Beluister de preek (die ik vanuit mijn werkkamer thuis hield in een YouTube-viering):


Lieve mensen, een opmerkelijk jaar ligt achter ons. Zo noemde een oudere broeder uit de gemeente dat deze week tijdens een pastoraal gesprek. Een opmerkelijk jaar. Een jaar dat onze opmerkzaamheid verdient.

Onder de vele kerst- en nieuwjaarswensen die via de mail binnenkwamen de voorbije dagen, zat ook een video waarin iemand zei: “Lieve mensen, laten we samen 2020 zo snel mogelijk vergeten en ons verheugen op het nieuwe jaar, 2021, een knuffeljaar”.

Of het wat gaat worden met dat knuffelen in 2021, dat weet ik zo net nog niet – want het vaccin komt er dan wel aan maar het virus is nog lang niet weg – maar het lijkt me een heel slecht idee om 2020 zo snel mogelijk te vergeten.

Coronajaar

Het is een opmerkelijk jaar dat de geschiedenis in zal gaan als het coronajaar.

Wat heeft dat jaar met jou gedaan?

Wat is er allemaal anders geworden?

Wat is je afgepakt in dat jaar?

Wat bracht dat jaar je ook? 

Want het is allemaal ook erg dubbel. Het bracht heel veel ellende op heel veel verschillende manieren. Maar het bracht ook nieuwe kansen, nieuwe mogelijkheden, meer rust en ruimte.

Psalm 23

Vanuit Psalm 23 staan we daar nu bij stil. Ik koos die Psalm omdat het na Johannes 1, waar het op Kerstmorgen over ging, op de tweede plaats staat van meest populaire bijbelgedeelten in het voorbije jaar. Vooral die zin ‘Het ontbreekt mij aan niets’ raakt me. Want als er iets kenmerkend was voor 2020, was dat wel dat het ons juist wel aan van alles ontbrak.

Het ontbrak ons aan bewegingsruimte, aan sociale contacten, aan live kerkdiensten in ons kerkgebouw. Plaatsen waar we ons vroeger veilig voelden tussen de mensen, zijn opeens gevaarlijke plaatsen geworden waar je besmet kunt raken. Velen in ons land en in de wereld werden ziek, velen stierven. Voor de een bleven het alleen maar cijfers, voor anderen kwam het heel erg dichtbij. En dat moeten we allemaal vooral niet vergeten. Hoe kan het leven er plotseling anders uitzien. Een jaar geleden hadden we er nog geen flauw idee van.

En dan Psalm 23: ‘De Heer is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets’. Dat is wel even slikken dan. En dat is ook goed. De woorden van God die ons aangereikt worden in de bijbel schuren soms ook flink. Kun je dát nu wel zeggen?

Straf van God

Maar afgelopen dagen werd ik door nog iets anders getroffen. Over dat opmerkelijke jaar 2020 dat we volgens de een vooral maar snel moesten vergeten zei de ander: waarom horen we zo weinig over de corona-epidemie  als straf van God voor deze wereld? 

Ik kan me voorstellen dat je nu ook even schrikt. Straf van God? Moet het daar nu over gaan? In zekere zin was Psalm 23 ook wel een wat laffe keuze voor vanavond. Een keuze voor de populairste psalm vol troost en bemoediging, terwijl er misschien hoognodig ook heel andere dingen moeten worden gezegd.

Die ander was een oudere predikant die in de christelijke krant die ik elke dag lees een preek doorgaf die hij had gehouden naar aanleiding van een wat minder populaire psalm, Psalm 6 die zo begint:

HEER, straf mij niet in uw woede,
tuchtig mij niet in uw toorn.

Ja, waarom Psalm 23 gekozen? Waarom niet Psalm 6? Of de Oudejaarspsalm bij uitstek die ook niet zwijgt over wat er misschien toch ook gezegd moet worden, Psalm 90:

Wij komen om door uw toorn,
door uw woede bezwijken wij.
U hebt onze zonden vóór u geleid,
onze geheimen onthuld in het licht van uw gelaat.

Kijk, ik breng dat nu ter sprake omdat het naar me toe kwam. Ik heb er zelfs een paar uur van wakker gelegen. Zit de opmerkelijkheid van het jaar 2020 niet ook hierin dat we die vraag onder ogen moeten zien: Is de corona-epidemie een straf van God?

Een vraag die niet helpt

Ik zeg er overigens meteen bij dat ik dat persoonlijk niet geloof. Of misschien moet ik het net wat anders formuleren. Ik geloof dat het stellen van de vraag ‘Is de corona-epidemie een straf van God?’ ons niet verder helpt. Want waarom zou niet elke ziekte, elke ramp, elke tegenslag in ons persoonlijk leven én op wereldniveau, waarom zou dat dan niet ook allemaal straf van God zijn? 

Nadenken

Toen ik die preek in de krant gelezen had, trof me toch ook de laatste zin van die preek. De oproep was om die woorden van Psalm 6 ook tot ons gebed te maken:

HEER, straf mij niet in uw woede,
tuchtig mij niet in uw toorn.

En toen: “Dat wilde ik met deze preek in het midden brengen. Denkt u daar eens over na.”

Grote gebod

En toen dacht ik: nee, de kern van het christelijk geloof is niet dat we ergens eens over na moeten denken. Nadenken of iets een straf van God. Nadenken of we geen te eenzijdige accenten leggen in ons geloofsleven. Nadenken over dit en nadenken over dat.

Dat is niet het grote gebod. Het grote gebod is: ‘Heb God lief en je naaste als jezelf’. Of in de woorden van de profeet Micha: 

Er is jou, mens, gezegd wat goed is,
je weet wat de HEER van je wil:
niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten
en nederig de weg te gaan van je God.

Bidden en het goede doen

Of met woorden van Dietrich Bonhoeffer: “Christen zijn vandaag is: bidden, het goede doen en wachten op Gods tijd.”

Die woorden heb ik ook doorgegeven in de eerste preek in coronatijd  op zondag 22 maart 2020:

“Christen zijn vandaag is: bidden, het goede doen en wachten op Gods tijd.”

Alles wat er gebeurt, groot of klein, wereldwijd of in ons persoonlijk leven, draagt altijd deze oproep in zich:

heb lief,

ga je weg nederig met God!

Donker dal

Terug nu nog even naar Psalm 23. Het ontbrak ons aan van alles, zeggen we over dat opmerkelijke jaar 2020. Laten we ook zeggen dat het ons ontbreekt aan kennis, aan inzicht, aan wijsheid als het gaat om Gods weg met deze wereld.

Maar het ontbreekt ons aan niets als we ons focussen op Gods koninkrijk. De herder van Psalm 23 is onze Koning. Nooit ontbreekt het ons aan zijn genade, aan zijn liefde, aan zijn barmhartigheid. Psalm 23 weet ook alles van donkere dalen. Dat 2020 in veel opzichten ook een donker dal was, zal duidelijk zijn.

Focus op het koninkrijk

Maar als we focussen op het koninkrijk, opent zich een totaal nieuw perspectief. Nog weer een andere verwoording van het grote gebod van de Heer luidt zo: 

Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.

Het zal je aan niets ontbreken!

Wie focust op Gods koninkrijk, Gods machtige aanwezigheid door zijn Geest, Gods verzoening en heling voor deze wereld – wie dat doet, kan leren zeggen: inderdaad, het ontbreekt mij aan niets. In Christus heb ik alles wat ik nodig heb, hoe mijn situatie ook is.

En dan beginnen die woorden van Psalm 23 te stromen, niet alleen als troost en bemoediging, maar ook als een appèl, dat ene appèl dat altijd weer moeten klinken in ons leven: zoek God, zoek zijn koninkrijk, bid, doe het goede, ga nederig je weg met God.

Laten we zo luisteren naar Psalm 23 van Sela en de woorden horen als een appèl om Gods koninkrijk te zoeken.