Wat is contemplatie? Ik zie het zelf zo: contemplatie is lang en liefdevol kijken naar het gelaat van de Heer en intens genieten van zijn liefdevolle en transformerende omhelzing. Een bidden dat wordt omgevormd tot contemplatie is bidden voorbij de woorden en alleen nog maar rusten in God. In het Engels is daar een mooie uitdrukking voor: ‘Let go en let God’.
Richard Foster schrijft in zijn boek ‘Gebed. Waar het hart zijn thuis vindt’ dat voor het beofenen van het beschouwende gebed (contemplatie) een zekere mate van volwassenheid in het geloof nodig is. Hij noemt enkele tekens van zo’n volwassen geloof:
Een voortdurende honger naar intimiteit met God; het vermogen anderen te vergeven, ook al kost het jezelf nog zoveel; het besef dat alleen God de verlangens van het menselijk hart kan vervullen; een diepe voldoening vinden in het gebed; een realistische beoordeling van de eigen sterke en zwakke kanten; geen behoefte om te roemen over wat je geestelijk hebt bereikt; en een aantoonbaar vermogen geduldig en verstandig het hoofd te bieden aan de eisen die het leven stelt.
Foster gebruikt onder meer de volgende omschrijvingen om het beschouwende gebed te typeren:
Het beschouwende gebed is in wezen een liefdevolle aandacht voor God. We richten ons op hem die van ons houdt, die dichtbij ons is en zie ons naar zich toetrekt. In het beschouwende gebed verdwijnt het praten naar de achtergrond en treedt het gevoel op de voorgrond, of liever het ‘besef’.
Met ons hart aanschouwen we de Heer. We koesteren ons in de warmte van zijn aanwezigheid. We proeven zijn nabijheid en liefde.
Hij is dichter bij mijn ware ‘ik’ dan ikzelf. Hij houdt meer van me dan ik van mezelf hou. Hij is ‘Abba’, Vader, voor mij. Ik ben omdat HIJ IS. (James Borst)
29/05/2009 op 10:30
Jos, het staren in de vlammen en het beschouwen van God leidt mij tot onder andere dit:
Ik adem in en uit ontzag
Ogen blikken in vlammen
duiken in continu krakeel
van flakkerend vuur
oranjerood en geel
op bed van wazig blauw
het schijnbaar koel fluweel
tongen slaan verwaaid
met alle winden mee
bonsai inferno
scheppend materie brûlé
hanteerbaar verwoestend
ik huiver
verassend ontscheppend
en zuiver
Ogen blikken in vlammen
hitte raakt de huid
schroeit het zien de zon
tranen doven het vuren fel
maar mensen adem
is vlammen bron
Starend naar het spijkerbed
van niet te vatten element
krijg ik de vlammen braambos
brandend in zicht
(die roept mijn naam)
zie ik vuur uit de hemel
dat berg en vlak verlicht
(die verteert het vlees)
Ogen blikken in vuur
en zien hoe gloeiend ik
voor Zijn mijn heiligheid vrees
Ogenblikken warmte en ik
adem in en uit ontzag