Ik ben niet zo goed op de hoogte met de statistieken van onze gemeente (Fonteinkerk Haarlem). Maar één ding weet ik wel: als ik zondagmorgen vanaf het podium de kerkzaal inkijk, zie ik erg veel 20-ers en 30-ers. En als ik de nieuw binnengekomenen van de laatste jaren op een rijtje zet (kerkelijke achtergrond: gkv, ngk, pkn, bond, crossroads, cama), dan zijn dat vrijwel zonder uitzondering mensen uit deze leeftijdscategorie. Ik was daarom ook aangenaam verrast toen ik las dat er een onderzoeksrapport was verschenen waarin verteld wordt over vijf PKN-gemeentes waar heel veel 20-35-jarigen de kerkdiensten bezoeken. Wat is het geheim?
Nog niet zo heel lang geleden was de PKN voor mij trouwens zoiets als Verweggistan: daar had ik geen contact mee en ik kon me er weinig bijvoorstellen. Uit mijn jonge jaren zongen nog altijd de namen van het koppel Kuitert-Wiersinga na. Dat was de Synodale kerk. En dat is nu PKN. Niet best dus.
Maar de laatste jaren is dat, vooral door internet, weblogs en twitter (collega Fred Omvlee maakt een sterk punt in zijn artikel in het ND vandaag ‘Kerk en sociale media logische partners‘) geheel veranderd. De kerkmuren zijn aanzienlijk lager geworden. Via twitter blijkt er nauwelijks verschil te maken tussen collega’s uit de verschillende kerkverbanden die Nederland telt, en ook het kerkelijke leven vertoont in steeds hogere mate grote overeenkomsten. En zo kan het gebeuren dat ik een onderzoeksrapport lees, geschreven door collega Niels de Jong (twitter, weblog), met de titel ‘Young Urban Protestants. Een onderzoek naar 20-35-jarigen in een aantal stadskerken binnen de Protestantse Kerk in Nederland’ (download) en dat ik van de ene in de andere herkenning rol (wat ook wel wat te maken zal hebben met het gegeven dat het om zich als tamelijke orthodox-profilerende PKN-kerken gaat). Hier worden woorden gegeven aan zaken die in mijn beleven en denken rond het thema kerk en de 20-35-jarigen vaak nog net onder de oppervlakte zitten. Ik neem wel waar, maar kan het zelf vaak nog niet vertalen in begrijpelijke zinnen die een leidraad kunnen vormen bij het nadenken over bijvoorbeeld preken, beleid maken, missionair zijn en pastoraat.
Kortom: het lezen van het onderzoeksrapport vond ik zeer inspirerend. En graag geef ik de door Niels de Jong vijf gevonden sleutel hierbij door (overigens in een wat minder dwingende toonzetting: het woord ‘moeten’ moet je wellicht niet teveel gebruiken).
YUPs (Young Urban Protestants) voelen zich thuis in een stadskerk:
– als het ergens over gaat (Jezus, God, Bijbel, leven als christen, relevante prediking)
– als er ruimte is (in liturgie, in diversiteit aan opvattingen)
– als er plek voor hen is (gezien worden, ingezet worden)
– als de sfeer goed is (geen gedoe, geen kerkpolitiek)
– als er wat gedaan wordt (diaconale en missionaire activiteit, naar buiten gericht)
Lees ook de tekst die Niels de Jong uitsprak bij het aanbieden van het onderzoek aan de Protestantse Synode.
18/11/2011 op 15:33
Het rapport laat twee zaken onderbelicht.
1 Wat de rol is van de trek van jonge mensen naar de stad vanuit de Bible Belt. De meeste hebben immers een orthodoxe achtergrond.
2 In hoeverre de orthodoxen een inhaalslag in opleiding aan het maken zijn.
Met andere woorden, in hoeverre de stadskerken profiteren van jonge mensen met hoge opleiding die vroeger met een lagere opleiding op hun dorp bleven.
05/01/2012 op 16:32
Erg herkenbaar, Jos! Het is trouwens Crossroads (niet cross roads).
05/01/2012 op 17:01
Dank!
Heb het al aangepast!