Gisteren was de themadienst in de Fonteinkerk over ‘Christen zijn (op je werk)’. Alles daarvan is op de site van de Fonteinkerk terug te vinden (op een pagina die nu standaard tot de site zal behoren, omdat het thema constante aandacht verdient). Wat me in de enquêteresultaten is opgevallen zet ik hier nog even op een rijtje:

  1. Omdat er een wat tobberige sfeer rond dit thema kan hangen, vond ik het een verademing om te lezen dat veel christenen hier juist mooie kansen zien liggen om Jezus uit te stralen! Het gaat er vooral om dat je jezelf bent. Daar hoort je christen zijn gewoon helemaal bij!
  2. Vaak werd genoemd dat de vooroordelen en cliche’s die er leven rond christenen en de kerk (achterhaald, saai, ouderwets, wereldvreemd, dom) contraproductief werken in contacten tussen christenen en niet-christenen.
  3. Gesprekken met collega’s als ze in hun persoonlijke leven moeite of ziekte hebben blijken belangrijke kansen te zijn om op persoonlijke manier iets te delen over geloof en God. Ook ’s maandags vertellen wat je in het weekend hebt gedaan geeft vaak goede aanknopingspunten.
  4. De formulering van het thema wordt als onterecht ervaren: hoezo een scheiding tussen verschillende dagen, verschillende gebieden van je leven. Het gaat toch om christen zijn uit één stuk!? [Dit heb ik in de preek van gisteren ook meegenomen. Ik heb het thema nu ook geherformuleerd tot ‘Christen zijn (op je werk)’.
  5. We moeten liever niet denken vanuit de kerk als instituut (met gewoontes en regels) maar vanuit de kerk als geloofsgemeenschap, als netwerk van relaties. ‘De kerk, dat zijn wijzelf.’
  6. Zondagse kerkdiensten worden door mensen al regelmatig ervaren als inspirerend en bemoedigend om ook tijdens het dagelijkse werk als christen te leven: ‘De kerk is de plek waar je voor je dagelijkse werk geestelijk kunt bijtanken, geïnpsireerd kunt worden.’
  7. Over het algemeen leeft het niet sterk dat je werkplek ook kansen biedt om mensen bij Christus te brengen.

Over dat laatste nog even iets meer. Er is terecht bezwaar tegen om de werkplek te gebruiken c.q. te misbruiken als evangelisatieplek. Je komt op je werk om te werken (en als christen doe je dat om God met je werk te eren) en niet primair om te evangeliseren en daarvoor zelf krampachtig kansen te creëren. Wel geloof ik dat een kerk die missionair wil zijn en die die missionaire taak vooral via natuurlijke contacten van gemeenteleden gestalte wil geven, christenen nodig heeft die het verlangen van God dat mensen die Jezus niet kennen hem leren kennen in hun hart en in hun gebedsleven koesteren.

Iemand zei: ‘Ik werk nu veertig jaar en ik heb vaak getuigd van mijn geloof in God, maar ik heb nooit iemand tot Christus mogen brengen.’ Dat is een uitspraak om nog een wat verder over na te denken. Niet om te beschuldigen of te verwijten (degene die het zei gaf aan dat hij dankbaar was dat hij had mogen zaaien en dat hij het verder gerust aan God overlaat), maar om ook goed te doordenken wat het nu precies betekent als we zeggen: ‘Missionair zijn moet vooral via natuurlijke contacten (op je werk bijvoorbeeld) verlopen.’