2.6 Zo deelt God genade uit

Anders kerk zijn. Dat verlangen klinkt door heel deze cursus heen en ik ga ervan uit dat dit verlangen ook resoneert in jouw hart, omdat je anders deze cursus niet zou volgen. Anders kerk zijn: hoe kan dat eruit zien?

De richting die ik in deze cursus wijs, is aan aan de ene kant geïnspireerd door zoiets als een popupkerk (waar ik het in Les 1.2 over had). Daar wordt op een heel basale manier gezocht naar manieren, voorbij allerlei kerkelijke tradities, om samen geraakt en bewogen te worden door het verhaal van Jezus. Heel eenvoudig door drie dingen te doen tijdens een ontmoeting: samen een maaltijd gebruiken want eten verbindt, samen iets lezen vanuit de bronnen van het geloof want dat geeft inspiratie en dat samen toevertalen naar het dagelijkse leven want anders gaat het nergens over.

Genademiddelen

Aan de andere kant is de richting die ik wijs door te focussen op drie praktijken ook heel traditioneel. Ik sluit me namelijk aan bij een sterke kerkelijke traditie waarin woord en sacramenten worden aangewezen als de kern van het kerkelijke leven. Dat worden wel de genademiddelen genoemd: de middelen die God door zijn Geest gebruikt om de genade van Jezus aan ons uit te delen en door ons te laten ervaren. Het zijn: de verkondiging van Gods Woord, de bediening van de doop en de viering van het heilig avondmaal. Op dit punt voel ik me schatplichtig aan een vraag en antwoord uit de Heidelbergse Catechismus die in veel protestantse kerken lange tijd een heel belangrijke plaats heeft ingenomen. Ik ben er zelf ook door gevormd. Hier volgen die vraag en het antwoord (het gaat om nummer 65 in Zondag 25).

‘Vraag: Nu alleen het geloof ons aan Christus en aan al zijn weldaden deel geeft, waar komt dit geloof vandaan?

Antwoord: Van de Heilige Geest, die het geloof in ons hart werkt door de verkondiging van het heilig evangelie en het versterkt door het gebruik van de sacramenten.’

Heidelbergse catechismus

Hier wordt dus de drieslag geponeerd die hart hart vormt van de kerkdienst. Want het is duidelijk dat de Catechismus daar het oog op heeft: in de zondagse kerkdienst wordt het woord bediend en hebben de sacramenten hun plaats. Daar zit direct ook het beperkende: de focus op de zondagse kerkdienst en liturgie terwijl kerk zijn toch ook met het alledaagse leven verbonden moet zijn.

Zondagse liturgie

Toch wil ik juist op dat punt de verbinding zoeken tussen de zondagse liturgie en het doordeweekse leven. Want in het leven van de kerk speelt de wekelijkse samenkomst hoe dan ook een belangrijke rol, al eeuwenlang. Dat is de plaats bij uitstek waar we door God steeds opnieuw worden ingewijd in het goede leven. Daar worden onze karakters gevormd. Daar waait de Geest door onze levens. Liturgie is ingaan op de uitnodiging van God om hem te aanbidden, met hem om te gaan en met hem aan tafel te gaan. Hier ontvang je wat nodig is om leerling van Jezus te zijn.

Werkwoorden

De liturgie is vol werkwoorden: samenkomen, groeten, aanbidden, belijden, lofprijzen, klagen, bidden, lezen, luisteren, verkondigen, breken, delen, eten, geven, ontvangen, zegenen enzovoort. Die werkwoorden staan voor evenzovele activiteiten waarin je wordt opgenomen en die hun uitwerking hebben tot ver buiten de kerkmuren. Door in deze activiteiten te delen en eraan deel te nemen worden we gevormd en omgevormd: tot navolgers, tot getuigen, tot mensen naar Gods bedoeling. Tot mensen die het goede leven leven, met vallen en opstaan.

Drie kernpraktijken

Binnen de liturgie zijn zoals gezegd drie kernpraktijken aan te wijzen: Woord, doop en avondmaal. Dit zijn tegelijk drie praktijken die aanknopingspunten vormen om daadwerkelijk samen te oefenen in het goede leven. Die praktijken hebben hun vertrekpunt in de liturgie, maar strekken zich uit over heel het leven. Ik duid ze vanaf nu aan met de preek, de doop en de maaltijd. In het nuvolgende geef ik een korte omschrijving van de drie praktijken die dus gebaseerd op de drie genademiddelen die de kerk traditioneel kent.

De preekDe doopDe maaltijd
Samen lezenSamen delenSamen eten

1 Samen lezen | Christenen die het goede leven willen leren kennen, voelen zich als vanzelf aangetrokken tot de woorden van God, het evangelie van het koninkrijk. Ze lezen en herlezen, ze luisteren, ze laten zich leiden door de Geest die de woorden van God tot leven wekt in de dagelijkse praktijk. Als we lezen als praktijk zien, dan doen we dat dus niet allereerst in ons eentje, maar samen. De zondagse verkondiging speelt daarin een sleutelrol. Daar lezen en luisteren we samen zodat we weten wat God te zeggen heeft. Maar ook op veel andere momenten vormen we een leesgemeenschap: in kringen, in bijbelstudiegroepen, thuis aan tafel bij het eten. Hoe leren we van elkaar door samen te lezen?

2 Samen delen | De doop is de praktijk waarin je deelgenoot wordt van de gemeenschap rond Jezus. Als er een nieuw lid gedoopt wordt dan is dat niet alleen iets van de ouders, het kind en van God, maar iets waarin heel de gemeenschap deelt. Rond de doop oefenen we dat we een gemeenschap vormen: de wereld begint en eindigt niet bij jou. Het begint juist met iets gedeelds. Door de doop zijn we één met Christus, zegt Paulus. Dan zijn we dus niet allereerst autochtoon of allochtoon, werknemer of werkgever, man of vrouw, getrouwd of ongetrouwd, homo of hetero, maar echt gelijk voor elkaar in Jezus. Dan kunnen vrede en gerechtigheid opbloeien. Dan ga je samen delen: wat je ontvangen hebt aan evangelie deel je met mensen om je heen. Binnen en buiten de kerk. In woorden, maar nog meer in daden.

3 Samen eten | Het avondmaal is Gods ultieme maaltijd. Eten met Jezus. Brood en beker delen. En zo genieten van Gods mateloze genade voor onvolmaakte mensen. Samen eten kan ook binnen de kring of de Bijbelstudiegroep. Of samen met een ander gezin. Is samen eten niet bij uitstek typerend voor christenen: mensen die samen eten en van daaruit een gemeenschap vormen? Wat je eet, werpt ook vragen op als: hoe belangrijk is duurzaamheid voor je? Hoe zit het met uitbuitende en aarde-vernietigende structuren van ons consumeren? Is ons voedsel op rechtvaardige wijze tot stand gekomen? Deelname aan de maaltijd van de Heer oefent ons niet alleen in genade, maar ook in gastvrijheid en rechtvaardigheid.

Volgorde

Deze eerste aanzet voor een omschrijving van de drie praktijken wordt in de modules 3-5 van deze cursus verder uitgewerkt. De volgorde blijft daarbij bewust: lezen, delen, eten. Dat is dus anders dan de volgorde die we zagen bij de popupkerk: eten, lezen, leven (omdat ‘leven’ een veel te groot iets is om praktijk genoemd te kunnen worden, gebruik ik dat woord niet). Die volgorde van de popupkerk is vooral een praktische: je begint met eten, dan ga je samen lezen en dat heeft gevolgen voor je leven.

In deze cursus kies ik voor een principiële volgorde (die in de praktijk uiteraard zo niet altijd gevolgd hoeft te worden): het lezen staat voorop, omdat het woord van God voorop staat. Het delen volgt, omdat de doop aan de maaltijd voorafgaat.


Reflectievragen

  1. De Geest werkt door Woord (prediking), doop en avondmaal. Herken je dat? Wat zijn jouw ervaringen daarmee?
  2. Welke van de drie ligt het dichtst bij je hart: samen lezen, samen delen of samen eten? Waar heb je de meeste ervaring mee?
  3. ‘Het lezen staat voorop, omdat het Woord van God vooropstaat.’ Ben je het daarmee eens? Als je zelf een volgorde mag aanbrengen, welke zou dat dan worden?

Extra materiaal

1.

Genade is een basiswoord voor kerk zijn en voor christen zijn. Jaren geleden hield ik een prekenserie over ‘Genade ervaren’ die later in een boek verschenen. De preken vind je terug via onderstaande link. Kies als je wilt een preek uit om te lezen en je te laten raken door de boodschap van genade.

Prekenserie ‘Genade ervaren. Het verlossende werk van Jezus in je leven’

2.

Misschien wel het bekendste lied over genade: ‘Genade, zo oneindig groot’ (‘Amazing grace’). Hieronder vind je twee versies. Op YouTube kun je nog veel meer andere uitvoeringen vinden als je zoekt op ‘Amazing grace’ of ‘Genade zo oneindig groot’. Om te luisteren en tijd te nemen om Gods genade naar je toe te laten komen door muziek en woorden.