Dag 9 Abba, Vader
Een van de belangrijkste dingen die Jezus op aarde deed, was bidden. Hij had het zo nodig om voortdurend in contact te staan met zijn Vader in de hemel. Alleen door hem kon hij zijn werk op aarde aan. Alleen door de voortdurende bemoediging van zijn Vader was Jezus in staat om te doen waarvoor hij gekomen was: mensen winnen voor het koninkrijk van de Vader. Daarvoor kwam hij zijn leven geven om ons het leven in overvloed te geven.
Telkens als Jezus bidt, spreekt hij God aan als zijn Vader. Bijvoorbeeld zo: ‘Ik loof u, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat u deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt gehouden, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld. Ja, Vader, zo hebt u het gewild’ (Matteüs 11:25-26). Je proeft hier de intimiteit tussen Vader en Zoon. Ze kennen elkaar door en door en hun omgang is eindeloos intens en vertrouwelijk. En tegelijk spreekt Jezus zijn Vader in het hogepriestelijk gebed ook aan als ‘heilige Vader’ en ‘rechtvaardige Vader’ (Johannes 17:11 en 25). Daaruit spreekt ook weer ontzag. Er is tussen Zoon en Vader een ontzaglijke vertrouwelijkheid.
Vandaag staan we speciaal stil bij het moment waarop Jezus zijn Vader niet alleen als ‘Vader’ aanspreekt, maar ook als ‘Abba’. En dan moet je weten dat ‘Abba’ letterlijk betekent: ‘Papa’. Intiemer en vertrouwelijker kan het niet. Het is op een heel diep moment dat Jezus zijn Vader zo aanspreekt, in de hof van Getsemane, vlak voordat hij gevangen genomen wordt om gekruisigd te worden: ‘Abba, Vader, voor u is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg. Maar laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat u wilt’ (Marcus 14:36).
In dit bittere moment, als het Jezus te zwaar wordt en hij eronder door dreigt te gaan – in dit diep donkere dal (lees ook Psalm 23) krijgt de biddende omgang tussen de Zoon op aarde en de Vader in de hemel een weergaloze diepte. ‘Papa!’ In de taal van zijn moeder (het Aramees) schreeuwt de Zoon tot zijn Vader, die alles kan en die dus ook kan beslissen om toch een andere weg te gaan met het oog op de redding van de wereld. Maar dezelfde Abba, Vader bemoedigt de Zoon van zijn liefde om toch de beker te drinken.
En weet je wat ik nu zo mooi vind? Dat de Geest van Jezus deze aanspraak van God ons ook in de mond en in het hart legt. Wij mogen samen met Jezus ‘Papa, Vader’ zeggen tegen God. Dat leren we in het Nieuwe Testament op twee plaatsen.
Allereerst in deze woorden: ‘U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’’ (Romeinen 8:15). Door Jezus zijn wij niet langer slaven, die angstvallig en vreesachtig tot hun Heer moeten naderen. We zijn kinderen geworden, zonen en dochters van een liefdevolle Vader, die zich er niet voor schaamt een ‘Papa’ te zijn.
En in een van de brieven van Palus lezen we: ‘En omdat u zijn kinderen bent, heeft God ons de Geest van zijn Zoon gegeven, die ‘Abba, Vader’ roept’ (Galaten 4:6-7). En hier gaat het nog weer wat verder. Want nu zijn wij het niet zelf die roepen: ‘Abba, Vader’, maar hier roept de Geest van de Zoon die in onze harten is uitgezonden.
Zo mogen we vandaag leren om samen met Jezus en geheel in zijn Geest de weergaloze diepte van de vertrouwelijke omgang met onze hemelse Vader te zoeken. En het mag ons wel wat zeggen dat Jezus juist in het diep donkere dal van Getsemane zijn Vader zo aansprak. In de diepste ellende van het lijden in dit leven wordt God de Vader voor ons een Abba.
Misschien is er in jouw leven wel veel lijden. Misschien ervaar je je leven wel als een duister dal, een tunnel zonder licht aan het einde. Dan wil ik je aanmoedigen om in Jezus’ naam maar heel eenvoudig te zeggen: ‘Papa, zorg voor mij.’
En hij vindt het niet erg als je verder gewoon zwijgt.
Om te doen
Doe vandaag maar eens niks. Verwonder je slechts over onze hemelse Vader die jouw Papa wil zijn.
Om te leren
U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’.
Romeinen 8:15
Om te bidden
Vader, ik roep naar u. U bent mijn Papa. Ik durf het haast niet uit te spreken, zo vertrouwelijk vind ik dat. Een kwetsbaar geheim, maar ook zo kostbaar. Vergeef het me dat ik me van die rijkdom soms zo weinig bewust ben. En leer me om speciaal als het donker is in mijn leven, het zachte, warme licht van uw Abba-naam te zien schijnen en te voelen op mijn huid. Vader, u komt alle eer toe, door Jezus, in zijn Geest. Amen.