage vlekken in de kerk. Het zullen mensen zijn die ik zie. Zet ik mijn bril weer op dan gaat het weer een heel stuk beter.

Bartimeüs ziet echt helemaal niks. Vanmorgen staan we er bij stil dat wij ook slechtziend kunnen zijn, of bijziend, of dat je een maar heel beperkt blikveld hebt. Bartimeüs ziet echt helemaal niks, maar Jezus ziet hem wel.

Zo komen we Bartimeüs tegen. Je zou hem eerst over het hoofd zien, maar je kunt hem niet over het hoofd horen, want hij roept echt heel erg hard: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!’

De twee plaatjes die je ziet, komen uit de Kijkbijbel. Toen onze kinderen nog klein waren hebben wij die Bijbel stukgelezen. Het bevat 28 verhalen, steeds maar opnieuw van kaft tot kaft gelezen en telkens kwam Bartimeüs weer langs. Telkens weer dat plaatje van Bartimeüs met dat rood aangelopen gezicht, want hij wil zo ontzettend graag geholpen worden door Jezus. Tenminste, zo zie ik dat plaatje. Uit alle macht schreeuwt hij: Heer Jezus, help mij! Bartimeüs wil echt geholpen worden en dat maakt hem misschien wel heel uniek tussen al die mensen die Jezus wel zien. Nou dat is interessant om eens naar Jezus te kijken en om te horen wat Hij te zeggen heeft. Misschien doet Hij wel een wonder.
Maar Bartimeüs weet helemaal van binnenuit hoe nodig hij Jezus heeft. En daarom schreeuwt hij uit alle macht: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!’

Die titel ‘Zoon van David’ geeft aan dat Bartimeüs blijkbaar in de gaten had dat Jezus die Koning was. Jezus als Zoon van David is Koning.

Marcus vertelt dit verhaal in Marcus 10 om aan de lezers duidelijk te maken (als ik het even wat oneerbiedig zeg), dat die 12 leerlingen van Jezus eigenlijk maar ‘prutsers’ zijn. Die snappen werkelijk nog steeds niet wie Jezus is. Maar Bartimeüs heeft het begrepen!

Dat is eigenlijk wat Marcus aan het doen is. In het Marcusevangelie is eigenlijk de centrale vraag: Wie is Jezus? Overal in het Marcusevangelie zit die vraag er doorheen: Wie is Jezus?

En heel vaak is Jezus teleurgesteld dat de mensen dit niet in de gaten hebben.
Je ogen moeten echt door Jezus opengedaan worden om te zien wie Jezus is.

Zie je al iets?

In Marcus 8 wordt ook een verhaal verteld over een blinde man. Misschien ken je dat verhaal wel. Jezus komt naar hem toe en doet een beetje spuug op zijn ogen en dan vraagt Hij aan die blinde man: ‘Zie je al iets?’ En dan zegt de blinde: ‘Ik zie mensen, maar het zijn net bomen, maar ze lopen rond.’ Nou, mensen met een behoorlijke min weten ongeveer hoe dat eruitziet: het zijn net bomen; ze lopen rond, maar dat kan eigenlijk niet. En dan gaat Jezus voor de tweede keer iets doen en dán pas wordt de blinde weer ziende.

Ook in hoofdstuk 8 is Marcus bezig duidelijk te maken dat het zo belangrijk is dat je Jezus ziet! Want even voor die genezing in Marcus 8, lezen we over de wonderbare spijziging en dan is Jezus vervolgens weer met zijn leerlingen onderweg en heeft Jezus opnieuw in de gaten dat zijn leerlingen het nog steeds niet snappen. En dan zegt Hij tegen hen: ‘Begrijpen jullie het nu nog niet? Jullie hebben ogen, maar zien niet? Jullie hebben oren, maar horen niet?’

Dus dat is de thematiek die steeds bij Marcus steeds aan de orde is. En nu in Marcus 10, vlak voordat Jezus in Jeruzalem aankomt en de lijdensweg begint, en het misschien nog moeilijker is om te zien wie Jezus is, want dat wil je toch helemaal niet, iemand die moet lijden. Dus vlak daarvoor wordt het verhaal verteld van die Bartimeüs.

‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!’ Zie je dat rood aangelopen gezicht? Uit alle macht wil Bartimeüs door Jezus geholpen worden. Wat doen de omstanders? Ze snauwen hem toe: Hou op met dat geschreeuw, Bartimeüs, doe eens rustig! Maar de blinde trekt zich er niks van aan. Hij gaat door met schreeuwen: Zoon van David, ontferm u over mij.

Zien en zeggen

Ik moet denken aan het lied waar we straks naar gaan luisteren: ‘Say the name’ – ‘Zeg de Naam’. Het gaat vandaag over: ‘Zie Jezus’, maar het gaat ook over het zeggen van de Naam van Jezus. En in dit lied komt deze zin voor: ‘I will say this holy Name. No matter who agrees.’ ‘Ik zal deze Naam zeggen, ook al zijn de mensen het hier helemaal niet mee eens.’

Bartimeüs had kunnen denken: Ik zal maar stoppen. Ik zal maar niet meer ‘Zoon van David’ zeggen en ik zal maar niet meer ‘Jezus’ zeggen, want dat ergert mensen.

Dat kan in de kerk natuurlijk ook zo zijn. De naam van Jezus roept ook verzet op. Want die naam van ‘Jezus’ is vol redding. Je hebt die Naam nodig hebt om gered te worden. Dus de Naam Jezus’ kan ook verzet oproepen.

Ik vind het ook een klein beetje spannend om het de komende tijd heel veel over Jezus te hebben. Er zullen mensen zijn die zeggen: Moet dat wel? Jezus? Moet het niet over God gaan of over Christus? Jezus?

‘I will say this holy Name. No matter who agrees.’ Nou, dat doet Bartimeüs ook! Hij zegt: Ik heb Uw hulp echt nodig! Ik zie in Bartimeüs iets van wat Jezus aan het begin in de Bergrede zegt: ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het Koninkrijk van de hemel.’

Of zoals het in de Bijbel in gewone taal zo mooi vertaald is: ‘Het echte geluk is voor mensen die weten dat ze God nodig hebben. Voor hen is Gods nieuwe wereld!’

Nou, dat is Bartimeüs: Echt weten dat hij Gods hulp nodig heeft!

Houd moed

En dan blijft Jezus staan en hij hoort Bartimeüs. Dat ‘Zoon van David’ klinkt wel vreemd te midden van al die geluiden. Hier is iemand waar ik aandacht aan ga besteden.

‘Jezus bleef staan en zei: ‘Roep hem.’

En wat dan zo bijzonder is?

‘Ze riepen de blinde en zeiden tegen hem: ‘Houd moed, sta op, hij roept u.’

De omstanders draaien als een blad aan de boom om. Eerst snauwen ze Bartimeüs nog af: Hou alsjeblieft je mond. Maar als ze zien dat Jezus aandacht voor hem heeft, zeggen ze: O, we moeten ons even aanpassen. Houd moed, sta op, hij roept u.

Weet je wat ik zo mooi vind van deze verhalen? Ze zijn opgeschreven zodat we ervan kunnen leren en erin meegenomen kunnen worden. En we zien hier dat de aandacht van Jezus voor Bartimeüs aanstekelijk werkt op de mensen. Ze gaan opeens iets heel nieuws tegen Bartimeüs zeggen.

Wat ik zo mooi vind is, dat dit nu ook tegen ons wordt gezegd! Ik weet niet hoe jij op dit moment in de kerk zit. Misschien is er iets heel moeilijks in je leven. Misschien ben je ‘blind’ en heb je het gevoel dat je op dit moment geen geloof hebt. Misschien zeg je dat je slechtziend bent. Of er is iets anders dat je op dit moment heel moeilijk vindt in jouw leven. Je worstelt ermee en dan klinken opeens deze woorden, en ze zijn voor jóu persoonlijk bestemd:

‘Houd moed, sta op, hij roept je!’

Ik wil graag dat die woorden in jouw leven binnenkomen! Veel van jullie ken ik, maar ik weet natuurlijk nooit helemaal precies wat er op dit moment in je leven aan de hand is. En dan wordt dit nu tegen jou gezegd, door mensen die zien dat Jezus aandacht heeft voor mensen die hulp nodig hebben. ‘Houd moed, sta op, hij roept je!’

Wat wil je?

En het verhaal is nóg niet afgelopen. Het zijn maar 6 versjes. Maar er zit zo veel in dit verhaal. Ik hoop ook dat je wat langer bij zo’n verhaal stilstaat dan in de twintig minuten van deze preek. Want Jezus stelt een vraag aan Bartimeüs. Jezus slaat niet meteen aan het genezen. Dat had meteen kunnen doen. Alsjeblieft Bartimeüs, nou kun je weer zien. Nee, Jezus vraagt aan Bartimeüs: ‘Wat wil je dat Ik voor jou doe?’

Dan moet je als het ware nu even je Bijbel dicht doen en even bij deze vraag stilstaan. Jezus komt naar jou toe. En hij zegt niet: ‘Ik weet wel wat goed voor jou is.’ Maar hij vraagt jou: ‘Wat wil je dat ik voor jou doe?’

Dat is een vraag van Jezus. Ik nodig je uit ook die vraag bij jóu binnen te laten komen. ‘Wat wil jij dat Ik voor jou doe?’

Het is geen meerkeuze-antwoord ofzo, waar je het goede antwoord kunt aanvinken. Nee, het is een oprechte vraag: ‘Wat wil jij dat Ik voor jou doe?’

Dat is wat Jezus aan je vraagt.

En dan zien we opnieuw hoe bijzonder Bartimeüs eigenlijk is vergeleken met die andere discipelen. Want een paar verzen eerder, in Marcus 10:36, stelde Jezus precies dezelfde vraag aan Johannes en Jacobus. Beide discipelen kwamen naar Jezus toe met een vraag aan hun Meester. En dan zegt Jezus tegen Johannes en Jacobus: ‘Wat willen jullie dan dat Ik voor jullie doe?’

Precies dezelfde vraag! En dan antwoorden ze: ‘Wanneer U heerst in uw glorie, laat één van ons dan rechts van u zitten en de ander links.’

Nou, ik wil niet al te negatief over de discipelen doen, maar ik noem ze nog één keer prutsers. Ze hebben het nog echt niet in de gaten. Dat is voor Jezus natuurlijk heel wat geweest. We kunnen soms wel heel erg verheerlijkend spreken over Jezus met 12 mannen die dan door Israël trekken, maar het is eigenlijk een mislukt experiment. Het is later redelijk goed gekomen met de discipelen. Sommigen zijn apostelen geworden en de wereld over gegaan. Maar die drie jaar dat ze met Jezus zijn optrokken moet voor Jezus ook wel een bitterende teleurstelling geweest zijn. We moeten het niet verheerlijken, Jezus met 12 mannen om zich heen en denken dat het allemaal maar goed ging.

Discipel

Bartimeüs komt volkomen uit het niets opdagen. Dát is een echte discipel. Bartimeüs wil zien! ‘Zorg dat ik weer kan zien!’

Je kunt dat heel egoïstische uitleggen. Maar ik proef daar ook iets in: Heer Jezus, ik zag u allang, hoewel ik blind ben, maar ik wil Jezus ook echt zien. ‘Zorg dat ik U kan zien.’ En Jezus geneest hem! En het eerste wat Bartimeüs ziet als hij genezen is: daar staat Jezus voor hem!

‘Zorg dat ik weer kan zien.’ En Jezus geneest hem.

‘Ga heen, uw geloof heeft u gered.’ En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg.’

Bartimeüs is niet genezen dat hij een mooi leventje kon opbouwen. Nee, hij is genezen en hij kon zien en hij ging Jezus volgen. Jezus zien, Jezus volgen.

‘Ga heen, uw geloof heeft u gered.’

En die redding is dus ook dat je kunt zien. Redding is niet alleen maar dat we vergeving van zonden kunnen ontvangen. Dat hoort er zeker bij. Maar redding is ook dat je weer kunt zien! Daarmee gaan we ook afronden. Want we willen een tijd ingaan, als gemeente ook, om Jezus steeds beter te leren zien. Maar zien we Hem echt wel of zijn we blind? Of zijn we bijziend geworden? Of hebben we wel goede ogen, maar kijken we naar van alles en nog wat, behalve naar Jezus?

Zie jij Jezus?

Dat zijn de vragen waar het de komende tijd over gaat, hopelijk ook in jouw persoonlijke leven. Zie jij Jezus zoals Hij echt is?

Die vraag van Jezus geef ik uiteindelijk aan jou mee, die vraag van Jezus: ‘Wat wil jij dat Ik voor jou doe?’ Daar mogen heel wat antwoorden op gegeven worden, maar ik hoop ook dat dit antwoord erbij zit: Zorg Jezus dat ik U weer kan zien! Zoals U echt bent, want ik ken U nog niet half! Zorg dat ik u kan zien.

Daar hebben we echt Jezus Zelf voor nodig wil dat gebeuren in ons leven. Daar is gebed voor nodig en de twee liederen die nu volgen zijn ook een gebed en drukken een verlangen uit.

‘Open the eyes of my hart, Lord, I want to see You’- Open de ogen van mijn hart, Heer, ik wil u zien, zoals u bent.

En het tweede lied is een echt luisterlied: ‘Say the Name’.